Vieren of gedenken, in alle rust of met elkaar.
Laat je inspireren door oude gewoontes, groene symboliek, markante personen, inspirerende initiatieven, smaakvolle recepten, toepasselijke teksten, en praktische tips.
Licht en leven
– “Het volk dat in duisternis ronddwaalt, ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen, worden door een helder licht beschenen” (Jesaja 9,1)
– “Dat licht van de Eeuwige wil tot ons komen en verblijf in ons nemen” (Johannes 14,23)
Licht dat de duisternis verbreekt, is het thema dat vanaf kerstavond (24 december), in de kerstnacht en in de dagen daarna doorklinkt.
Een heldere ster aan de hemel werd voor mensen een teken van heil. De stralende morgenster wordt een beeld van Jezus (Openbaring 22,16). Wijzen gaan naar de ster op zoek in het kerstverhaal volgens Lucas.
Groene boom
De altijd groene boom die als levensboom vrucht draagt, komt in verhalen bij veel volken voor en is een algemeen beeld van hoop en vertrouwen in nieuw en vruchtbaar leven. In het verhaal in Genesis 2 wordt ook een verband gelegd met toekomst, zie ook: “Wie overwint, zal Ik te eten geven van de levensboom, die in de tuin van God staat” (Openbaring 2,7).
In de Middeleeuwen ontstond in de Elzas de traditie om rond Kerst een groene boom op het kerkplein te plaatsen, versierd met vruchten, waaronder appeltjes: het beeld van de groene levensboom die altijd vrucht draagt. Zo wordt het nieuwe leven gevierd, Maarten Luther gaf er tijdens de reformatie steun aan. De boom kreeg later een plaats in de kerk en aan het einde van de 19e eeuw werd het gebruik een boom in huis te plaatsen.
Kerststal
Franciscus van Assisi kreeg, op zijn verzoek, in 1223 toestemming om Jezus’ geboorte zo tastbaar mogelijk te maken. De kerststal deed zijn intrede. Deze kerststal werd uitgebeeld met echte os en ezel, levende have. De kerken namen dit voorbeeld over, en later kreeg de kerststal ook in een plek thuis.
Franciscus maakte duidelijk dat men in de kerstnacht extra goed voor de dieren moest zorgen en ook de vogels moest voeren. De dieren zijn voor hem broers en zussen, zo spreekt hij over en met ze. Daarom betrekt hij ze bij de viering van de ‘menswording’ van God.
Materiaal om Kerstmis te vieren – zie www.scheppingvieren.nl/Kerst
Smakelijke recepten
Aan tafel met de feestelijke liturgische kleur wit of rondom een stervorm met ingrediënten van het winterse seizoen, zie: www.sameneerlijketen.nl/Kerst
Aankleding voor de viering – zie www.symbolischschikken.nl/Kerst
26 december Stefanus (Jeruzalem, † omstreeks 35 nChr.)
Vuur en steen
Stefanus, een Griekstalige jood, was door de apostelen aangesteld als diaken (Handelingen 6,5-7). Hij werd gedood door steniging en was daarmee de eerste ‘christelijke’ martelaar. Zijn gedenkdag is verbonden met Kerstmis, zijn dood houdt immers direkt verband met zijn navolging van Jezus.
De liturgische kleur rood op deze dag, verwijst naar het bloed van zijn martelaarschap, maar ook naar het gloedrode vuur van de geest van liefde. Vuur dat zich niet laat uitdoven.
Brandewijn
Stefanus werd beschermheilige van paarden. In Duitsland en Zweden wordt deze dag ook wel ‘paardendag genoemd. De ruiters rijden op hun paarden door de velden en om de akkers heen, om zo de vruchtbaarheid te bevorderen, een oude Germaanse traditie. In herbergen kregen de ruiters vervolgens hun Sint Steffensminne: brandewijn.
Kruid
– Heksenruid (Circae sp.) wordt ook wel Stevenskruid genoemd, in het Duits Sankt Stephanskraut.
1 januari Nieuwjaarsdag
Pelgrimeren naar een land van melk en honing
Een nieuw jaar, een nieuw begin. Nieuwjaar, een octaaf: acht dagen na Kerstmis. De achtste dag is de dag waarop een joods jongetje besneden wordt en het zijn naam ontvangt. De zoon van Maria krijgt de naam Jezus: ‘God redt’.
In Uw naam beginnen alle dagen,
een nieuwe jaarkring ligt voor mij gereed,
een jaar, dat ik in Uw naam wil dragen …
Uit: Wierookgraan, gebedenboek – H. Kuitenbrouwer en G. Smit
Melk en honing
De achtste dag, tevens de eerste dag van een nieuwe week, staat symbool voor een nieuw begin. De eerste dag van het nieuwe jaar wordt een dag met goede voornemens: op weg naar duurzaam leven op een groene aarde?!
Melk en honing zijn een bijbels beeld van een land van belofte, beeld van het goede leven, zoals beschreven in het verhaal van de uittocht:
‘Ik heb besloten jullie uit de ellende in Egypte weg te halen en je naar een land te brengen dat overvloeit van melk en honing’ (Exodus 3, 17).
Melk betekent dat er vee kan grazen, dat er water is om gras te laten groeien, dat er voedsel is voor mens en dier.
De profeet Jesaja bemoedigt het volk met een teken dat de Heer zelf aan het nageslacht van David zal geven:
‘De jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel, ‘God met ons’, noemen. Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen’ (Jesaja 7, 14-15)
Recepten
Zie ook Oud- en Nieuwjaar op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor:
– melk- en honingkoek: honingkoek
– welkomstdrank: slemp
Vieren
– Bijbelteksten: Jesaja 7, 10-17; Genesis 1 en 2; Exodus 3, 17
– Teksten voor vieringen (wintertijd)
– Gedicht Pelgrimage:
(…) Gaan
is antwoord, hoop en
leven,
ja zeggen, uit handen geven
als het moet
opnieuw beginnen,
liefde vinden,
goedheid – vrede – delen,
visioen.
Jeanette van Osselen http://www.scheppingvieren.nl/pelgrimage/
6 januari Epifanie – Het feest van Driekoningen
Een ster zet mensen op een ander spoor
Epifanie betekent aan het licht komen, ‘openbaar worden’. De bijzondere betekenis van Jezus komt aan het licht. Een ster wijst de weg en staat stil bij een pasgeboren kind in al zijn kwetsbaarheid.
In het kerkelijk jaar krijgt op 6 januari het verhaal van de magiërs (wijzen) aandacht. In de Kerken van het Oosten heeft niet het kerstverhaal van Jezus’ geboorte een centrale plaats maar is dit Epifaniefeest het belangrijkste feest (Matteüs 2, 10-11).
In de traditie worden de wijzen afgebeeld als koningen die, gedachtig Psalm 72, 10 en Jesaja 60, 1-3 en 6, “de Rechtvaardige” geschenken brengen. Zij vertegenwoordigen de drie toen bekende werelddelen, Europa, Azië en Afrika: dit kind heeft kennelijk betekenis voor de hele wereld. Soms worden de koningen in drie levensfasen getoond: Melchior als grijsaard, Balthasar als bebaarde volwassene en Caspar als jonge man, zonder baard met een donker gelaat.
De andere weg
Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God
zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan
en verschijnen aan allen die leven in duisternis
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.
Lucas 1, 77-79
Een ster wijst de weg naar een kind,
klein en kwetsbaar.
Een kroon van leven
gaat aan machtige heersers voorbij.
Zij die het kind aanschouwen,
kiezen een andere weg.
