Vieren of gedenken, in alle rust of met elkaar.
Laat je inspireren door oude gewoontes, groene symboliek, markante personen, inspirerende initiatieven, smaakvolle recepten, toepasselijke teksten, en praktische tips.
17 april Pasen
Tuin: bloemen en dieren geven betekenis
Tuin
Op Paasmorgen ontmoet Maria Jezus in een tuin. Het decor van een Hof van olijven doet denken aan het paradijsverhaal in het boek Genesis: de plek waar een man en vrouw, Adam en Eva, elkaar ontmoeten. Het Paasverhaal luidt het begin in van een nieuwe geschiedenis van God en mensen. Een verhaal van hoop en leven (Johannes 20, 14-18). Daarin doen bloemen en dieren volop mee en geven het verhaal betekenis.
Lam
In de joodse traditie offerde men volgens de voorschriften in het voorjaar een lam, de eerstgeborene, als dank aan God voor de uitbreiding van de kudde.
Bij het vertrek van het volk Israël uit Egypte slacht men een lam en strijkt een beetje bloed over de deurpost, teken dat God in dit huis geëerd wordt. Het beschermt voor de dood die in de nacht alle eerstgeborenen, mensen en dieren, zal treffen (Exodus 12). Wanneer Jezus ‘Lam Gods’ wordt genoemd, herinnert dat aan het beeld van de knecht van wie Jesaja zegt:
Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open.
Als een lam dat naar de slacht wordt geleid. (Jesaja 53, 7)
Met de verwoesting van de tempel in Jeruzalem (70 nChr.) nam deze offertraditie een einde.
Het haantje en het zwaantje
Daar kraait een haan, een goed bericht:
weldra verschijnt het eerste licht.
Hij wekt ons op, geeft goede moed,
’t is Christus die ten leven roept.
(vertaling Andries Govaart, hymne Ales Diei Nuntius van Aurelius Prudentius Clemens, zie ook Govaarts website https://anderszins.eu/?s=daar+kraait )
De haan kondigt het licht aan als het nog donker is. Op de kerktoren kondigt hij de nieuwe (paas)morgen van Gods rijk aan. Het herinnert aan de opstanding, de kracht van het leven en het licht dat sterker is dan duisternis en dood. In de christelijke traditie werd de haan een symbool van waakzaamheid.
De zwaan verwijst door haar fraaie witte verschijning naar de verrijzenis van Christus. De legende verhaalt dat zwanen voor hun dood ‘zingen’. De uitdrukking ‘zwanenzang’ herinnert daaraan. In deze zang hoorde men een verwijzing naar het goede na de dood.
Op en in Lutherse kerken is vaak een zwaan te zien. Een voorloper van Luther in de Reformatie, Johannes Hus, zou eens gezegd hebben dat na hem iemand zou komen die veel beter was dan hij. De naam ‘Hus’ betekent gans. De naam van Luther werd met de mooie zwaan verbonden: in zijn familiewapen komt een zwaan voor.
Pauwentrots
Elk jaar verliest de pauw zijn mooie staartveren. In het voorjaar, rond Pasen heeft hij weer veren terug om mee te pronken. Men dacht dat het vlees van de pauw onsterfelijk was. Augustinus vermeldt dit in zijn De Civitate Dei (XXI, 4). Zo’n mooi dier kon niet door de zonden bedorven en sterfelijk zijn. De pauw wordt dan ook beschouwd als beeld van de rechtvaardige en verwijst naar vernieuwing en opstanding. De pauw wordt afgebeeld op paradijselijke voorstellingen.
Er is echter ook een andere kant. Legenden verhalen hoe de pauw zijn mooie veren mocht behouden, maar zijn paradijselijke zang verloor. Opdat hij zijn tekortkomingen niet vergeet. Daarom krijst en klaagt hij. Ook zijn trots leverde het verwijt op van hoogmoed, dat aan het dier kleeft.
