Vieren of gedenken, in alle rust of met elkaar.
Laat je inspireren door oude gewoontes, groene symboliek, markante personen, inspirerende initiatieven, smaakvolle recepten, toepasselijke teksten, en praktische tips.
14 september Kruisverheffing: basilicum op het kruis
De geur van de aarde en de hemel
Basilicum wordt ook wel Koningskruid genoemd.
De naam van dit feest is verbonden met een bijzonder ritueel: het oprichten van het kruis tijdens de viering in de kerk. In 355 werd op deze dag de kruisbasiliek ingewijd die op de Calvarieberg in Jeruzalem werd gebouwd, de plek waar Jezus gekruisigd zou zijn. Zijn kruis zou door Helena, de moeder van keizer Constantijn, gevonden zijn in een veld met geurende basilicum. Daarom versiert men in de kerken van het Oosten op deze dag het kruis met basilicum.
Deze legende sluit op een andere legende: het verhaal dat de geboorte van Jezus is verkondigd door een vogeltje dat vanuit een basilicumstruikje het goede nieuws vertelde.
Kruid
- Basilicum of Koningskruid, zie websites kerk- en kloostertuinen
Praktijk
- Leg een geurperk aan in een kerktuin of kloostertuin, www.kerktuinen.nl
15-21 september Vredesweek (derde week van september)
“We hebben de vrede verloren” (Paus Franciscus)
Vrede heeft alles met gerechtigheid te maken, met eerlijk delen. En daarmee ook met de wijze waarop we met de aarde omgaan, al haar schatten, ruimte, grondstoffen en haar klimaat, dat door ons toedoen wordt bedreigd. We hebben de vrede verloren betekent: we zijn er niet in geslaagd ons samenleven in te richten volgens de principes van rechtvaardigheid en duurzaamheid. En dus ook: we weten heel goed wat ons te doen staat …
De Verenigde Naties stelden de Internationale Dag van de Vrede vast op 21 september.
Links:
- Bloemcomposities, zie symbolischschikken.nl / vredesweek voor teksten en voorbeelden
- Recept: Groene vrede – Kikkererwten met andijvie (Carolien Looman)– op sameneerlijketen.nl / herfst-vredesweek
4 oktober Franciscus van Assisi (ca. 1181-1226)
Lofzang op heel de schepping
Franciscus werd bekend door zijn “Zonnelied” (het lied van broeder zon), een Lofzang op de schepping, veelvuldig op muziek gezet en te beluisteren (op YouTube). De zonnebloem is daarom zo geschikt om hem te gedenken.
Franciscus, zoon van een lakenhandelaar, schonk zijn bezittingen aan de armen en koos ervoor bezitloos door het leven te gaan. Die weg meende hij te moeten gaan. Hij kreeg veel volgelingen en stichtte de orde van de ‘Minderbroeders’. Hij beschouwde alle schepselen, dieren, kruiden en bloemen, maar ook elementen als water, vuur, lucht en aarde als zijn broeders en zusters. Hij voelde zich ermee verbonden en zag ze als zijn gelijken.
‘Het belang van kleine dagelijkse handelingen kan niet genoeg onderstreept worden’
en ‘iets hergebruiken in plaats van weg te doen kan een daad van liefde zijn ‘.
(uit: www.laudato-si.nl, zie paragraaf 211)
Laudato Si
Het eerste woord uit het Zonnelied ‘Laudato’, keert terug in de titel van de encycliek Laudato-si. De ondertitel vn de encycliek luidt: “Over de zorg voor ons gemeenschappelijke huis”. Deze ‘groene, ecologische’ encycliek verscheen op de dag van de Aarde, 5 juni 2015. Eenheid en samenhang van de schepping wordt erin zichtbaar gemaakt. Paus Franciscus nam het initiatief, maar zijn voorganger paus Benedictus (met name nog als kardinaal Ratzinger) verrichtte reeds veel werk.
De paus roept eenieder op om ‘beschermer van de schepping’ te worden. Hij voegt een nieuw element toe aan de sociale leer van de kerk, namelijk onze gemeenschappelijke plicht om niet alleen mensen, maar de gehele schepping tot haar recht te laten komen. Hij neemt stevig stelling tegen een cultuur van verspilling. De paus laat zich inspireren door Franciscus van Assisi in diens gelovige en praktische betrokkenheid op de aarde. Diens levenshouding is er een van verwondering en dankbaarheid. Franciscus van Assisi herkende God met name in de armen, en in alle andere – kwetsbare – schepselen en elementen van de aarde. Ze zijn als broers en zussen voor hem. De aarde (die leven brengt) ziet hij als moeder.
De paus roept op tot een integrale ecologie als wij de aarde ontwikkelen. Een zorgvuldige omgang met de aarde betrekt hierin ook politiek, economie, religie, cultuur en ethiek. De encycliek richt zich zowel op regeringen als op mensen persoonlijk. Ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Ook het kleine, dagelijkse handelen krijgt daarmee betekenis en gewicht.
Schikken
- Passende schikkingen rond het Zonnelied en rondom het “Tau”-symbool, zie www.symbolischschikken.nl
- Voor Zonnebloem en Citroenkruid (Artemisia abrotanum), zie de link naar planten/symboliek. Het citroenkruid draagt zijn naam, in het Frans: ‘Buisson de St.Francois’. Het naar citroen geurende struikje (‘buisson’) gebruikt men in de Middeleeuwen om insecten te weren.
Recepten
- Franciscuskoekjes, zie sameneerlijketen.nl/ onder Franciscus
Zie voor alle recepten de Website sameneerlijketen.nl, in de rubriek ‘Heiligen’, 4 oktober Franciscus:
4 oktober Werelddierendag
Dieren als broer en zus die erbij horen
Sinds 1931 staat de sterfdag van Franciscus van Assisi in het teken van Werelddierendag. In 1979 werd Franciscus de beschermheilige van ecologen en milieubeschermers vanwege zijn intieme verbondenheid met de gehele schepping. Dieren horen er bij. Over Franciscus worden veel verhalen verteld, waarin hij in relatie tot dieren staat.