Een weg van verbondenheid met het al,
en weg die recht doet, vrede sticht,
respect voor de aarde toont.
Tini Brugge
Ster
In de Oudheid symboliseert het opgaan van een heldere ster de komst van een belangrijk persoon. Bileam ziet in een ster een verwijzing naar een machtig mens: een ster komt op uit Jakob (Numeri 24, 17). In het Driekoningenverhaal duidt de ster op Jezus’ betekenis: Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’ (Matteüs 2, 1-2). In het laatste bijbelboek wordt Jezus morgenster genoemd: (…) de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster (Openbaring 22, 16).
Hij is de ster, hij is de zon,
hij is de eeuwige levensbron,
uit plant en steen,
uit zee en licht
straalt zijn godd’lijk aangezicht.
Novalis
Goud, wierook en mirre
Het goud dat de magiërs meebrengen wordt gezien als symbool voor het koningschap van Jezus, wierook als een teken van zijn priesterschap (opdragen van een reukoffer) en mirre om zijn menszijn aan te duiden (balsem voor het lichaam).
Wierook is een hars dat door twee bomen wordt afgescheiden (uitgezweet) door bladeren en takken. Het zijn middelgrote heesters van het geslacht Boswellia. De productie van de hars kan worden gestimuleerd door in de stam een snede te maken. De heerlijk ruikende wierookkorrels worden nog steeds in kerkelijke rituelen gebruikt.
Mirre is eveneens een geurende hars die wordt uitgezweet door ‘mirrebomen’. Waarschijnlijk zijn dat onder meer de Commiphora abyssinica en andere doornige, grillig vertakte heesters en kleine boompjes die op rotsgrond groeien. De takken en blaadjes geven spontaan de geurende harskorrels af. Mirre is de kostbaarste hars uit die tijd en werd verwerkt in zalfolie. Zowel bij de geboorte van Jezus als bij zijn kruisiging (Marcus 15, 23) wordt verwezen naar mirre.
Recepten
Meer over Driekoningen op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor Driekoningenpap, Driekoningenbrood, Driekoningenbrood met rozijnen, Driekoningenthee, en Driekoningentaart met amandelen en een boon (verrassing).
Schikken
– Met een ster, zie Ster bij Epifanie op de website van symbolisch bloemschikken.
Vieren
– Bijbelteksten: Matteus 2, 10-12; Psalm 72; Jesaja 60, 1-3, 6
– Symboliek van de ster: Matteüs 2, 10-12, Numeri 24, 17
– Zie het gedicht ‘Aan het licht komen ...’, Jeanette van Osselen op de website www.scheppingvieren.nl
De komst van de wijzen
Zij die op sterren reizen,
op hun innerlijk kompas,
zijn de zieners en de wijzen,
zoekers in de grote nacht.
Zij die op sterren reizen,
varend op de hemelkaart,
zoeken tekens in de ruimte
naar het hart van het bestaan.
Zij die op sterren reizen
vinden sterren in hun hart,
worden nieuwe zieners, wijzen
van een stralend gouden dag.
Zij die op sterren reizen
brengen daarvandaan iets mee,
want de afglans van de sferen
geurt als wierook om ons heen.
Uit: Kerstoratorium ‘Als appelbloesem in de winter’, Marijke de Bruijne
– Zie verder www.scheppingvieren.nl
Vieren
Sterzingen
Kinderen trekken zingend als koningen verkleed met een ster langs de huizen. Soms gaan zij vanuit de kerk op weg en worden uitgezonden met een boodschap. Het bedelen om snoep wordt dan verbonden met een andere opdracht: voedsel verzamelen voor de voedselbank, op een andere wijze bijdragen aan duurzaamheid of gerechtigheid. Je kunt het zien als ‘een andere weg’ gaan, na (aan)geraakt te zijn door het kind.
Averechtse processie
In sommige kerken liep men vóór de hoogmis, bij wijze van kleine processie, tegen de gewone richting in. Als het ware tegen de stroom in, de keuze “voor een andere weg in het licht van Jezus”.
8 januari Gudula (Goedele) van Brussel (ca 650 – 712)
Licht dat niet dooft
Licht typeerde Gudula’s leven. Op afbeeldingen zien we haar met een lamp of lantaarn, een kwetsbaar licht dat niet dooft, ook al is er nog zoveel dat het licht bedreigt.
Gudula werd geboren omstreeks 650 in een kasteel “Hof ter Hamme” niet ver van Moorsel, Vlaanderen. Zij kreeg onderwijs in de abdij van Nijvel. Daar was de heilige Gertrudis abdis, een nicht van haar moeder (zie ook deze Groene Kalender, 17 maart).
Nadat Gertrudis gestorven was, keerde Gudula terug naar het huidige Herdersem en begon met de zorg voor armen en zieken.
Een reliek van haar is, vanuit Moorsel waar zij begraven werd, in Brussel terecht gekomen. Daar werd een kathedraal aan haar gewijd.
In 2012 kwam Gudula ook “terug” in de kerk van Lochem: met een bescheiden beeld in een nis in het koor. De Oude Kerk in Lochem is destijds aan haar gewijd en haar beeltenis zal er zeker een plek gehad hebben. Door de reformatie in de 16e eeuw werd het een protestantse kerk en verdwenen alle beelden.
In 2012, 13 eeuwen na haar sterven, werd een Gudulawandelroute uitgezet vanaf de locatie waar zij geboren is naar Moorsel waar zij uiteindelijk begraven is.
De Missa Gudula uit de 18e eeuw is van de hand van de Brusselse componist Charles Joseph van Helmont. In het Gudula officie uit het begin van de 14e eeuw wordt de lantaarn van Gudula bezongen. Tot op vandaag zingt in Lochem de Capella Gudula er prachtige muziek!
Licht
Het verhaal gaat dat Gudula in het donker bij het eerste hanengekraai met een lamp op weg is naar de kerk in Moorsel om te bidden: om de zegen van God te vragen over haar werk dat in het teken van zorg en naastenliefde staat. Zij draagt een lamp die zij volgens de overlevering brandend hield met hulp van een engel. De duivel probeert het licht uit te blazen, maar haar geloof en gebed waren, zoals in veel heiligenverhalen, sterker. In de lange winternacht wordt het goddelijke Licht, dat met Jezus is geboren, elke dag sterker. Een afbeelding laat zien hoe zij haar handschoen aan een zonnestraal hangt en hoe een engel bij haar staat in het licht. Daaraan hield Gudula vast.
Populier
Toen Gudula stierf, midden in de winter, kwam bij haar graf spontaan een populier in bloei. Het is een beeld van de bloeiende levensboom, van een leven dat tot bloei en rijping kwam.
3e week januari Gebedsweek voor de eenheid van de kerken
Zie: www.raadvankerken.nl of www.missienederland.nl
Recepten
-Voor “Brood en zout”, zie Gebedsweek (op website van www.sameneerlijketen.nl)
Schikken
– Passende schikkingen, zie www.symbolischschikken.nl
2 februari Opdracht van de Heer in de Tempel
Maria Lichtmis: Licht voor alle volken
Op 2 februari, veertig dagen na Kerstmis (de geboorte van Jezus), dragen Jozef en Maria volgens de joodse wet hun eerste zoon op aan God. Zij gaan daarvoor naar de tempel in Jeruzalem. De profeet Simeon herkent het kind als “Licht voor alle volken.” Het feest wordt ook wel Maria Lichtmis genoemd, omdat het gevierd wordt met veel kaarsjes.