Slakken, rupsen en vlinders
Als randversiering in getijdenboeken is vaak een slak afgebeeld die uit zijn huisje komt. Huisjesslakken overwinteren in hun eigen huisje. Zij sluiten dat af met een vlies dat hard wordt en hen beschermt. In het voorjaar doorbreekt een slak dit vlies en komt hij weer tot leven. Slakken verwijzen in de getijdenboeken naar opstaan en weer tot leven komen.
In de periode van Pasen vindt de wonderlijke metamorfose plaats van een ogenschijnlijke dode cocon die zich ontpopt tot een prachtige vlinder. In getijdenboeken komen rupsen en vlinders vaak voor als verwijzing naar nieuw leven uit een ‘dood’ bestaan. Rond Pasen verschijnen de eerste vlinders zoals de citroenvlinder.
De Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross ziet het stervensproces van een mens als het afleggen van het aardse omhulsel. Sterven betekent voor haar dat de ziel het lichaam verlaat en ingaat tot een ander, vrijer bestaan waarbij het lichaam niet meer nodig is. Het aardse omhulsel wordt afgelegd, zoals een vlinder uit zijn cocon tevoorschijn komt. Kübler-Ross raakte gefascineerd door tekeningen van vlinders die zij als 19-jarig meisje zag op de muren van het concentratiekamp in Majdanek, gemaakt door gevangen met de dood voor ogen.
Haas en eieren
De haas herinnert kerkvader Ambrosius (4e eeuw) aan de opstanding van Christus omdat de wintervacht in de lente van kleur veranderde. De haas is voorts een symbool van vruchtbaarheid. Ook eieren dragen het nieuwe leven in zich en kunnen verwijzen naar de geboorte en de opstanding van Jezus. In de kathedraal van Xanten (Duitsland) vindt men het ei terug in het moderne, bijzondere bronzen altaar.
Eieren zijn van oudsher met het Paasfeest verbonden. Eieren verwijzen naar het geheim van beginnend leven. In de Orthodoxe kerken worden paaseieren beschilderd of op een andere wijze versierd voordat ze met Pasen in de kerk worden gezegend. Deze eierzegening heeft ook in de katholieke kerken bestaan, maar is inmiddels afgeschaft. In de Joodse traditie legt men een ei op de zogenaamde sederschotel. Deze schotel bevat allerlei ingrediënten en verwijst naar de overhaaste vlucht uit Egypte. Het ei symboliseert de blijvende verwachting van nieuw leven.
Paasbloemen in een paastuin
Veel bloemen die omstreeks Pasen bloeien kregen in de volksmond de naam paasbloem, bijvoorbeeld narcis, sleutelbloem, dotterbloem, paardenbloem en hyacint. De keizerskroon kreeg door de vorm van haar bloemen de volksnaam Paasklokken. Ook muurbloem en steenbreek herinneren aan de opstanding: het leven is sterker.
Schikken
– Wilgenkatjes en forsythia worden paashout genoemd. Het zijn mooie forse takken waarmee grote ruimtes zoals kerken met Pasen versierd kunnen worden.
– Voorbeelden voor schikkingen, symbolischschikken.nl
Vieren
Voor passende teksten en gebeden zie www.scheppingvieren.nl
Recepten bij Pasen
Eiersalade
Paasbroden
- Armeens paasbrood
- Grieks paasbrood
- Gronings paasbrood
- Russisch paasbrood met amandelen
- Zoet Kloosterbrood
Paaskoekjes en taart
Paasmaaltijd
met lentegroene gerechten:
- Pascha
- Eenvoudige spinazietaart met geitenkaas
- Frittata, spinazie omelet
- Italiaanse paastaart
- Pikante paas-spinazietaart
- Spinazieschotel bij Ezechiël – lezing in de paasnacht
- Eiersalade met groen
Nagerecht
Licht en leven
– “Het volk dat in duisternis ronddwaalt, ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen, worden door een helder licht beschenen” (Jesaja 9,1)
– “Dat licht van de Eeuwige wil tot ons komen en verblijf in ons nemen” (Johannes 14,23)
Licht dat de duisternis verbreekt, is het thema dat vanaf kerstavond (24 december), in de kerstnacht en in de dagen daarna doorklinkt.