Zie verder deze Groene kalender, 4 oktober Fransciscus van Assisi.
16 oktober Wereldvoedseldag
Stilstaan bij de oogst
Deze Wereldvoedseldag is een initiatief van de Verenigde Naties waaraan inmiddels meer dan 150 landen meedoen. Ook veel milieuorganisaties sloten zich bij dit initiatief aan.
Sinds 1981 krijgt op deze dag de productie van voedsel, het tekort aan voedsel en de verspilling van voedsel alle aandacht.
In Nederland is het idee ontwikkeld voor een zogenaamde ‘wereldmaaltijd’, zie www.werelddelen.nl.
Recepten
- Wereldmaaltijd, zie sameneerlijketen.nl bij Wereldvoedseldag
1 november Allerheiligen
In het licht van heiligen
De gedachtenis aan mensen als lichtende voorbeelden is in de westerse kerk terug te voeren tot de bouw van het Pantheon, herbouwd in de 2e eeuw nChr., een tempel aan ‘alle goden’ gewijd. Toen het gebouw door de Romeinse keizer omstreeks 600 aan paus Bonifacius IV geschonken werd, bracht deze er allerlei relieken van christelijke martelaren naar toe. Hij stelde een viering in om deze martelaren te gedenken op 13 mei, in de Paastijd. De kerk van het Oosten kende een dergelijke gedachtenisviering al sinds de 4e eeuw. Omstreeks 837 verplaatste paus Gregorius de viering naar 1 november en verruimde de gedachtenis tot alle heiligen.
Het Pantheon werd een kerkgebouw met in de koepel een cirkelvormige open ruimte. Door de koepel valt het licht naar binnen dat de donkere binnenruimte verlicht. Een dergelijk ‘hemels licht’ zien we terug op afbeeldingen van heiligen. Heiligen zijn te herkennen aan een gouden krans van licht rond of achter hun hoofd. De krans van licht doet denken aan de zon, als beeld van de Eeuwige, die zijn licht doet opgaan over alle mensen. Heiligen brengen ‘heil en verlichting’ door hun bijzondere levenswijze.
Vieren
– Zie www.scheppingvieren.nl / Allerzielen
Licht, geboren uit het duister
Licht dat ontstond in de wieg van de tijden
Licht dat bestaat, nog iedere dag.
Bron van warmte, energie
Bundel kleuren,
verbogen in het licht
van mensen
dat ons omgeeft.
(naar een tekst van Marijke de Bruine)
Recept
– Allerheiligenbrood, zie www.sameneerlijketen.nl
Eerste woensdag van november: Dankdag voor gewas en arbeid.
Op ‘Oogstdankdag’ wordt stilgestaan bij de oogst van het land en bij de mensen die daaraan bijdroegen. Katholieke kerken betrekken daarbij vaak de tradities van gilden en soms ook van volkstuinverenigingen.
In 1653 werd in Overijssel bij protestanten een vaste dankdag aangewezen: de eerste woensdag van november. Toen de industrialisatie toenam, is de viering in breder perspectief een dankdag voor gewas én arbeid geworden (zie ook Wereld Feesten Almenak). Dikwijls wordt gezond en duurzaam voedsel ingezameld, in de kerk gebracht, worden oogsttafels ingericht, om na de dankzegging dit naar de Voedselbank te brengen.
Dit jaar zijn niet alleen de vruchten van het land geoogst en de vruchten van de arbeid.
Er was door corona ook stilstand. In school en werk. Voor anderen was het juist extra druk, in zaken en in de zorg.
Tijd om terug te kijken en te zien waar we staan. Wat hebben we ervan geleerd? Wat kunnen we meenemen naar het volgende jaar? Genoeg om voor te danken, juist te midden van een wereldwijde crisis. Omdat het de wereld dichterbij brengt. De ander nabij.
Misschien kunnen we daarvoor ook plaatsmaken op onze oogsttafels.
Schikken
– voor passende schikkingen, zie www.symbolischschikken.nl
Vieren
– voor teksten, gedichten en vieringen, zie www.scheppingvieren.nl / oogst
Recepten
– voor recepten, zie www.sameneerlijketen.nl /dankdag
5 december Sinterklaas
Kindervriend
Op de dag vóór zijn eigenlijke gedenkdag (6 december, zie deze Groene Kalender) is de traditie van het Sinterklaasfeest ontstaan.
De bisschop van Myra wordt in het Oosten vooral gezien als wonderdoener, in het Westen meer als kindervriend.
Eigenschappen van Wodan, de Germaanse God, zijn hem toegedicht. Wodan reed op een paard, wist en zag alles.
De knecht van Wodan, Nörwi, was een ‘zwarte vader van de nacht’ die hem vergezelde.
Recepten, suggesties:
– Amandelspeculaas en -poppen
– Taai-taai met roggebloem
– Bisschopswijn
Recepten
Zie verder www.sameneerlijketen.nl
6 december Nicolaas van Myra (ca. 280-342)
Graan delen
Nicolaas was bisschop in Myra, waar hij ook overleed. Tegenwoordig heet die plaats Demre, zuidwestelijk van Antalya in Turkije. Nicolaas is ook in het Oosten een bekende heilige in de Oosters-Orthodoxe Kerk. Talloze legenden verhalen van zijn bescherming als kindervriend en wonderdoener.
Zo zou hij in het geheim drie buidels goud naar binnen hebben gegooid bij een arme edelman, opdat diens dochters niet in de prostitutie hoefden maar konden trouwen. Omdat men op afbeeldingen van Nicolaas de drie goudbuidels als ‘bollen’ aanzag, werd hij ook beschermheilige van bakkers. Ook zou hij drie scholieren die door een herbergier gedood en in een ton gestopt waren, weer tot leven hebben gewekt. Volgens een andere versie werden drie kleine kinderen in een tobbe met warm water op het vuur gezet maar vergeten door hun moeder. Zij was naar de installatie van Nicolaas als bisschop in Myra gaan kijken en vond haar kinderen ongedeerd terug. Een andere legende verhaalt hoe Nicolaas eens op een schip overvallen werd door een hevige storm. Hij bedaarde de storm, zoals Jezus de storm op het meer (Marcus 4). Het maakte hem tot patroonheilige van zeevaarders.