Recepten
– voor Pannenkoeken, “koekebak”
– Meer over Maria Lichtmis: ‘Op Lichtmis is geen vrouwke zo arm of ze maakt haar panneke warm’, zie website Samen Eerlijk Eten
Schikken
– Sneeuwklokjes, licht voor de wereld, teken van hoop: ze luiden de winter uit en de lente in.
Sneeuwklokjes zijn mede door de monniken uit Zuid-Europa naar het Noorden gebracht. Het werd traditie om op deze dag van “Maria Lichtmis” het altaar te versieren met sneeuwklokjes.
Adam en Eva werden uit het paradijs verdreven. Het was een koude winter en het sneeuwde. Eva begon van verdriet te huilen. Een beschermengel ging naar haar toe en plakte een sneeuwvlok op Eva’s ogen. Het veranderde in een sneeuwklokje. De engel gaf het bloemetje aan Eva en zei: “Kijk eens goed, het heeft groene blaadjes en randjes en de vorm van een klokje. Het is een teken dat de winter snel voorbij zal zijn, dat het warmer en groen wordt om je heen. Kijk nog eens dieper naar binnen en zie het gouden hart van het bloempje: beeld van een onvergankelijk licht, beeld van God die ook jou nooit zal vergeten en die een plekje zoekt in je binnenste om te verblijven.” Eva richtte zich op, de engel was verdwenen, het hield op met sneeuwen en zie: sneeuwklokjes kwamen op door de sneeuw heen. Warm zonlicht opende hun klokjes. Bemoedigd gingen zij verder, in vertrouwen, met nieuw inzicht en uitzicht.
14 februari Aswoensdag: begin van de Veertigdagentijd
Aswoensdag is de dag na Carnaval. Het is het begin van een periode van 40 dagen tot Pasen (de zondagen niet meegeteld). De periode staat bekend zowel als ‘Lijdenstijd’ als ook als Vastentijd. De naam Aswoensdag is ontleend aan de traditie in katholieke kerken om de aanwezigen op deze dag een kruisje van as op het voorhoofd mee te geven, een herinnering aan het woord Bedenk wel: je bent stof en tot stof keer je terug (naar Genesis 3,19). Gebruikt wordt de as van de ingezamelde buxustakjes die het jaar ervoor op Palmzondag werden gewijd en meegenomen naar huis. Zie verder voor de periode van de 40-dagentijd deze Groene Kalender.
Recept
– zie sameneerlijketen.nl/aswoendag voor allerlei recepten:
- Zure haring met mierikswortel
te eten met bijvoorbeeld witte bonen of roggebrood. - Bonen, rijst, uien en pompoen
- Katersoep
- zuurkoolschotel voor aswoensdag
Schikken
Vieren
Periode van de Veertigdagentijd: stapsgewijs naar Pasen
Lijdenstijd ofwel Vastentijd
De klassieke bijbelverhalen die in de veertigdagentijd aandacht krijgen (2024: B-jaar, Marcuslezingen aangevuld met Johannes), vertellen van Jezus’ weg vanuit de woestijn naar de stad Jeruzalem. Natuurbeelden herinneren aan het geheim van dood en leven: de weg naar Pasen kan worden beleefd als een tocht vanuit onherbergzaam, dor gebied naar een ‘paastuin’, een frisse lentetuin vol van nieuw leven. Het is een tocht die mensen ieder voor zich op hun eigen manier – bekeerlingen, pelgrims, vluchtelingen – in hun leven telkens weer gaan, met vallen en opstaan. Het is een periode van inkeer en zelfbeperking.
Water en brood
Vanoudsher bereidden volwassen mensen, die zich willen aansluiten bij ‘de mensen van de weg’, zoals de eerste christenen genoemd werden, zich voor op hun doop met Pasen (in de Paasnacht). In deze periode van zes weken – een geestelijke en materiële leerweg – staan zij stil bij de belangrijke geloofsthema’s. De Lijdenstijd doet stilstaan bij lijden: van mens, dier, en heel de schepping. Het maakt gevoelig voor onrecht dat de ander wordt aangedaan, voor elke aantasting van natuur en milieu als Gods goede schepping. Dat betekent vanzelf ook een tijd van vasten, van zelfbeperking en zelfkritiek. Een tijd om stil te staan bij eigen keuzes, eigen gewoonten, eigen gedrag. Het is een tijd om op zoek te gaan naar alternatieven en zich daarin te oefenen door zelfbeperking: in consumptie, geen vlees, de keuze voor een eenvoudige maaltijd, voor ‘water en brood’.
Overige symboliek, dieren: lam, ezel, vis en haan, kip en ei
Zie voor Schikken en Vieren in de veertigdagentijd, symbolischschikken.nl/veertigdagentijd en scheppingvieren.nl/veertigdagentijd
Vleesloos vasten
Wat is het dat ik nodig heb?
Hoeveel, hoe groot, hoe lekker.?
Met welke kleur, met welk beleg het brood,
En moet er vlees bij zijn, en bier of wijn?
Heer leer ons bidden
en leer ons zelf te zien hoe dag aan dag
Uw zon opkomt voor al wat leeft,
en hoe we delen in uw overvloed.
Geef ons het brood te geven
dat uw wereld voedt.
(Roel Bosch)
Vlees, vis en vasten
In de tijd vóór Pasen wordt er in de Orthodoxe Kerken van het Oosten geen vlees en vis gegeten. Ook in de Rooms-Katholieke kerken was geen vleeseten gebruikelijk als wijze van vasten. Waar vroeger geen vlees eten op vrijdag een verplichting was, is dat sinds de jaren zestig van de vorige eeuw een individuele keuze, ook op Aswoensdag en Goede Vrijdag in de vastentijd. De bisschoppen van Engeland en Wales herstelden in 2012 de oude praktijk dat rooms-katholieken op vrijdag vasten en geen vlees eten, in ere, opnieuw: als aanbeveling van een individuele keuze.
Meer en meer echter beperken religieuze gemeenschappen en mensen individueel het gebruik van vlees met name ook in de vastenperiode. De belasting van het milieu vormt dikwijls een belangrijke reden. Zie ook www.weekzondervlees.nl, een initatief van Isabel Boerdam.
Aanvankelijk dacht men, vanuit ervaring en beleving, dat met het eten van vlees er ook demonische krachten danwel ziekten in je lijf konden komen. Men maakte een onderscheiding tussen reine en onreine dieren. Varkens die afval eten, menselijk voedsel en modderbaden heerlijk vinden, werden beschouwd als onrein. Varkens passen eerder bij een cultuur van landbouwers dan bij een cultuur van rondtrekkende schaapherders en nomaden. Het eten van varkensvlees is in joodse en moslimtradities ook om religieuze redenen taboe, maar de cultuurhistorische achtergrond hiervan is onmiskenbaar.
Vis
Het verhaal van de vissen doet
water zwijgen (…)
De stenen verbreken het zwijgen (…)
… de nederigen
krijgen eindelijk het woord.
(G. van der Graft, uit: Verzamelde Gedichten, Baarn, 1983; zie ook: scheppingvieren.nl/vissen/ )
Vis wordt vaak in de christelijke traditie gegeten op vrijdag, ook op Goede Vrijdag. Dat heeft alles te maken met de naam en symboliek. De letters van het Griekse woord voor vis ‘ichtus’, zijn de beginletters van een korte Griekse geloofsbelijdenis: Jesous Christos Theou Uios Soter: Jezus Christus, Gods Zoon, Redder.