Een heldere ster aan de hemel werd voor mensen een teken van heil. De stralende morgenster wordt een beeld van Jezus (Openbaring 22,16). Wijzen gaan naar de ster op zoek in het kerstverhaal volgens Lucas.
Groene boom
De altijd groene boom die als levensboom vrucht draagt, komt in verhalen bij veel volken voor en is een algemeen beeld van hoop en vertrouwen in nieuw en vruchtbaar leven. In het verhaal in Genesis 2 wordt ook een verband gelegd met toekomst, zie ook: “Wie overwint, zal Ik te eten geven van de levensboom, die in de tuin van God staat” (Openbaring 2,7).
In de Middeleeuwen ontstond in de Elzas de traditie om rond Kerst een groene boom op het kerkplein te plaatsen, versierd met vruchten, waaronder appeltjes: het beeld van de groene levensboom die altijd vrucht draagt. Zo wordt het nieuwe leven gevierd, Maarten Luther gaf er tijdens de reformatie steun aan. De boom kreeg later een plaats in de kerk en aan het einde van de 19e eeuw werd het gebruik een boom in huis te plaatsen.
Kerststal
Franciscus van Assisi kreeg, op zijn verzoek, in 1223 toestemming om Jezus’ geboorte zo tastbaar mogelijk te maken. De kerststal deed zijn intrede. Deze kerststal werd uitgebeeld met echte os en ezel, levende have. De kerken namen dit voorbeeld over, en later kreeg de kerststal ook in een plek thuis.
Franciscus maakte duidelijk dat men in de kerstnacht extra goed voor de dieren moest zorgen en ook de vogels moest voeren. De dieren zijn voor hem broers en zussen, zo spreekt hij over en met ze. Daarom betrekt hij ze bij de viering van de ‘menswording’ van God.
Materiaal om Kerstmis te vieren – zie www.scheppingvieren.nl/Kerst
Smakelijke recepten
Aan tafel met de feestelijke liturgische kleur wit of rondom een stervorm met ingrediënten van het winterse seizoen, zie: www.sameneerlijketen.nl/Kerst
Aankleding voor de viering – zie www.symbolischschikken.nl/Kerst
26 december Stefanus (Jeruzalem, † omstreeks 35 nChr.)
Vuur en steen
Stefanus, een Griekstalige jood, was door de apostelen aangesteld als diaken (Handelingen 6,5-7). Hij werd gedood door steniging en was daarmee de eerste ‘christelijke’ martelaar. Zijn gedenkdag is verbonden met Kerstmis, zijn dood houdt immers direkt verband met zijn navolging van Jezus.
De liturgische kleur rood op deze dag, verwijst naar het bloed van zijn martelaarschap, maar ook naar het gloedrode vuur van de geest van liefde. Vuur dat zich niet laat uitdoven.
Brandewijn
Stefanus werd beschermheilige van paarden. In Duitsland en Zweden wordt deze dag ook wel ‘paardendag genoemd. De ruiters rijden op hun paarden door de velden en om de akkers heen, om zo de vruchtbaarheid te bevorderen, een oude Germaanse traditie. In herbergen kregen de ruiters vervolgens hun Sint Steffensminne: brandewijn.
Kruid
– Heksenruid (Circae sp.) wordt ook wel Stevenskruid genoemd, in het Duits Sankt Stephanskraut.
1 januari Nieuwjaarsdag
Pelgrimeren naar een land van melk en honing
Een nieuw jaar, een nieuw begin. Nieuwjaar, een octaaf: acht dagen na Kerstmis. De achtste dag is de dag waarop een joods jongetje besneden wordt en het zijn naam ontvangt. De zoon van Maria krijgt de naam Jezus: ‘God redt’.