Genoeg is genoeg
Legendarisch was ook zijn optreden tijdens een grote hongersnood. Nicolaas zag in de haven een schip met graan, bestemd voor Alexandrië en vroeg de kapitein graan af te staan om de hongersnood te keren. De kapitein gaf aan dat gedood te worden als hij met minder graan zou arriveren op zijn bestemming. Nicolaas herinnerde hem aan Jezus, die vijf broden en vissen uitdeelde aan een grote menigte, er was genoeg. De kapitein kende het verhaal, zette een streep op de scheepswand, daar waar het schip het water raakte. Hij gaf Nicolaas toestemming graan te nemen tot de streep boven het wateroppervlak uitkwam. Een wonder geschiedde: het schip bleef even zwaar geladen, nadat er voldoende graan was uitgeladen. Genoeg om de hongersnood te ledigen en om uit te zaaien voor een volgende oogst.
(zie ook www.bijbelin1000seconden.be, het verhaal naar Chantal Leterme)
Licht en leven
– “Het volk dat in duisternis ronddwaalt, ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen, worden door een helder licht beschenen” (Jesaja 9,1)
– “Dat licht van de Eeuwige wil tot ons komen en verblijf in ons nemen” (Johannes 14,23)
Licht dat de duisternis verbreekt, is het thema dat vanaf kerstavond (24 december), in de kerstnacht en in de dagen daarna doorklinkt.
Een heldere ster aan de hemel werd voor mensen een teken van heil. De stralende morgenster wordt een beeld van Jezus (Openbaring 22,16). Wijzen gaan naar de ster op zoek in het kerstverhaal volgens Lucas.
Groene boom
De altijd groene boom die als levensboom vrucht draagt, komt in verhalen bij veel volken voor en is een algemeen beeld van hoop en vertrouwen in nieuw en vruchtbaar leven. In het verhaal in Genesis 2 wordt ook een verband gelegd met toekomst, zie ook: “Wie overwint, zal Ik te eten geven van de levensboom, die in de tuin van God staat” (Openbaring 2,7).
In de Middeleeuwen ontstond in de Elzas de traditie om rond Kerst een groene boom op het kerkplein te plaatsen, versierd met vruchten, waaronder appeltjes: het beeld van de groene levensboom die altijd vrucht draagt. Zo wordt het nieuwe leven gevierd, Maarten Luther gaf er tijdens de reformatie steun aan. De boom kreeg later een plaats in de kerk en aan het einde van de 19e eeuw werd het gebruik een boom in huis te plaatsen.
Kerststal
Franciscus van Assisi kreeg, op zijn verzoek, in 1223 toestemming om Jezus’ geboorte zo tastbaar mogelijk te maken. De kerststal deed zijn intrede. Deze kerststal werd uitgebeeld met echte os en ezel, levende have. De kerken namen dit voorbeeld over, en later kreeg de kerststal ook in een plek thuis.
Franciscus maakte duidelijk dat men in de kerstnacht extra goed voor de dieren moest zorgen en ook de vogels moest voeren. De dieren zijn voor hem broers en zussen, zo spreekt hij over en met ze. Daarom betrekt hij ze bij de viering van de ‘menswording’ van God.
Materiaal om Kerstmis te vieren – zie www.scheppingvieren.nl/Kerst
Smakelijke recepten
Aan tafel met de feestelijke liturgische kleur wit of rondom een stervorm met ingrediënten van het winterse seizoen, zie: www.sameneerlijketen.nl/Kerst
Aankleding voor de viering – zie www.symbolischschikken.nl/Kerst
1 januari Nieuwjaarsdag
Pelgrimeren naar een land van melk en honing
Een nieuw jaar, een nieuw begin. Nieuwjaar, een octaaf: acht dagen na Kerstmis. De achtste dag is de dag waarop een joods jongetje besneden wordt en het zijn naam ontvangt. De zoon van Maria krijgt de naam Jezus: ‘God redt’.
In Uw naam beginnen alle dagen,
een nieuwe jaarkring ligt voor mij gereed,
een jaar, dat ik in Uw naam wil dragen …
Uit: Wierookgraan, gebedenboek – H. Kuitenbrouwer en G. Smit
Melk en honing
De achtste dag, tevens de eerste dag van een nieuwe week, staat symbool voor een nieuw begin. De eerste dag van het nieuwe jaar wordt een dag met goede voornemens: op weg naar duurzaam leven op een groene aarde?!
Melk en honing zijn een bijbels beeld van een land van belofte, beeld van het goede leven, zoals beschreven in het verhaal van de uittocht:
‘Ik heb besloten jullie uit de ellende in Egypte weg te halen en je naar een land te brengen dat overvloeit van melk en honing’ (Exodus 3, 17).
Melk betekent dat er vee kan grazen, dat er water is om gras te laten groeien, dat er voedsel is voor mens en dier.
De profeet Jesaja bemoedigt het volk met een teken dat de Heer zelf aan het nageslacht van David zal geven:
‘De jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel, ‘God met ons’, noemen. Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen’ (Jesaja 7, 14-15)
Recepten
Zie ook Oud- en Nieuwjaar op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor:
– melk- en honingkoek: honingkoek
– welkomstdrank: slemp
Vieren
– Bijbelteksten: Jesaja 7, 10-17; Genesis 1 en 2; Exodus 3, 17
– Teksten voor vieringen (wintertijd)
– Gedicht Pelgrimage:
(…) Gaan
is antwoord, hoop en
leven,
ja zeggen, uit handen geven
als het moet
opnieuw beginnen,
liefde vinden,
goedheid – vrede – delen,
visioen.
Jeanette van Osselen http://www.scheppingvieren.nl/pelgrimage/
6 januari Epifanie – Het feest van Driekoningen
Een ster zet mensen op een ander spoor
Epifanie betekent aan het licht komen, ‘openbaar worden’. De bijzondere betekenis van Jezus komt aan het licht. Een ster wijst de weg en staat stil bij een pasgeboren kind in al zijn kwetsbaarheid.