Dat de vis in het (voor het Joodse volk) bedreigende zeewater kan leven, het water van dood en leven, geeft een extra symbolische dimensie aan de betekenis van ‘ichthus’. Het eten van zoute vis op Goede Vrijdag (zoals stokvis – gezouten kabeljauw) heeft ook een extra betekenis. Zout verwijst naar het zogenaamde verbond met zout (Numeri 18,19). Zout herinnert aan houdbaarheid, een eeuwigdurende verbond tussen God en mensen. Samen brood en vis eten: een teken van wederkerige vriendschap. Goede vis eten is overigens tegenwoordig niet zo eenvoudig: steeds meer vis behoeft een keurmerk voor duurzaamheid.
Trappistenvlees
Wie tegenwoordig vast, maakt een bewuste keuze, geïnspireerd door uiteenlopende overwegingen: gezondheid, natuur en milieu, dierenwelzijn, zelfbeperking, innerlijke zuivering of een alternatieve leefstijl. De productie van vlees legt een groot beslag op voedselbronnen en milieu. Daarom is afzien van vlees een goede manier van vasten. Trappistenvlees is een andere naam voor bonen. Trappisten zijn in beginsel, maar niet altijd, vegetariërs uit respect voor Gods schepping en in solidariteit met de armen. Bonen en andere peulvruchten zoals kapucijners vervangen de eiwitten die in vlees zitten.
RECEPTEN VOOR IEDERE WEEK:
Brood en water kunnen de basis zijn voor maaltijdsoepen. Gert Vos ontwikkelde speciale soepen met ingrediënten van het seizoen, waarbij ook kleur en samenstelling aansluiten op thema’s van de Veertigdagentijd. Zie voor verdere recepten www.sameneerlijketen.nl onder “40-dagentijd”. Hier worden tips gegeven en worden voor iedere recepten vermeld.
1e week: Brood in de Woestijn
De mens leeft niet van brood alleen (Matteüs 4, 1-11)
Jezus verbleef veertig dagen en nachten in de woestijn voordat hij de wereld intrekt. Hij wordt er uitgedaagd met de vraag van stenen brood te maken en zich zijn roeping bewust te maken.
Recept
Voor de 1e week van de 40-dagentijd zijn op www.sameneerlijketen.nl recepten te vinden voor:
De dadelpalm verwijst naar een rechtvaardig mens:
De rechtvaardigen groeien op als een palm (…)
Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn
en blijven krachtig en fris.
Zo getuigen zij dat de HEER recht doet,
mijn rots, in wie geen onrecht is (Psalm 93, 13-16)
2e week: Licht op de Berg
Het verhaal van de Verheerlijking op de berg wordt traditioneel op de tweede zondag van de veertigdagentijd gelezen; het vertelt hoe Jezus ‘verlicht’ wordt en wat zijn betekenis is in het voetspoor van ‘wet en profeten’ (Matteüs 17,1-9).
Recept
Zie www.sameneerlijketen.nl voor de 2e week:
- Gebonden knolselderijsoep met korianderzaad
- Aardappelpuree met lof
- Kikkererwtensoep met stenen van de berg
Het is gebruikelijk om in de vastentijd geen vlees te eten, erwten en bonen zijn een goede vervanger van eiwitten. De kikkererwten kunnen herinneren aan ‘een berg stenen’ en ze zijn licht van kleur, denk aan het licht waarmee Jezus in het verhaal bekleed wordt.
3e week: Water putten bij de Bron
In de vier weken die volgen wordt aan beelden uit het leven van alledag betekenis gegeven: water, licht, dood, leven verwijzen naar diepere lagen van gelovig leven. Een Samaritaanse vrouw treft Jezus bij een waterbron:
‘Wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen.
Het water dat ik hem geef, zal in hem een bron worden
waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’
(Johannes 4, 5-42)
achthoekig doopvont
Recept
Zie sameneerlijketen.nl voor de 3e week:
4e week: Licht
Op deze dag is er aandacht voor een verhaal over iemand die blindgeboren is: ‘Ik was blind en nu kan ik zien en ‘Zij die niet zien zullen zien, en zij die zien, zullen blind worden’ (Johannes 9, 25 en 39). Het gaat over licht in de betekenis van leren zien en inzien. Jezus, ‘licht van de wereld’, keert het gangbare denken om. Men spreekt hier wel van ‘half vasten‘.
Recept
Of, omdat het ‘half vasten is, en het licht doorbroken wordt:
5e week: Dood en leven
Het verhaal over de dood van Lazarus – zijn lichaam gevangen, een steen voor zijn graf – verwijst naar nieuw leven, dat van beknellende doeken bevrijd is. Het wijst vooruit naar het geheim van Pasen, belofte van hoop en leven (Johannes 11, 1-45).
Recept
6e week: Leven in het groen
Op de laatste zondag van de Veertigdagentijd (Palmzondag) staat de ‘intocht’ van Jezus in Jeruzalem centraal (Matteüs 21, 1-11). Juichende mensen onthalen hem met groene (palm)takken. Groen verwijst naar nieuw leven, losgemaakt uit de banden van de dood, zoals bladeren uit de vliezen van winterknoppen breken. Palm staat voor overwinning die past bij de koning die men in hem ziet.
Recept
24 maart Palmzondag
Niet hoog te paard
Groen palmtakje
Bij de intocht van Jezus in Jeruzalem worden takken met groene bladeren over de weg gespreid (Matteüs 21, 1-11, Marcus 11, 1-10). De evangelist Johannes spreekt over groene ‘palm’takken (Johannes 12, 12-16). De palmboom doet denken aan een rechtvaardig mens (Psalm 92, 13).
Groen verwijst naar leven, denk aan oase, grazige weide, een gezegend leven. ‘Groen’ is verwant aan ‘groeien’ en betekent eigenlijk: de kleur hebben van wat groeit. Hildegard van Bingen verwees met groen naar de levenwekkende Geest. Betrokken op een mens, herinnert het groen aan een gezegend en rechtvaardig leven:
Ik ben als een groene olijfboom in het huis van God,
ik vertrouw op de liefde van God
voor eeuwig en altijd
(Psalm 52, 6-10)
Door de eeuwen heen hebben mensen een groene tak als beeld van leven gezien. In Nederland kunnen buxustakjes gebruikt worden, om ze in de kerk te laten wijden en mee naar huis te nemen. Ook de palmpaasstokken worden ermee versierd. Wie van het land moest leven stak de gewijde palmtakjes op de hoeken van het land in de grond, om zo het land te ‘palmen’, borg voor een goede oogst? Of is het veeleer de erkenning dat God schepper van de wereld is, eigenaar van het land? En dat de mens die van de aarde gebruik maakt zijn zegen nodig heeft? (naar een tekst van Gerard Ris).
Palmzondag vormt het begin van de Stille (of Goede) Week, de laatste week naar Pasen: stapsgewijs gaan mensen de weg van vernedering en verhoging, Jezus achterna. Meerdere vieringen markeren die weg, op Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag. Op de avond voor Pasen, eigenlijk in de Paasnacht, klinkt dan tenslotte het bevrijdende “Licht van Christus”.
Ezel, niet hoog te paard
Gij met uw zachtzinnige oren
en uw geduldig gezicht:
Ik ben u zeer verplicht
(…)
En dat ge zelfs niet hebt bewogen
mij slechts hebt getroost met uw ogen.
Dat kunnen de mènsen niet.