In Uw naam beginnen alle dagen,
een nieuwe jaarkring ligt voor mij gereed,
een jaar, dat ik in Uw naam wil dragen …
Uit: Wierookgraan, gebedenboek – H. Kuitenbrouwer en G. Smit
Melk en honing
De achtste dag, tevens de eerste dag van een nieuwe week, staat symbool voor een nieuw begin. De eerste dag van het nieuwe jaar wordt een dag met goede voornemens: op weg naar duurzaam leven op een groene aarde?!
Melk en honing zijn een bijbels beeld van een land van belofte, beeld van het goede leven, zoals beschreven in het verhaal van de uittocht:
‘Ik heb besloten jullie uit de ellende in Egypte weg te halen en je naar een land te brengen dat overvloeit van melk en honing’ (Exodus 3, 17).
Melk betekent dat er vee kan grazen, dat er water is om gras te laten groeien, dat er voedsel is voor mens en dier.
De profeet Jesaja bemoedigt het volk met een teken dat de Heer zelf aan het nageslacht van David zal geven:
‘De jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel, ‘God met ons’, noemen. Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen’ (Jesaja 7, 14-15)
Recepten
Zie ook Oud- en Nieuwjaar op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor:
– melk- en honingkoek: honingkoek
– welkomstdrank: slemp
Vieren
– Bijbelteksten: Jesaja 7, 10-17; Genesis 1 en 2; Exodus 3, 17
– Teksten voor vieringen (wintertijd)
– Gedicht Pelgrimage:
(…) Gaan
is antwoord, hoop en
leven,
ja zeggen, uit handen geven
als het moet
opnieuw beginnen,
liefde vinden,
goedheid – vrede – delen,
visioen.
Jeanette van Osselen http://www.scheppingvieren.nl/pelgrimage/
6 januari Epifanie – Het feest van Driekoningen
Een ster zet mensen op een ander spoor
Epifanie betekent aan het licht komen, ‘openbaar worden’. De bijzondere betekenis van Jezus komt aan het licht. Een ster wijst de weg en staat stil bij een pasgeboren kind in al zijn kwetsbaarheid.
In het kerkelijk jaar krijgt op 6 januari het verhaal van de magiërs (wijzen) aandacht. In de Kerken van het Oosten heeft niet het kerstverhaal van Jezus’ geboorte een centrale plaats maar is dit Epifaniefeest het belangrijkste feest (Matteüs 2, 10-11).
In de traditie worden de wijzen afgebeeld als koningen die, gedachtig Psalm 72, 10 en Jesaja 60, 1-3 en 6, “de Rechtvaardige” geschenken brengen. Zij vertegenwoordigen de drie toen bekende werelddelen, Europa, Azië en Afrika: dit kind heeft kennelijk betekenis voor de hele wereld. Soms worden de koningen in drie levensfasen getoond: Melchior als grijsaard, Balthasar als bebaarde volwassene en Caspar als jonge man, zonder baard met een donker gelaat.
De andere weg
Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God
zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan
en verschijnen aan allen die leven in duisternis
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.
Lucas 1, 77-79
Een ster wijst de weg naar een kind,
klein en kwetsbaar.
Een kroon van leven
gaat aan machtige heersers voorbij.
Zij die het kind aanschouwen,
kiezen een andere weg.
Een weg van verbondenheid met het al,
en weg die recht doet, vrede sticht,
respect voor de aarde toont.
Tini Brugge
Ster
In de Oudheid symboliseert het opgaan van een heldere ster de komst van een belangrijk persoon. Bileam ziet in een ster een verwijzing naar een machtig mens: een ster komt op uit Jakob (Numeri 24, 17). In het Driekoningenverhaal duidt de ster op Jezus’ betekenis: Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’ (Matteüs 2, 1-2). In het laatste bijbelboek wordt Jezus morgenster genoemd: (…) de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster (Openbaring 22, 16).