In het kerkelijk jaar krijgt op 6 januari het verhaal van de magiërs (wijzen) aandacht. In de Kerken van het Oosten heeft niet het kerstverhaal van Jezus’ geboorte een centrale plaats maar is dit Epifaniefeest het belangrijkste feest (Matteüs 2, 10-11).
In de traditie worden de wijzen afgebeeld als koningen die, gedachtig Psalm 72, 10 en Jesaja 60, 1-3 en 6, “de Rechtvaardige” geschenken brengen. Zij vertegenwoordigen de drie toen bekende werelddelen, Europa, Azië en Afrika: dit kind heeft kennelijk betekenis voor de hele wereld. Soms worden de koningen in drie levensfasen getoond: Melchior als grijsaard, Balthasar als bebaarde volwassene en Caspar als jonge man, zonder baard met een donker gelaat.
De andere weg
Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God
zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan
en verschijnen aan allen die leven in duisternis
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.
Lucas 1, 77-79
Een ster wijst de weg naar een kind,
klein en kwetsbaar.
Een kroon van leven
gaat aan machtige heersers voorbij.
Zij die het kind aanschouwen,
kiezen een andere weg.
Een weg van verbondenheid met het al,
en weg die recht doet, vrede sticht,
respect voor de aarde toont.
Tini Brugge
Ster
In de Oudheid symboliseert het opgaan van een heldere ster de komst van een belangrijk persoon. Bileam ziet in een ster een verwijzing naar een machtig mens: een ster komt op uit Jakob (Numeri 24, 17). In het Driekoningenverhaal duidt de ster op Jezus’ betekenis: Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’ (Matteüs 2, 1-2). In het laatste bijbelboek wordt Jezus morgenster genoemd: (…) de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster (Openbaring 22, 16).
Hij is de ster, hij is de zon,
hij is de eeuwige levensbron,
uit plant en steen,
uit zee en licht
straalt zijn godd’lijk aangezicht.
Novalis
Goud, wierook en mirre
Het goud dat de magiërs meebrengen wordt gezien als symbool voor het koningschap van Jezus, wierook als een teken van zijn priesterschap (opdragen van een reukoffer) en mirre om zijn menszijn aan te duiden (balsem voor het lichaam).
Wierook is een hars dat door twee bomen wordt afgescheiden (uitgezweet) door bladeren en takken. Het zijn middelgrote heesters van het geslacht Boswellia. De productie van de hars kan worden gestimuleerd door in de stam een snede te maken. De heerlijk ruikende wierookkorrels worden nog steeds in kerkelijke rituelen gebruikt.
Mirre is eveneens een geurende hars die wordt uitgezweet door ‘mirrebomen’. Waarschijnlijk zijn dat onder meer de Commiphora abyssinica en andere doornige, grillig vertakte heesters en kleine boompjes die op rotsgrond groeien. De takken en blaadjes geven spontaan de geurende harskorrels af. Mirre is de kostbaarste hars uit die tijd en werd verwerkt in zalfolie. Zowel bij de geboorte van Jezus als bij zijn kruisiging (Marcus 15, 23) wordt verwezen naar mirre.
Recepten
Meer over Driekoningen op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor Driekoningenpap, Driekoningenbrood, Driekoningenbrood met rozijnen, Driekoningenthee, en Driekoningentaart met amandelen en een boon (verrassing).
Schikken
– Met een ster, zie Ster bij Epifanie op de website van symbolisch bloemschikken.
Vieren
– Bijbelteksten: Matteus 2, 10-12; Psalm 72; Jesaja 60, 1-3, 6
– Symboliek van de ster: Matteüs 2, 10-12, Numeri 24, 17
– Zie het gedicht ‘Aan het licht komen ...’, Jeanette van Osselen op de website www.scheppingvieren.nl
De komst van de wijzen
Zij die op sterren reizen,
op hun innerlijk kompas,
zijn de zieners en de wijzen,
zoekers in de grote nacht.
Zij die op sterren reizen,
varend op de hemelkaart,
zoeken tekens in de ruimte
naar het hart van het bestaan.
Zij die op sterren reizen
vinden sterren in hun hart,
worden nieuwe zieners, wijzen
van een stralend gouden dag.
Zij die op sterren reizen
brengen daarvandaan iets mee,
want de afglans van de sferen
geurt als wierook om ons heen.
Uit: Kerstoratorium ‘Als appelbloesem in de winter’, Marijke de Bruijne
– Zie verder www.scheppingvieren.nl
Vieren
Sterzingen
Kinderen trekken zingend als koningen verkleed met een ster langs de huizen. Soms gaan zij vanuit de kerk op weg en worden uitgezonden met een boodschap. Het bedelen om snoep wordt dan verbonden met een andere opdracht: voedsel verzamelen voor de voedselbank, op een andere wijze bijdragen aan duurzaamheid of gerechtigheid. Je kunt het zien als ‘een andere weg’ gaan, na (aan)geraakt te zijn door het kind.
Averechtse processie
In sommige kerken liep men vóór de hoogmis, bij wijze van kleine processie, tegen de gewone richting in. Als het ware tegen de stroom in, de keuze “voor een andere weg in het licht van Jezus”.
20 januari Sebastiaan en Fabiaan van Rome (ca. 288 resp. 250)
Joods Nieuwjaar van de bomen:
‘Sebastiaan en Fabiaan doen het sap in de bomen stromen.’
Sebastiaan van Rome diende in het leger. Hij werd christen, vanwege zijn geloof met pijlen doorboord en vastgebonden aan een boom. Zo wordt hij afgebeeld. Men dacht dat hij dood was, maar hij overleefde door een goede verzorging door de heilige Irene. Toen hij keizer Diocletianus aansprak op het geweld werd hij doodgegeseld. In de catacomben van de Via Appia werd hij begraven naast paus Fabianus.