(Fragment uit het gedicht Dank aan een ezel, I. Gerhardt)
Jezus kiest voor een ezel om Jeruzalem binnen te gaan. De ezel is het lastdier voor de armen. Paarden zijn voor de rijken. De uitdrukking ”hoog te paard zitten” herinnert daaraan. Paarden werden gebruikt bij oorlog, maar Jezus komt op een ezel als vredestichter de stad binnen. In processies op Palmzondag werden daarom soms houten ezels meegetrokken. In de tijd van koning Salomo werd het paard uit Egypte gehaald en als oorlogswapen ingezet om strijdwagens te trekken (1 Koningen 10, 26-29). Paarden maakten ook in Jezus’ tijd deel uit van het Romeinse leger. Ezels daarentegen waren de lastdieren in het leven van alledag. Maria met haar pasgeboren kind wordt op haar vlucht (op afbeeldingen) gedragen door een ezel, net als Mozes: ‘Mozes zette zijn vrouw en kinderen op een ezel en ging op weg, terug naar Egypte’ (Exodus 4, 20).
Stil grazend naast een grijze rots
zag ik opeens op hoge benen
een jonge ezel; zijn oren schenen
doorzichtig, zijn gelaat was trots. (…)
En na een korte, felle schrik
verstarde ik in verwondering.
Of kan het eerbied zijn geweest,
voor dit schoon, ongeschonden beest,
waarmee ik langzaam verder ging?
(Fragment uit het gedicht Het ezeltje, M. Vasalis; zie ook http://www.scheppingvieren.nl/het-ezeltje/
Het verhaal van de intocht herinnert aan een beeld van de profeet Zacharia:
Juich Sion,
Jeruzalem schreeuw het uit van vreugde!
Je koning is in aantocht,
bekleed met gerechtigheid en zege.
Nederig komt hij aanrijden op een ezel,
op een hengstveulen, het jong van een ezelin.
Ik zal de strijdwagens uit Efraïm verjagen
en de paarden uit Jeruzalem:
de bogen worden gebroken.
Hij zal vrede stichten tussen de volken. (Zacharia 9, 9-10)
Haan
Een haan kraait bij het krieken van de dag. Diens roep markeert het einde van de nacht. Onderweg naar de Olijfberg zegt Jezus: ‘Jullie zullen mij deze nacht allemaal afvallen (…).’ Petrus zei daarop tegen hem: ‘Misschien zal iedereen u afvallen, ik nooit!’ Jezus antwoordde hem: ‘Ik verzeker je; deze nacht nog, zul je, nog voor de haan gekraaid heeft, mij driemaal verloochenen’ (Matteus 26, 31-34). De haan kan zo ook beeld van waakzaamheid worden.
Recepten
– Palmpaashaantje, zie verder op www.sameneerlijketen.nl:
Recepten bij Palmpasen
Schikken
Vieren
- www.scheppingvieren.nl: een zegen voor palmzondag (tekst Andries Govaert)
28 maart Witte Donderdag
Graan en Brood
‘Als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht.’ (Johannes 12, 20 e.v.)
Dit natuurbeeld met betrekking tot dood en leven, en vruchtbaar leven, wordt toegepast op het leven en sterven van Jezus. Het wordt tot een krachtig beeld met een nog diepere betekenis als het verbonden wordt met het alledaagse beeld van het brood. De graankorrels worden vermalen tot meel voor brood dat zelf weer gebroken en gedeeld wordt: ‘Ik ben het brood dat leven geeft’, als beeld van Jezus zelf (Johannes 6, 25 e.v.).
Recepten
– Witte Donderdagsoep, zie www.sameneerlijketen.nl
en verder:
- Apostelbrokken met kruidensoep
- Brandnetelsoep
- Groene pannekoeken
- Gründonnerstagsuppe
- Witte Donderdagsoep
Schikken
Vieren
29 maart Goede Vrijdag
Deze dag maakt deel uit van de Stille of Goede Week, waarin een reeks vieringen de weg van Jezus naar Pasen markeren. Het zijn dagen die de overgang vormen van de 40-dagentijd naar de paastijd, de overgang van leven naar dood, en opnieuw: nieuw leven. Goede Vrijdag staat in het teken van het sterven van Jezus aan het kruis en wordt niettemin toch ‘goed’ genoemd. Alleen te begrijpen voor wie het hele verhaal op de voet volgt … (zie verder deze Groene Kalender), en ook de suggesties voor schikken, vieren en eerlijk eten.
De beeldtaal van een roodborstje en de pelikaan illustreren wat onzegbaar is.
Een roodborstje …
(…) en uit de bomen groeit een kruis,
tot rustplaats voor die vogel
die met het teken van de vis
om mensen was bewogen.
(Henk Jongerius, Kerkliederen 14)
Naar een Vlaamse legende:
Jezus was aan het kruis geslagen. Er zat een klein vogeltje dichtbij het kruis in een olijfboom en zag zijn wonden en voelde zijn pijn. Uit zijn kraaloogjes druppelden tranen. Niemand zag het vogeltje, want het was klein en kleurloos. Hij had zelfs geen naam, omdat mensen hem nooit opmerkten en Adam vergeten was een naam voor hem te bedenken.
Het vogeltje zag de doornenkroon die het hoofd van Jezus verwondde. Hij dacht: hoe kan ik deze man helpen? Hij vloog naar het kruis en begon met zijn snavel de doornen uit Jezus’ hoofd te trekken. Daarbij viel een druppel bloed op zijn borst. Jezus zei: “Lief vogeltje, het rode vlekje op je borst zul je blijven behouden als herinnering aan jouw liefde voor mij.” Het zal mensen herinneren aan mijn lijden en dat van anderen, maar ook hoe liefde dat lijden kan verzachten. De mensen zullen je voortaan roodborstje noemen.
Pelikaan
In oude kerken en kerkelijke kunst komt soms een afbeelding van een pelikaan voor die met haar snavel in eigen borst steekt en met de druppels bloed haar jongen voedt. Dit beeld verwijst naar het offer van Christus en zijn levensreddend handelen.
In de Physiologus, een bundeling van teksten uit de tweede tot vierde eeuw na Christus, wordt geleerd dat de pelikaan veel van haar jongen houdt. Die pikken echter de ouders met hun scherpe snavels, en dan zouden de ouders hun jongen doden. Volgens Physiologus pikt de pelikaan op de derde dag haar zijde open en met haar bloed wekt ze de jongen tot leven. Zo verwijst de pelikaan naar de lijdende Christus die uit liefde leven wekt.
Biologisch klopt de beeldtaal niet. De pelikaan voedt zijn jongen met vis uit de krop. In tijden van droogte en gebrek pikken de jonge vogels de ouders tot bloedens toe; als de keel kaal wordt ziet men de rode huid daaronder.
Van Thomas van Aquino (ca. 1225 – 1274) kennen we de hymne:
Milde pelikaan, Jezus Heer, reinig mij, onreine, met uw bloed.
Schikken
Vieren
Recepten
30 maart Stille Zaterdag
Na het sterven volgt de verstilling.
Wat valt er nog te zeggen?
Dan, in de avond en de nacht schuift het duister weg, wordt de donkerte achtergelaten en klinkt het “Licht van Christus”:
leven door de dood heen gebroken, opgewekt leven in bevrijdend licht
Zie verder deze Groene Kalender.
Schikken
Vieren
Maria-Meimaand
Bloemen, Meiwijn en Geurende kruiden
Rond 1 mei werd het voorjaarsfeest ter ere van de Romeinse godin Flora gevierd, godin van de lente en de bloemen.
In 1579 begon Carolus (Karel) Borremeus, aartsbisschop van Milaan en later heiligverklaard, dit algemeen geliefde voorjaarsfeest om te buigen naar een katholiek feest waarin Maria een centrale plaats heeft. Dit feest werd in de 18e eeuw door de Jezuïeten in Italië verder uitgebouwd tot een hele maand: Maria-meimaand, waarbij men op 1 mei (Dag van de arbeid) in het bijzonder Jozef, de timmerman (arbeider), eert.