Hij is de ster, hij is de zon,
hij is de eeuwige levensbron,
uit plant en steen,
uit zee en licht
straalt zijn godd’lijk aangezicht.
Novalis
Goud, wierook en mirre
Het goud dat de magiërs meebrengen wordt gezien als symbool voor het koningschap van Jezus, wierook als een teken van zijn priesterschap (opdragen van een reukoffer) en mirre om zijn menszijn aan te duiden (balsem voor het lichaam).
Wierook is een hars dat door twee bomen wordt afgescheiden (uitgezweet) door bladeren en takken. Het zijn middelgrote heesters van het geslacht Boswellia. De productie van de hars kan worden gestimuleerd door in de stam een snede te maken. De heerlijk ruikende wierookkorrels worden nog steeds in kerkelijke rituelen gebruikt.
Mirre is eveneens een geurende hars die wordt uitgezweet door ‘mirrebomen’. Waarschijnlijk zijn dat onder meer de Commiphora abyssinica en andere doornige, grillig vertakte heesters en kleine boompjes die op rotsgrond groeien. De takken en blaadjes geven spontaan de geurende harskorrels af. Mirre is de kostbaarste hars uit die tijd en werd verwerkt in zalfolie. Zowel bij de geboorte van Jezus als bij zijn kruisiging (Marcus 15, 23) wordt verwezen naar mirre.
Recepten
Meer over Driekoningen op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor Driekoningenpap, Driekoningenbrood, Driekoningenbrood met rozijnen, Driekoningenthee, en Driekoningentaart met amandelen en een boon (verrassing).
Schikken
– Met een ster, zie Ster bij Epifanie op de website van symbolisch bloemschikken.
Vieren
– Bijbelteksten: Matteus 2, 10-12; Psalm 72; Jesaja 60, 1-3, 6
– Symboliek van de ster: Matteüs 2, 10-12, Numeri 24, 17
– Zie het gedicht ‘Aan het licht komen ...’, Jeanette van Osselen op de website www.scheppingvieren.nl
De komst van de wijzen
Zij die op sterren reizen,
op hun innerlijk kompas,
zijn de zieners en de wijzen,
zoekers in de grote nacht.
Zij die op sterren reizen,
varend op de hemelkaart,
zoeken tekens in de ruimte
naar het hart van het bestaan.
Zij die op sterren reizen
vinden sterren in hun hart,
worden nieuwe zieners, wijzen
van een stralend gouden dag.
Zij die op sterren reizen
brengen daarvandaan iets mee,
want de afglans van de sferen
geurt als wierook om ons heen.
Uit: Kerstoratorium ‘Als appelbloesem in de winter’, Marijke de Bruijne
– Zie verder www.scheppingvieren.nl
Vieren
Sterzingen
Kinderen trekken zingend als koningen verkleed met een ster langs de huizen. Soms gaan zij vanuit de kerk op weg en worden uitgezonden met een boodschap. Het bedelen om snoep wordt dan verbonden met een andere opdracht: voedsel verzamelen voor de voedselbank, op een andere wijze bijdragen aan duurzaamheid of gerechtigheid. Je kunt het zien als ‘een andere weg’ gaan, na (aan)geraakt te zijn door het kind.
Averechtse processie
In sommige kerken liep men vóór de hoogmis, bij wijze van kleine processie, tegen de gewone richting in. Als het ware tegen de stroom in, de keuze “voor een andere weg in het licht van Jezus”.
8 januari Gudula (Goedele) van Brussel (ca 650 – 712)
Licht dat niet dooft
Licht typeerde Gudula’s leven. Op afbeeldingen zien we haar met een lamp of lantaarn, een kwetsbaar licht dat niet dooft, ook al is er nog zoveel dat het licht bedreigt.
Gudula werd geboren omstreeks 650 in een kasteel “Hof ter Hamme” niet ver van Moorsel, Vlaanderen. Zij kreeg onderwijs in de abdij van Nijvel. Daar was de heilige Gertrudis abdis, een nicht van haar moeder (zie ook deze Groene Kalender, 17 maart).