Nieuwjaar van de bomen – de Joodse traditie
Omdat het joodse jaar een maanjaar is, en er dus ‘geschrikkeld’ moet worden om de feesten die met de seizoenen samenhangen in de juiste periode te vieren, is er geen vaste datum voor het Nieuwjaar van de bomen. De dag valt steeds wisselend ergens in januari of februari. Omdat de nieuwe groei van de bomen de strekking van het feest bepaalt, verbinden we voor de Groene Kalender deze dag aan 20 januari wanneer Sebastiaan en Fabiaan ‘het sap in de bomen doen gaan.’ In 2020 valt het Nieuwjaar van de bomen op 10 februari (zie ook de Wereld Feesten Almenak).
Toe b’Sjwat, de 15e dag van de maand Sjwat, was, toen de Tempel in Jeruzalem nog bestond, het begin van het nieuwe “belastingjaar”: er moesten “tienden” van de boomvruchten betaald worden.
“Tot deze datum leven de bomen van het water van het vorig jaar, maar vanaf de 15e van de maand Sjwat drinken en groeien zij van het water van het nieuwe jaar”. (Talmoed Jeroesjalmi, Rosj haSjana 1:2)
Wanneer de sapstromen van de vruchtbomen op gang begonnen te komen, kon men vaststellen welke bomen vrucht zouden dragen. Dit begin van de groei markeert in de joodse jaartelling het Nieuwjaar van de bomen.
Vieren
– Zie voor teksten, gedichten en vieringen rond bomen: www.scheppingvieren.nl
3e week januari Gebedsweek voor de eenheid van de kerken
Zie: www.raadvankerken.nl of www.missienederland.nl
Recepten
-Voor “Brood en zout”, zie Gebedsweek (op website van www.sameneerlijketen.nl)
Schikken
– Passende schikkingen, zie www.symbolischschikken.nl
25 januari Joods Nieuwjaar van de bomen:
‘Sebastiaan en Fabiaan doen het sap in de bomen stromen.’
(zie deze kalender 21 januari)
Nieuwjaar van de bomen – de Joodse traditie
Omdat het joodse jaar een maanjaar is, en er dus ‘geschrikkeld’ moet worden om de feesten die met de seizoenen samenhangen in de juiste periode te vieren, is er geen vaste datum voor het Nieuwjaar van de bomen. De dag valt steeds wisselend ergens in januari of februari. Omdat de nieuwe groei van de bomen de strekking van het feest bepaalt, verbinden we voor de Groene Kalender deze dag aan 20 januari wanneer Sebastiaan en Fabiaan ‘het sap in de bomen doen gaan.’ In 2020 valt het Nieuwjaar van de bomen op 28 januari (zie ook de Wereld Feesten Almenak).
Toe b’Sjwat, de 15e dag van de maand Sjwat, was, toen de Tempel in Jeruzalem nog bestond, het begin van het nieuwe “belastingjaar”: er moesten “tienden” van de boomvruchten betaald worden.
“Tot deze datum leven de bomen van het water van het vorig jaar, maar vanaf de 15e van de maand Sjwat drinken en groeien zij van het water van het nieuwe jaar”. (Talmoed Jeroesjalmi, Rosj haSjana 1:2)
Wanneer de sapstromen van de vruchtbomen op gang begonnen te komen, kon men vaststellen welke bomen vrucht zouden dragen. Dit begin van de groei markeert in de joodse jaartelling het Nieuwjaar van de bomen.
Vieren
– Zie voor teksten, gedichten en vieringen rond bomen: www.scheppingvieren.nl
2 februari Opdracht van de Heer in de Tempel
Maria Lichtmis: Licht voor alle volken
Op 2 februari, veertig dagen na Kerstmis (de geboorte van Jezus), dragen Jozef en Maria volgens de joodse wet hun eerste zoon op aan God. Zij gaan daarvoor naar de tempel in Jeruzalem. De profeet Simeon herkent het kind als “Licht voor alle volken.” Het feest wordt ook wel Maria Lichtmis genoemd, omdat het gevierd wordt met veel kaarsjes.
Recepten
– voor Pannenkoeken, “koekebak”
– Meer over Maria Lichtmis: ‘Op Lichtmis is geen vrouwke zo arm of ze maakt haar panneke warm’, zie website Samen Eerlijk Eten
Schikken
– Sneeuwklokjes, licht voor de wereld, teken van hoop: ze luiden de winter uit en de lente in.
Sneeuwklokjes zijn mede door de monniken uit Zuid-Europa naar het Noorden gebracht. Het werd traditie om op deze dag van “Maria Lichtmis” het altaar te versieren met sneeuwklokjes.
Adam en Eva werden uit het paradijs verdreven. Het was een koude winter en het sneeuwde. Eva begon van verdriet te huilen. Een beschermengel ging naar haar toe en plakte een sneeuwvlok op Eva’s ogen. Het veranderde in een sneeuwklokje. De engel gaf het bloemetje aan Eva en zei: “Kijk eens goed, het heeft groene blaadjes en randjes en de vorm van een klokje. Het is een teken dat de winter snel voorbij zal zijn, dat het warmer en groen wordt om je heen. Kijk nog eens dieper naar binnen en zie het gouden hart van het bloempje: beeld van een onvergankelijk licht, beeld van God die ook jou nooit zal vergeten en die een plekje zoekt in je binnenste om te verblijven.” Eva richtte zich op, de engel was verdwenen, het hield op met sneeuwen en zie: sneeuwklokjes kwamen op door de sneeuw heen. Warm zonlicht opende hun klokjes. Bemoedigd gingen zij verder, in vertrouwen, met nieuw inzicht en uitzicht.
14 februari Aswoensdag: begin van de Veertigdagentijd
Aswoensdag is de dag na Carnaval. Het is het begin van een periode van 40 dagen tot Pasen (de zondagen niet meegeteld). De periode staat bekend zowel als ‘Lijdenstijd’ als ook als Vastentijd. De naam Aswoensdag is ontleend aan de traditie in katholieke kerken om de aanwezigen op deze dag een kruisje van as op het voorhoofd mee te geven, een herinnering aan het woord Bedenk wel: je bent stof en tot stof keer je terug (naar Genesis 3,19). Gebruikt wordt de as van de ingezamelde buxustakjes die het jaar ervoor op Palmzondag werden gewijd en meegenomen naar huis. Zie verder voor de periode van de 40-dagentijd deze Groene Kalender.