Tot op vandaag krijgt Maria in de meimaand alle aandacht. In kerken en kapellen richt men zich tot Maria in gebed en zien we extra bloemenhulde bij Mariabeelden.
De naam Mei gaat terug op nog een andere Romeinse godin, Maia, godin van vruchtbaarheid, liefde en ontluikend leven.
meidoorn
Bloemen
Er zijn veel bloemen die deze maand bloeien, in de volksmond Maria-bloemen genoemd. Ze dragen vaak de kleuren wit en blauw.
Witte bloemen herinneren aan haar ongereptheid (‘maagdelijkheid’): stevige witte rozen en lelies, maar ook kwetsbare madeliefjes en margrieten.
Blauwe bloemen verwijzen naar haar hemelse status (‘hemelse’ koningin), het blauw van de hemel, het is een ‘dure’ kleur. Voorbeelden van blauwe Maria-bloemen: vergeet-mij-niet, korenbloem, zwaardlelie, viool, bernagie, akelei en erepijs.
Zie www.symbolischschikken.nl (opgenomen onder ‘bijzondere thema’s)
Kruiden
– Lievevrouwebedstro, Galium odoratum
– Echt walstro, Galium verum, Onze lieve vrouwe bedstro
Een legende verhaalt dat Maria deze kruiden een heerlijke geur gaf, toen Jozef ze voor haar had verzameld als bedstro. De geur van Lievevrouwebedstro is gedroogd het sterkst. De volksnaam mottenkruid herinnert aan de gewoonte om met de geur van het kruid motten weg te houden uit de linnenkast.
Recepten
Beide kruiden worden gebruikt voor het kruiden van zogenaamde meiwijn, bowl en likeur. De bloemen zijn te gebruiken in thee.
Zie verder www.sameneerlijketen.nl
Vieren
Zie ook www.scheppingvieren.nl
12,13,14 mei IJsheiligen: Pancratius, Servatius, Bonifatius
Nachtvorst en toch een groen graf
– Pancraas, Servaas en Bonifaas, zij geven vorst en ijs helaas
– Voor de nachtvorst zijt gij niet beschermd, totdat Servatius zich ontfermt
– Tot Bonifaas, die strenge baas, wees voor vrucht op vorst beducht
jasmijn
Pancratius, Servatius en Bonifatius worden beschouwd als ‘ijsheiligen’ en achtereenvolgens op 12, 13 en 14 mei herdacht. Allerlei tuin- en weerspreuken herinneren aan hen. Nachtvorst kan in het late voorjaar fnuikend zijn voor bloesems van vruchtbomen. Met het buitenzetten van potplanten kan men daarom maar beter wachten tot na de IJsheiligen.
Pancratius van Rome en Bonifatius van Tarsus waren tijdgenoten. Bonifatius werd omstreeks 306/307, vier jaar na Pancratius, onthoofd in Rome. Niet te verwarren met ‘onze’ Sint Bonifatius die bij Dokkum werd vermoord (754).
Over Servatius – eerste Nederlandse bisschop – gaat de legende dat hij in 384 zijn bisschopszetel wilde verplaatsen van Tongeren naar Maastricht. Onderweg overleed hij. Toen hij in Maastricht werd begraven, bleef zijn graf groen. De Sint-Servaas kerk in Maastricht herinnert aan hem.
sering
Bloem
– De Sering wordt ook Servaasbloem genoemd omdat het begin van bloei van deze geurende struik zo rond deze dagen, de IJsheiligen, ligt.
8 januari Gudula (Goedele) van Brussel (ca 650 – 712)
Licht dat niet dooft
Licht typeerde Gudula’s leven. Op afbeeldingen zien we haar met een lamp of lantaarn, een kwetsbaar licht dat niet dooft, ook al is er nog zoveel dat het licht bedreigt.
Gudula werd geboren omstreeks 650 in een kasteel “Hof ter Hamme” niet ver van Moorsel, Vlaanderen. Zij kreeg onderwijs in de abdij van Nijvel. Daar was de heilige Gertrudis abdis, een nicht van haar moeder (zie ook deze Groene Kalender, 17 maart).
Nadat Gertrudis gestorven was, keerde Gudula terug naar het huidige Herdersem en begon met de zorg voor armen en zieken.
Een reliek van haar is, vanuit Moorsel waar zij begraven werd, in Brussel terecht gekomen. Daar werd een kathedraal aan haar gewijd.
In 2012 kwam Gudula ook “terug” in de kerk van Lochem: met een bescheiden beeld in een nis in het koor. De Oude Kerk in Lochem is destijds aan haar gewijd en haar beeltenis zal er zeker een plek gehad hebben. Door de reformatie in de 16e eeuw werd het een protestantse kerk en verdwenen alle beelden.
In 2012, 13 eeuwen na haar sterven, werd een Gudulawandelroute uitgezet vanaf de locatie waar zij geboren is naar Moorsel waar zij uiteindelijk begraven is.
De Missa Gudula uit de 18e eeuw is van de hand van de Brusselse componist Charles Joseph van Helmont. In het Gudula officie uit het begin van de 14e eeuw wordt de lantaarn van Gudula bezongen. Tot op vandaag zingt in Lochem de Capella Gudula er prachtige muziek!
Licht
Het verhaal gaat dat Gudula in het donker bij het eerste hanengekraai met een lamp op weg is naar de kerk in Moorsel om te bidden: om de zegen van God te vragen over haar werk dat in het teken van zorg en naastenliefde staat. Zij draagt een lamp die zij volgens de overlevering brandend hield met hulp van een engel. De duivel probeert het licht uit te blazen, maar haar geloof en gebed waren, zoals in veel heiligenverhalen, sterker. In de lange winternacht wordt het goddelijke Licht, dat met Jezus is geboren, elke dag sterker. Een afbeelding laat zien hoe zij haar handschoen aan een zonnestraal hangt en hoe een engel bij haar staat in het licht. Daaraan hield Gudula vast.
Populier
Toen Gudula stierf, midden in de winter, kwam bij haar graf spontaan een populier in bloei. Het is een beeld van de bloeiende levensboom, van een leven dat tot bloei en rijping kwam.
3e week januari Gebedsweek voor de eenheid van de kerken
Zie: www.raadvankerken.nl of www.missienederland.nl
Recepten
-Voor “Brood en zout”, zie Gebedsweek (op website van www.sameneerlijketen.nl)
Schikken
– Passende schikkingen, zie www.symbolischschikken.nl
14 februari Aswoensdag: begin van de Veertigdagentijd
Aswoensdag is de dag na Carnaval. Het is het begin van een periode van 40 dagen tot Pasen (de zondagen niet meegeteld). De periode staat bekend zowel als ‘Lijdenstijd’ als ook als Vastentijd. De naam Aswoensdag is ontleend aan de traditie in katholieke kerken om de aanwezigen op deze dag een kruisje van as op het voorhoofd mee te geven, een herinnering aan het woord Bedenk wel: je bent stof en tot stof keer je terug (naar Genesis 3,19). Gebruikt wordt de as van de ingezamelde buxustakjes die het jaar ervoor op Palmzondag werden gewijd en meegenomen naar huis. Zie verder voor de periode van de 40-dagentijd deze Groene Kalender.