Nadat Gertrudis gestorven was, keerde Gudula terug naar het huidige Herdersem en begon met de zorg voor armen en zieken.
Een reliek van haar is, vanuit Moorsel waar zij begraven werd, in Brussel terecht gekomen. Daar werd een kathedraal aan haar gewijd.
In 2012 kwam Gudula ook “terug” in de kerk van Lochem: met een bescheiden beeld in een nis in het koor. De Oude Kerk in Lochem is destijds aan haar gewijd en haar beeltenis zal er zeker een plek gehad hebben. Door de reformatie in de 16e eeuw werd het een protestantse kerk en verdwenen alle beelden.
In 2012, 13 eeuwen na haar sterven, werd een Gudulawandelroute uitgezet vanaf de locatie waar zij geboren is naar Moorsel waar zij uiteindelijk begraven is.
De Missa Gudula uit de 18e eeuw is van de hand van de Brusselse componist Charles Joseph van Helmont. In het Gudula officie uit het begin van de 14e eeuw wordt de lantaarn van Gudula bezongen. Tot op vandaag zingt in Lochem de Capella Gudula er prachtige muziek!
Licht
Het verhaal gaat dat Gudula in het donker bij het eerste hanengekraai met een lamp op weg is naar de kerk in Moorsel om te bidden: om de zegen van God te vragen over haar werk dat in het teken van zorg en naastenliefde staat. Zij draagt een lamp die zij volgens de overlevering brandend hield met hulp van een engel. De duivel probeert het licht uit te blazen, maar haar geloof en gebed waren, zoals in veel heiligenverhalen, sterker. In de lange winternacht wordt het goddelijke Licht, dat met Jezus is geboren, elke dag sterker. Een afbeelding laat zien hoe zij haar handschoen aan een zonnestraal hangt en hoe een engel bij haar staat in het licht. Daaraan hield Gudula vast.
Populier
Toen Gudula stierf, midden in de winter, kwam bij haar graf spontaan een populier in bloei. Het is een beeld van de bloeiende levensboom, van een leven dat tot bloei en rijping kwam.
2 februari Opdracht van de Heer in de Tempel
Maria Lichtmis: Licht voor alle volken
Op 2 februari, veertig dagen na Kerstmis (de geboorte van Jezus), dragen Jozef en Maria volgens de joodse wet hun eerste zoon op aan God. Zij gaan daarvoor naar de tempel in Jeruzalem. De profeet Simeon herkent het kind als “Licht voor alle volken.” Het feest wordt ook wel Maria Lichtmis genoemd, omdat het gevierd wordt met veel kaarsjes.
Recepten
– voor Pannenkoeken, “koekebak”
– Meer over Maria Lichtmis: ‘Op Lichtmis is geen vrouwke zo arm of ze maakt haar panneke warm’, zie website Samen Eerlijk Eten
Schikken
– Sneeuwklokjes, licht voor de wereld, teken van hoop: ze luiden de winter uit en de lente in.
Sneeuwklokjes zijn mede door de monniken uit Zuid-Europa naar het Noorden gebracht. Het werd traditie om op deze dag van “Maria Lichtmis” het altaar te versieren met sneeuwklokjes.
Adam en Eva werden uit het paradijs verdreven. Het was een koude winter en het sneeuwde. Eva begon van verdriet te huilen. Een beschermengel ging naar haar toe en plakte een sneeuwvlok op Eva’s ogen. Het veranderde in een sneeuwklokje. De engel gaf het bloemetje aan Eva en zei: “Kijk eens goed, het heeft groene blaadjes en randjes en de vorm van een klokje. Het is een teken dat de winter snel voorbij zal zijn, dat het warmer en groen wordt om je heen. Kijk nog eens dieper naar binnen en zie het gouden hart van het bloempje: beeld van een onvergankelijk licht, beeld van God die ook jou nooit zal vergeten en die een plekje zoekt in je binnenste om te verblijven.” Eva richtte zich op, de engel was verdwenen, het hield op met sneeuwen en zie: sneeuwklokjes kwamen op door de sneeuw heen. Warm zonlicht opende hun klokjes. Bemoedigd gingen zij verder, in vertrouwen, met nieuw inzicht en uitzicht.