Recept
– zie sameneerlijketen.nl/aswoendag voor allerlei recepten:
- Zure haring met mierikswortel
te eten met bijvoorbeeld witte bonen of roggebrood. - Bonen, rijst, uien en pompoen
- Katersoep
- zuurkoolschotel voor aswoensdag
Schikken
Vieren
Periode van de Veertigdagentijd: stapsgewijs naar Pasen
Lijdenstijd ofwel Vastentijd
De klassieke bijbelverhalen die in de veertigdagentijd aandacht krijgen (2024: B-jaar, Marcuslezingen aangevuld met Johannes), vertellen van Jezus’ weg vanuit de woestijn naar de stad Jeruzalem. Natuurbeelden herinneren aan het geheim van dood en leven: de weg naar Pasen kan worden beleefd als een tocht vanuit onherbergzaam, dor gebied naar een ‘paastuin’, een frisse lentetuin vol van nieuw leven. Het is een tocht die mensen ieder voor zich op hun eigen manier – bekeerlingen, pelgrims, vluchtelingen – in hun leven telkens weer gaan, met vallen en opstaan. Het is een periode van inkeer en zelfbeperking.
Water en brood
Vanoudsher bereidden volwassen mensen, die zich willen aansluiten bij ‘de mensen van de weg’, zoals de eerste christenen genoemd werden, zich voor op hun doop met Pasen (in de Paasnacht). In deze periode van zes weken – een geestelijke en materiële leerweg – staan zij stil bij de belangrijke geloofsthema’s. De Lijdenstijd doet stilstaan bij lijden: van mens, dier, en heel de schepping. Het maakt gevoelig voor onrecht dat de ander wordt aangedaan, voor elke aantasting van natuur en milieu als Gods goede schepping. Dat betekent vanzelf ook een tijd van vasten, van zelfbeperking en zelfkritiek. Een tijd om stil te staan bij eigen keuzes, eigen gewoonten, eigen gedrag. Het is een tijd om op zoek te gaan naar alternatieven en zich daarin te oefenen door zelfbeperking: in consumptie, geen vlees, de keuze voor een eenvoudige maaltijd, voor ‘water en brood’.
Overige symboliek, dieren: lam, ezel, vis en haan, kip en ei
Zie voor Schikken en Vieren in de veertigdagentijd, symbolischschikken.nl/veertigdagentijd en scheppingvieren.nl/veertigdagentijd
Vleesloos vasten
Wat is het dat ik nodig heb?
Hoeveel, hoe groot, hoe lekker.?
Met welke kleur, met welk beleg het brood,
En moet er vlees bij zijn, en bier of wijn?
Heer leer ons bidden
en leer ons zelf te zien hoe dag aan dag
Uw zon opkomt voor al wat leeft,
en hoe we delen in uw overvloed.
Geef ons het brood te geven
dat uw wereld voedt.
(Roel Bosch)
Vlees, vis en vasten
In de tijd vóór Pasen wordt er in de Orthodoxe Kerken van het Oosten geen vlees en vis gegeten. Ook in de Rooms-Katholieke kerken was geen vleeseten gebruikelijk als wijze van vasten. Waar vroeger geen vlees eten op vrijdag een verplichting was, is dat sinds de jaren zestig van de vorige eeuw een individuele keuze, ook op Aswoensdag en Goede Vrijdag in de vastentijd. De bisschoppen van Engeland en Wales herstelden in 2012 de oude praktijk dat rooms-katholieken op vrijdag vasten en geen vlees eten, in ere, opnieuw: als aanbeveling van een individuele keuze.
Meer en meer echter beperken religieuze gemeenschappen en mensen individueel het gebruik van vlees met name ook in de vastenperiode. De belasting van het milieu vormt dikwijls een belangrijke reden. Zie ook www.weekzondervlees.nl, een initatief van Isabel Boerdam.
Aanvankelijk dacht men, vanuit ervaring en beleving, dat met het eten van vlees er ook demonische krachten danwel ziekten in je lijf konden komen. Men maakte een onderscheiding tussen reine en onreine dieren. Varkens die afval eten, menselijk voedsel en modderbaden heerlijk vinden, werden beschouwd als onrein. Varkens passen eerder bij een cultuur van landbouwers dan bij een cultuur van rondtrekkende schaapherders en nomaden. Het eten van varkensvlees is in joodse en moslimtradities ook om religieuze redenen taboe, maar de cultuurhistorische achtergrond hiervan is onmiskenbaar.
Vis
Het verhaal van de vissen doet
water zwijgen (…)
De stenen verbreken het zwijgen (…)
… de nederigen
krijgen eindelijk het woord.
(G. van der Graft, uit: Verzamelde Gedichten, Baarn, 1983; zie ook: scheppingvieren.nl/vissen/ )
Vis wordt vaak in de christelijke traditie gegeten op vrijdag, ook op Goede Vrijdag. Dat heeft alles te maken met de naam en symboliek. De letters van het Griekse woord voor vis ‘ichtus’, zijn de beginletters van een korte Griekse geloofsbelijdenis: Jesous Christos Theou Uios Soter: Jezus Christus, Gods Zoon, Redder.
Dat de vis in het (voor het Joodse volk) bedreigende zeewater kan leven, het water van dood en leven, geeft een extra symbolische dimensie aan de betekenis van ‘ichthus’. Het eten van zoute vis op Goede Vrijdag (zoals stokvis – gezouten kabeljauw) heeft ook een extra betekenis. Zout verwijst naar het zogenaamde verbond met zout (Numeri 18,19). Zout herinnert aan houdbaarheid, een eeuwigdurende verbond tussen God en mensen. Samen brood en vis eten: een teken van wederkerige vriendschap. Goede vis eten is overigens tegenwoordig niet zo eenvoudig: steeds meer vis behoeft een keurmerk voor duurzaamheid.