Recept
– zie sameneerlijketen.nl/aswoendag voor allerlei recepten:
- Zure haring met mierikswortel
te eten met bijvoorbeeld witte bonen of roggebrood. - Bonen, rijst, uien en pompoen
- Katersoep
- zuurkoolschotel voor aswoensdag
Schikken
Vieren
Periode van de Veertigdagentijd: stapsgewijs naar Pasen
Lijdenstijd ofwel Vastentijd
De klassieke bijbelverhalen die in de veertigdagentijd aandacht krijgen (2024: B-jaar, Marcuslezingen aangevuld met Johannes), vertellen van Jezus’ weg vanuit de woestijn naar de stad Jeruzalem. Natuurbeelden herinneren aan het geheim van dood en leven: de weg naar Pasen kan worden beleefd als een tocht vanuit onherbergzaam, dor gebied naar een ‘paastuin’, een frisse lentetuin vol van nieuw leven. Het is een tocht die mensen ieder voor zich op hun eigen manier – bekeerlingen, pelgrims, vluchtelingen – in hun leven telkens weer gaan, met vallen en opstaan. Het is een periode van inkeer en zelfbeperking.
Water en brood
Vanoudsher bereidden volwassen mensen, die zich willen aansluiten bij ‘de mensen van de weg’, zoals de eerste christenen genoemd werden, zich voor op hun doop met Pasen (in de Paasnacht). In deze periode van zes weken – een geestelijke en materiële leerweg – staan zij stil bij de belangrijke geloofsthema’s. De Lijdenstijd doet stilstaan bij lijden: van mens, dier, en heel de schepping. Het maakt gevoelig voor onrecht dat de ander wordt aangedaan, voor elke aantasting van natuur en milieu als Gods goede schepping. Dat betekent vanzelf ook een tijd van vasten, van zelfbeperking en zelfkritiek. Een tijd om stil te staan bij eigen keuzes, eigen gewoonten, eigen gedrag. Het is een tijd om op zoek te gaan naar alternatieven en zich daarin te oefenen door zelfbeperking: in consumptie, geen vlees, de keuze voor een eenvoudige maaltijd, voor ‘water en brood’.
Overige symboliek, dieren: lam, ezel, vis en haan, kip en ei
Zie voor Schikken en Vieren in de veertigdagentijd, symbolischschikken.nl/veertigdagentijd en scheppingvieren.nl/veertigdagentijd
Vleesloos vasten
Wat is het dat ik nodig heb?
Hoeveel, hoe groot, hoe lekker.?
Met welke kleur, met welk beleg het brood,
En moet er vlees bij zijn, en bier of wijn?
Heer leer ons bidden
en leer ons zelf te zien hoe dag aan dag
Uw zon opkomt voor al wat leeft,
en hoe we delen in uw overvloed.
Geef ons het brood te geven
dat uw wereld voedt.
(Roel Bosch)
Vlees, vis en vasten
In de tijd vóór Pasen wordt er in de Orthodoxe Kerken van het Oosten geen vlees en vis gegeten. Ook in de Rooms-Katholieke kerken was geen vleeseten gebruikelijk als wijze van vasten. Waar vroeger geen vlees eten op vrijdag een verplichting was, is dat sinds de jaren zestig van de vorige eeuw een individuele keuze, ook op Aswoensdag en Goede Vrijdag in de vastentijd. De bisschoppen van Engeland en Wales herstelden in 2012 de oude praktijk dat rooms-katholieken op vrijdag vasten en geen vlees eten, in ere, opnieuw: als aanbeveling van een individuele keuze.
Meer en meer echter beperken religieuze gemeenschappen en mensen individueel het gebruik van vlees met name ook in de vastenperiode. De belasting van het milieu vormt dikwijls een belangrijke reden. Zie ook www.weekzondervlees.nl, een initatief van Isabel Boerdam.
Aanvankelijk dacht men, vanuit ervaring en beleving, dat met het eten van vlees er ook demonische krachten danwel ziekten in je lijf konden komen. Men maakte een onderscheiding tussen reine en onreine dieren. Varkens die afval eten, menselijk voedsel en modderbaden heerlijk vinden, werden beschouwd als onrein. Varkens passen eerder bij een cultuur van landbouwers dan bij een cultuur van rondtrekkende schaapherders en nomaden. Het eten van varkensvlees is in joodse en moslimtradities ook om religieuze redenen taboe, maar de cultuurhistorische achtergrond hiervan is onmiskenbaar.
Vis
Het verhaal van de vissen doet
water zwijgen (…)
De stenen verbreken het zwijgen (…)
… de nederigen
krijgen eindelijk het woord.
(G. van der Graft, uit: Verzamelde Gedichten, Baarn, 1983; zie ook: scheppingvieren.nl/vissen/ )
Vis wordt vaak in de christelijke traditie gegeten op vrijdag, ook op Goede Vrijdag. Dat heeft alles te maken met de naam en symboliek. De letters van het Griekse woord voor vis ‘ichtus’, zijn de beginletters van een korte Griekse geloofsbelijdenis: Jesous Christos Theou Uios Soter: Jezus Christus, Gods Zoon, Redder.
Dat de vis in het (voor het Joodse volk) bedreigende zeewater kan leven, het water van dood en leven, geeft een extra symbolische dimensie aan de betekenis van ‘ichthus’. Het eten van zoute vis op Goede Vrijdag (zoals stokvis – gezouten kabeljauw) heeft ook een extra betekenis. Zout verwijst naar het zogenaamde verbond met zout (Numeri 18,19). Zout herinnert aan houdbaarheid, een eeuwigdurende verbond tussen God en mensen. Samen brood en vis eten: een teken van wederkerige vriendschap. Goede vis eten is overigens tegenwoordig niet zo eenvoudig: steeds meer vis behoeft een keurmerk voor duurzaamheid.
Trappistenvlees
Wie tegenwoordig vast, maakt een bewuste keuze, geïnspireerd door uiteenlopende overwegingen: gezondheid, natuur en milieu, dierenwelzijn, zelfbeperking, innerlijke zuivering of een alternatieve leefstijl. De productie van vlees legt een groot beslag op voedselbronnen en milieu. Daarom is afzien van vlees een goede manier van vasten. Trappistenvlees is een andere naam voor bonen. Trappisten zijn in beginsel, maar niet altijd, vegetariërs uit respect voor Gods schepping en in solidariteit met de armen. Bonen en andere peulvruchten zoals kapucijners vervangen de eiwitten die in vlees zitten.
RECEPTEN VOOR IEDERE WEEK:
Brood en water kunnen de basis zijn voor maaltijdsoepen. Gert Vos ontwikkelde speciale soepen met ingrediënten van het seizoen, waarbij ook kleur en samenstelling aansluiten op thema’s van de Veertigdagentijd. Zie voor verdere recepten www.sameneerlijketen.nl onder “40-dagentijd”. Hier worden tips gegeven en worden voor iedere recepten vermeld.
1e week: Brood in de Woestijn
De mens leeft niet van brood alleen (Matteüs 4, 1-11)
Jezus verbleef veertig dagen en nachten in de woestijn voordat hij de wereld intrekt. Hij wordt er uitgedaagd met de vraag van stenen brood te maken en zich zijn roeping bewust te maken.
Recept
Voor de 1e week van de 40-dagentijd zijn op www.sameneerlijketen.nl recepten te vinden voor:
De dadelpalm verwijst naar een rechtvaardig mens:
De rechtvaardigen groeien op als een palm (…)
Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn
en blijven krachtig en fris.
Zo getuigen zij dat de HEER recht doet,
mijn rots, in wie geen onrecht is (Psalm 93, 13-16)
2e week: Licht op de Berg
Het verhaal van de Verheerlijking op de berg wordt traditioneel op de tweede zondag van de veertigdagentijd gelezen; het vertelt hoe Jezus ‘verlicht’ wordt en wat zijn betekenis is in het voetspoor van ‘wet en profeten’ (Matteüs 17,1-9).