Licht en leven
– “Het volk dat in duisternis ronddwaalt, ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen, worden door een helder licht beschenen” (Jesaja 9,1)
– “Dat licht van de Eeuwige wil tot ons komen en verblijf in ons nemen” (Johannes 14,23)
Licht dat de duisternis verbreekt, is het thema dat vanaf kerstavond (24 december), in de kerstnacht en in de dagen daarna doorklinkt.
Een heldere ster aan de hemel werd voor mensen een teken van heil. De stralende morgenster wordt een beeld van Jezus (Openbaring 22,16). Wijzen gaan naar de ster op zoek in het kerstverhaal volgens Lucas.
Groene boom
De altijd groene boom die als levensboom vrucht draagt, komt in verhalen bij veel volken voor en is een algemeen beeld van hoop en vertrouwen in nieuw en vruchtbaar leven. In het verhaal in Genesis 2 wordt ook een verband gelegd met toekomst, zie ook: “Wie overwint, zal Ik te eten geven van de levensboom, die in de tuin van God staat” (Openbaring 2,7).
In de Middeleeuwen ontstond in de Elzas de traditie om rond Kerst een groene boom op het kerkplein te plaatsen, versierd met vruchten, waaronder appeltjes: het beeld van de groene levensboom die altijd vrucht draagt. Zo wordt het nieuwe leven gevierd, Maarten Luther gaf er tijdens de reformatie steun aan. De boom kreeg later een plaats in de kerk en aan het einde van de 19e eeuw werd het gebruik een boom in huis te plaatsen.
Kerststal
Franciscus van Assisi kreeg, op zijn verzoek, in 1223 toestemming om Jezus’ geboorte zo tastbaar mogelijk te maken. De kerststal deed zijn intrede. Deze kerststal werd uitgebeeld met echte os en ezel, levende have. De kerken namen dit voorbeeld over, en later kreeg de kerststal ook in een plek thuis.
Franciscus maakte duidelijk dat men in de kerstnacht extra goed voor de dieren moest zorgen en ook de vogels moest voeren. De dieren zijn voor hem broers en zussen, zo spreekt hij over en met ze. Daarom betrekt hij ze bij de viering van de ‘menswording’ van God.
Materiaal om Kerstmis te vieren – zie www.scheppingvieren.nl/Kerst
Smakelijke recepten
Aan tafel met de feestelijke liturgische kleur wit of rondom een stervorm met ingrediënten van het winterse seizoen, zie: www.sameneerlijketen.nl/Kerst
Aankleding voor de viering – zie www.symbolischschikken.nl/Kerst
26 december Stefanus (Jeruzalem, † omstreeks 35 nChr.)
Vuur en steen
Stefanus, een Griekstalige jood, was door de apostelen aangesteld als diaken (Handelingen 6,5-7). Hij werd gedood door steniging en was daarmee de eerste ‘christelijke’ martelaar. Zijn gedenkdag is verbonden met Kerstmis, zijn dood houdt immers direkt verband met zijn navolging van Jezus.
De liturgische kleur rood op deze dag, verwijst naar het bloed van zijn martelaarschap, maar ook naar het gloedrode vuur van de geest van liefde. Vuur dat zich niet laat uitdoven.
Brandewijn
Stefanus werd beschermheilige van paarden. In Duitsland en Zweden wordt deze dag ook wel ‘paardendag genoemd. De ruiters rijden op hun paarden door de velden en om de akkers heen, om zo de vruchtbaarheid te bevorderen, een oude Germaanse traditie. In herbergen kregen de ruiters vervolgens hun Sint Steffensminne: brandewijn.