Trappistenvlees
Wie tegenwoordig vast, maakt een bewuste keuze, geïnspireerd door uiteenlopende overwegingen: gezondheid, natuur en milieu, dierenwelzijn, zelfbeperking, innerlijke zuivering of een alternatieve leefstijl. De productie van vlees legt een groot beslag op voedselbronnen en milieu. Daarom is afzien van vlees een goede manier van vasten. Trappistenvlees is een andere naam voor bonen. Trappisten zijn in beginsel, maar niet altijd, vegetariërs uit respect voor Gods schepping en in solidariteit met de armen. Bonen en andere peulvruchten zoals kapucijners vervangen de eiwitten die in vlees zitten.
RECEPTEN VOOR IEDERE WEEK:
Brood en water kunnen de basis zijn voor maaltijdsoepen. Gert Vos ontwikkelde speciale soepen met ingrediënten van het seizoen, waarbij ook kleur en samenstelling aansluiten op thema’s van de Veertigdagentijd. Zie voor verdere recepten www.sameneerlijketen.nl onder “40-dagentijd”. Hier worden tips gegeven en worden voor iedere recepten vermeld.
1e week: Brood in de Woestijn
De mens leeft niet van brood alleen (Matteüs 4, 1-11)
Jezus verbleef veertig dagen en nachten in de woestijn voordat hij de wereld intrekt. Hij wordt er uitgedaagd met de vraag van stenen brood te maken en zich zijn roeping bewust te maken.
Recept
Voor de 1e week van de 40-dagentijd zijn op www.sameneerlijketen.nl recepten te vinden voor:
De dadelpalm verwijst naar een rechtvaardig mens:
De rechtvaardigen groeien op als een palm (…)
Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn
en blijven krachtig en fris.
Zo getuigen zij dat de HEER recht doet,
mijn rots, in wie geen onrecht is (Psalm 93, 13-16)
2e week: Licht op de Berg
Het verhaal van de Verheerlijking op de berg wordt traditioneel op de tweede zondag van de veertigdagentijd gelezen; het vertelt hoe Jezus ‘verlicht’ wordt en wat zijn betekenis is in het voetspoor van ‘wet en profeten’ (Matteüs 17,1-9).
Recept
Zie www.sameneerlijketen.nl voor de 2e week:
- Gebonden knolselderijsoep met korianderzaad
- Aardappelpuree met lof
- Kikkererwtensoep met stenen van de berg
Het is gebruikelijk om in de vastentijd geen vlees te eten, erwten en bonen zijn een goede vervanger van eiwitten. De kikkererwten kunnen herinneren aan ‘een berg stenen’ en ze zijn licht van kleur, denk aan het licht waarmee Jezus in het verhaal bekleed wordt.
3e week: Water putten bij de Bron
In de vier weken die volgen wordt aan beelden uit het leven van alledag betekenis gegeven: water, licht, dood, leven verwijzen naar diepere lagen van gelovig leven. Een Samaritaanse vrouw treft Jezus bij een waterbron:
‘Wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen.
Het water dat ik hem geef, zal in hem een bron worden
waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’
(Johannes 4, 5-42)
achthoekig doopvont
Recept
Zie sameneerlijketen.nl voor de 3e week:
4e week: Licht
Op deze dag is er aandacht voor een verhaal over iemand die blindgeboren is: ‘Ik was blind en nu kan ik zien en ‘Zij die niet zien zullen zien, en zij die zien, zullen blind worden’ (Johannes 9, 25 en 39). Het gaat over licht in de betekenis van leren zien en inzien. Jezus, ‘licht van de wereld’, keert het gangbare denken om. Men spreekt hier wel van ‘half vasten‘.
Recept
Of, omdat het ‘half vasten is, en het licht doorbroken wordt:
5e week: Dood en leven
Het verhaal over de dood van Lazarus – zijn lichaam gevangen, een steen voor zijn graf – verwijst naar nieuw leven, dat van beknellende doeken bevrijd is. Het wijst vooruit naar het geheim van Pasen, belofte van hoop en leven (Johannes 11, 1-45).
Recept
6e week: Leven in het groen
Op de laatste zondag van de Veertigdagentijd (Palmzondag) staat de ‘intocht’ van Jezus in Jeruzalem centraal (Matteüs 21, 1-11). Juichende mensen onthalen hem met groene (palm)takken. Groen verwijst naar nieuw leven, losgemaakt uit de banden van de dood, zoals bladeren uit de vliezen van winterknoppen breken. Palm staat voor overwinning die past bij de koning die men in hem ziet.
Recept
24 maart Palmzondag
Niet hoog te paard
Groen palmtakje
Bij de intocht van Jezus in Jeruzalem worden takken met groene bladeren over de weg gespreid (Matteüs 21, 1-11, Marcus 11, 1-10). De evangelist Johannes spreekt over groene ‘palm’takken (Johannes 12, 12-16). De palmboom doet denken aan een rechtvaardig mens (Psalm 92, 13).
Groen verwijst naar leven, denk aan oase, grazige weide, een gezegend leven. ‘Groen’ is verwant aan ‘groeien’ en betekent eigenlijk: de kleur hebben van wat groeit. Hildegard van Bingen verwees met groen naar de levenwekkende Geest. Betrokken op een mens, herinnert het groen aan een gezegend en rechtvaardig leven:
Ik ben als een groene olijfboom in het huis van God,
ik vertrouw op de liefde van God
voor eeuwig en altijd
(Psalm 52, 6-10)
Door de eeuwen heen hebben mensen een groene tak als beeld van leven gezien. In Nederland kunnen buxustakjes gebruikt worden, om ze in de kerk te laten wijden en mee naar huis te nemen. Ook de palmpaasstokken worden ermee versierd. Wie van het land moest leven stak de gewijde palmtakjes op de hoeken van het land in de grond, om zo het land te ‘palmen’, borg voor een goede oogst? Of is het veeleer de erkenning dat God schepper van de wereld is, eigenaar van het land? En dat de mens die van de aarde gebruik maakt zijn zegen nodig heeft? (naar een tekst van Gerard Ris).