Recept
Zie www.sameneerlijketen.nl voor de 2e week:
- Gebonden knolselderijsoep met korianderzaad
- Aardappelpuree met lof
- Kikkererwtensoep met stenen van de berg
Het is gebruikelijk om in de vastentijd geen vlees te eten, erwten en bonen zijn een goede vervanger van eiwitten. De kikkererwten kunnen herinneren aan ‘een berg stenen’ en ze zijn licht van kleur, denk aan het licht waarmee Jezus in het verhaal bekleed wordt.
3e week: Water putten bij de Bron
In de vier weken die volgen wordt aan beelden uit het leven van alledag betekenis gegeven: water, licht, dood, leven verwijzen naar diepere lagen van gelovig leven. Een Samaritaanse vrouw treft Jezus bij een waterbron:
‘Wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen.
Het water dat ik hem geef, zal in hem een bron worden
waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’
(Johannes 4, 5-42)
achthoekig doopvont
Recept
Zie sameneerlijketen.nl voor de 3e week:
4e week: Licht
Op deze dag is er aandacht voor een verhaal over iemand die blindgeboren is: ‘Ik was blind en nu kan ik zien en ‘Zij die niet zien zullen zien, en zij die zien, zullen blind worden’ (Johannes 9, 25 en 39). Het gaat over licht in de betekenis van leren zien en inzien. Jezus, ‘licht van de wereld’, keert het gangbare denken om. Men spreekt hier wel van ‘half vasten‘.
Recept
Of, omdat het ‘half vasten is, en het licht doorbroken wordt:
5e week: Dood en leven
Het verhaal over de dood van Lazarus – zijn lichaam gevangen, een steen voor zijn graf – verwijst naar nieuw leven, dat van beknellende doeken bevrijd is. Het wijst vooruit naar het geheim van Pasen, belofte van hoop en leven (Johannes 11, 1-45).
Recept
6e week: Leven in het groen
Op de laatste zondag van de Veertigdagentijd (Palmzondag) staat de ‘intocht’ van Jezus in Jeruzalem centraal (Matteüs 21, 1-11). Juichende mensen onthalen hem met groene (palm)takken. Groen verwijst naar nieuw leven, losgemaakt uit de banden van de dood, zoals bladeren uit de vliezen van winterknoppen breken. Palm staat voor overwinning die past bij de koning die men in hem ziet.
Recept
24 maart Palmzondag
Niet hoog te paard
Groen palmtakje
Bij de intocht van Jezus in Jeruzalem worden takken met groene bladeren over de weg gespreid (Matteüs 21, 1-11, Marcus 11, 1-10). De evangelist Johannes spreekt over groene ‘palm’takken (Johannes 12, 12-16). De palmboom doet denken aan een rechtvaardig mens (Psalm 92, 13).
Groen verwijst naar leven, denk aan oase, grazige weide, een gezegend leven. ‘Groen’ is verwant aan ‘groeien’ en betekent eigenlijk: de kleur hebben van wat groeit. Hildegard van Bingen verwees met groen naar de levenwekkende Geest. Betrokken op een mens, herinnert het groen aan een gezegend en rechtvaardig leven:
Ik ben als een groene olijfboom in het huis van God,
ik vertrouw op de liefde van God
voor eeuwig en altijd
(Psalm 52, 6-10)
Door de eeuwen heen hebben mensen een groene tak als beeld van leven gezien. In Nederland kunnen buxustakjes gebruikt worden, om ze in de kerk te laten wijden en mee naar huis te nemen. Ook de palmpaasstokken worden ermee versierd. Wie van het land moest leven stak de gewijde palmtakjes op de hoeken van het land in de grond, om zo het land te ‘palmen’, borg voor een goede oogst? Of is het veeleer de erkenning dat God schepper van de wereld is, eigenaar van het land? En dat de mens die van de aarde gebruik maakt zijn zegen nodig heeft? (naar een tekst van Gerard Ris).
Palmzondag vormt het begin van de Stille (of Goede) Week, de laatste week naar Pasen: stapsgewijs gaan mensen de weg van vernedering en verhoging, Jezus achterna. Meerdere vieringen markeren die weg, op Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag. Op de avond voor Pasen, eigenlijk in de Paasnacht, klinkt dan tenslotte het bevrijdende “Licht van Christus”.
Ezel, niet hoog te paard
Gij met uw zachtzinnige oren
en uw geduldig gezicht:
Ik ben u zeer verplicht
(…)
En dat ge zelfs niet hebt bewogen
mij slechts hebt getroost met uw ogen.
Dat kunnen de mènsen niet.
(Fragment uit het gedicht Dank aan een ezel, I. Gerhardt)
Jezus kiest voor een ezel om Jeruzalem binnen te gaan. De ezel is het lastdier voor de armen. Paarden zijn voor de rijken. De uitdrukking ”hoog te paard zitten” herinnert daaraan. Paarden werden gebruikt bij oorlog, maar Jezus komt op een ezel als vredestichter de stad binnen. In processies op Palmzondag werden daarom soms houten ezels meegetrokken. In de tijd van koning Salomo werd het paard uit Egypte gehaald en als oorlogswapen ingezet om strijdwagens te trekken (1 Koningen 10, 26-29). Paarden maakten ook in Jezus’ tijd deel uit van het Romeinse leger. Ezels daarentegen waren de lastdieren in het leven van alledag. Maria met haar pasgeboren kind wordt op haar vlucht (op afbeeldingen) gedragen door een ezel, net als Mozes: ‘Mozes zette zijn vrouw en kinderen op een ezel en ging op weg, terug naar Egypte’ (Exodus 4, 20).
Stil grazend naast een grijze rots
zag ik opeens op hoge benen
een jonge ezel; zijn oren schenen
doorzichtig, zijn gelaat was trots. (…)
En na een korte, felle schrik
verstarde ik in verwondering.
Of kan het eerbied zijn geweest,
voor dit schoon, ongeschonden beest,
waarmee ik langzaam verder ging?
(Fragment uit het gedicht Het ezeltje, M. Vasalis; zie ook http://www.scheppingvieren.nl/het-ezeltje/
Het verhaal van de intocht herinnert aan een beeld van de profeet Zacharia:
Juich Sion,
Jeruzalem schreeuw het uit van vreugde!
Je koning is in aantocht,
bekleed met gerechtigheid en zege.
Nederig komt hij aanrijden op een ezel,
op een hengstveulen, het jong van een ezelin.
Ik zal de strijdwagens uit Efraïm verjagen
en de paarden uit Jeruzalem:
de bogen worden gebroken.
Hij zal vrede stichten tussen de volken. (Zacharia 9, 9-10)
Haan
Een haan kraait bij het krieken van de dag. Diens roep markeert het einde van de nacht. Onderweg naar de Olijfberg zegt Jezus: ‘Jullie zullen mij deze nacht allemaal afvallen (…).’ Petrus zei daarop tegen hem: ‘Misschien zal iedereen u afvallen, ik nooit!’ Jezus antwoordde hem: ‘Ik verzeker je; deze nacht nog, zul je, nog voor de haan gekraaid heeft, mij driemaal verloochenen’ (Matteus 26, 31-34). De haan kan zo ook beeld van waakzaamheid worden.
Recepten
– Palmpaashaantje, zie verder op www.sameneerlijketen.nl:
Recepten bij Palmpasen
Schikken
Vieren
- www.scheppingvieren.nl: een zegen voor palmzondag (tekst Andries Govaert)