Palmzondag vormt het begin van de Stille (of Goede) Week, de laatste week naar Pasen: stapsgewijs gaan mensen de weg van vernedering en verhoging, Jezus achterna. Meerdere vieringen markeren die weg, op Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag. Op de avond voor Pasen, eigenlijk in de Paasnacht, klinkt dan tenslotte het bevrijdende “Licht van Christus”.
Ezel, niet hoog te paard
Gij met uw zachtzinnige oren
en uw geduldig gezicht:
Ik ben u zeer verplicht
(…)
En dat ge zelfs niet hebt bewogen
mij slechts hebt getroost met uw ogen.
Dat kunnen de mènsen niet.
(Fragment uit het gedicht Dank aan een ezel, I. Gerhardt)
Jezus kiest voor een ezel om Jeruzalem binnen te gaan. De ezel is het lastdier voor de armen. Paarden zijn voor de rijken. De uitdrukking ”hoog te paard zitten” herinnert daaraan. Paarden werden gebruikt bij oorlog, maar Jezus komt op een ezel als vredestichter de stad binnen. In processies op Palmzondag werden daarom soms houten ezels meegetrokken. In de tijd van koning Salomo werd het paard uit Egypte gehaald en als oorlogswapen ingezet om strijdwagens te trekken (1 Koningen 10, 26-29). Paarden maakten ook in Jezus’ tijd deel uit van het Romeinse leger. Ezels daarentegen waren de lastdieren in het leven van alledag. Maria met haar pasgeboren kind wordt op haar vlucht (op afbeeldingen) gedragen door een ezel, net als Mozes: ‘Mozes zette zijn vrouw en kinderen op een ezel en ging op weg, terug naar Egypte’ (Exodus 4, 20).
Stil grazend naast een grijze rots
zag ik opeens op hoge benen
een jonge ezel; zijn oren schenen
doorzichtig, zijn gelaat was trots. (…)
En na een korte, felle schrik
verstarde ik in verwondering.
Of kan het eerbied zijn geweest,
voor dit schoon, ongeschonden beest,
waarmee ik langzaam verder ging?
(Fragment uit het gedicht Het ezeltje, M. Vasalis; zie ook http://www.scheppingvieren.nl/het-ezeltje/
Het verhaal van de intocht herinnert aan een beeld van de profeet Zacharia:
Juich Sion,
Jeruzalem schreeuw het uit van vreugde!
Je koning is in aantocht,
bekleed met gerechtigheid en zege.
Nederig komt hij aanrijden op een ezel,
op een hengstveulen, het jong van een ezelin.
Ik zal de strijdwagens uit Efraïm verjagen
en de paarden uit Jeruzalem:
de bogen worden gebroken.
Hij zal vrede stichten tussen de volken. (Zacharia 9, 9-10)
Haan
Een haan kraait bij het krieken van de dag. Diens roep markeert het einde van de nacht. Onderweg naar de Olijfberg zegt Jezus: ‘Jullie zullen mij deze nacht allemaal afvallen (…).’ Petrus zei daarop tegen hem: ‘Misschien zal iedereen u afvallen, ik nooit!’ Jezus antwoordde hem: ‘Ik verzeker je; deze nacht nog, zul je, nog voor de haan gekraaid heeft, mij driemaal verloochenen’ (Matteus 26, 31-34). De haan kan zo ook beeld van waakzaamheid worden.
Recepten
– Palmpaashaantje, zie verder op www.sameneerlijketen.nl:
Recepten bij Palmpasen
Schikken
Vieren
- www.scheppingvieren.nl: een zegen voor palmzondag (tekst Andries Govaert)
25 maart: Maria boodschap
Een nieuwe lente
Deze dag, negen maanden voor de geboorte van Jezus, herinnert aan de boodschap die Maria van een engel krijgt dat zij zwanger zal worden (25 december; Lucas 1, 1-38). Goddelijke liefde en barmhartigheid zullen zichtbaar worden in dat kind.
Op afbeeldingen wordt het verhaal heel vaak uitgebeeld, met kenmerkende elementen. Vaak leest Maria een boek, de bijbel als verhaal van God en mensen. De engel draagt dikwijls een tak met een witte lelie, nog met een verscholen bloemknop. Soms is een groene lenteboom te zien als verwijzing naar de levensboom en wordt Maria afgebeeld als een tweede Eva. Vaak is ook een duif te zien: Gods geest zal op Maria en haar kind rusten.
Maria boodschap, een lentegedicht
Naar ’t midden van de dag,
in het midden van de rozen,
toen het geen winter meer
en nog geen zomer was,
zat in de schaduw van
haar wimpers zacht te blozen,
over een open blad,
de reine Maagd – en las.
Haar kleed was verse sneeuw;
met duizend ogen staarde
de blauwe lucht door ‘t loof
naar zoveel zuiverheid;
en boven Haar was hoog
de hemel, – en de aarde
lag stil en ver in ’t licht,
als een gespreid tapijt.
Haar sluier, schemerblauw,
viel langs Haar wangen teder,
en om Haar schoudren op
Haar blote voeten neer
en langzaam over ’t blad,
woog als een engelveder
een blanke bloesemtwijg
zijn schaduw heen en weer.
Zij hoorde noch zij zag
de vogel die, verscholen
als uit een open bloem
voor Haar een wijsje floot,
maar diep gebogen en
Haar voeten in violen,
vernam zij God alleen
en wat het blad besloot:
De regens zijn voorbij,
de winter is verscheiden
en gulden regen loopt
langs rank en wijnstok uit;
het duifje lokt de duif
en tussen leliën weiden
en in de rozenhof
De bruid’gom en de bruid …
Naar ’t midden van de dag
In ’t midden van de rozen,
– als woei een verre geur,
een nieuwe lente aan –
hief zij verbaasd haar blik
en zag de Vlekkeloze
vóór haar, vol eerbied, de
Gezant des Hemels staan.
Die groette Haar en ging …
en zo mijn cel na regen
ontvangt een zonnestraal
door haar verhelderd glas,
ontving zij in haar schoot
toen wondervol een zegen,
toen het geen winter meer
en nog geen zomer was.
(Jaques Schreurs, Wierookgraan, Utrecht Spectrum, 1944)