Kruid
– Heksenruid (Circae sp.) wordt ook wel Stevenskruid genoemd, in het Duits Sankt Stephanskraut.
1 januari Nieuwjaarsdag
Pelgrimeren naar een land van melk en honing
Een nieuw jaar, een nieuw begin. Nieuwjaar, een octaaf: acht dagen na Kerstmis. De achtste dag is de dag waarop een joods jongetje besneden wordt en het zijn naam ontvangt. De zoon van Maria krijgt de naam Jezus: ‘God redt’.
In Uw naam beginnen alle dagen,
een nieuwe jaarkring ligt voor mij gereed,
een jaar, dat ik in Uw naam wil dragen …
Uit: Wierookgraan, gebedenboek – H. Kuitenbrouwer en G. Smit
Melk en honing
De achtste dag, tevens de eerste dag van een nieuwe week, staat symbool voor een nieuw begin. De eerste dag van het nieuwe jaar wordt een dag met goede voornemens: op weg naar duurzaam leven op een groene aarde?!
Melk en honing zijn een bijbels beeld van een land van belofte, beeld van het goede leven, zoals beschreven in het verhaal van de uittocht:
‘Ik heb besloten jullie uit de ellende in Egypte weg te halen en je naar een land te brengen dat overvloeit van melk en honing’ (Exodus 3, 17).
Melk betekent dat er vee kan grazen, dat er water is om gras te laten groeien, dat er voedsel is voor mens en dier.
De profeet Jesaja bemoedigt het volk met een teken dat de Heer zelf aan het nageslacht van David zal geven:
‘De jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel, ‘God met ons’, noemen. Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen’ (Jesaja 7, 14-15)
Recepten
Zie ook Oud- en Nieuwjaar op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor:
– melk- en honingkoek: honingkoek
– welkomstdrank: slemp
Vieren
– Bijbelteksten: Jesaja 7, 10-17; Genesis 1 en 2; Exodus 3, 17
– Teksten voor vieringen (wintertijd)
– Gedicht Pelgrimage:
(…) Gaan
is antwoord, hoop en
leven,
ja zeggen, uit handen geven
als het moet
opnieuw beginnen,
liefde vinden,
goedheid – vrede – delen,
visioen.
Jeanette van Osselen http://www.scheppingvieren.nl/pelgrimage/
6 januari Epifanie – Het feest van Driekoningen
Een ster zet mensen op een ander spoor
Epifanie betekent aan het licht komen, ‘openbaar worden’. De bijzondere betekenis van Jezus komt aan het licht. Een ster wijst de weg en staat stil bij een pasgeboren kind in al zijn kwetsbaarheid.
In het kerkelijk jaar krijgt op 6 januari het verhaal van de magiërs (wijzen) aandacht. In de Kerken van het Oosten heeft niet het kerstverhaal van Jezus’ geboorte een centrale plaats maar is dit Epifaniefeest het belangrijkste feest (Matteüs 2, 10-11).
In de traditie worden de wijzen afgebeeld als koningen die, gedachtig Psalm 72, 10 en Jesaja 60, 1-3 en 6, “de Rechtvaardige” geschenken brengen. Zij vertegenwoordigen de drie toen bekende werelddelen, Europa, Azië en Afrika: dit kind heeft kennelijk betekenis voor de hele wereld. Soms worden de koningen in drie levensfasen getoond: Melchior als grijsaard, Balthasar als bebaarde volwassene en Caspar als jonge man, zonder baard met een donker gelaat.
De andere weg
Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God
zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan
en verschijnen aan allen die leven in duisternis
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.
Lucas 1, 77-79
Een ster wijst de weg naar een kind,
klein en kwetsbaar.
Een kroon van leven
gaat aan machtige heersers voorbij.
Zij die het kind aanschouwen,
kiezen een andere weg.
Een weg van verbondenheid met het al,
en weg die recht doet, vrede sticht,
respect voor de aarde toont.
Tini Brugge
Ster
In de Oudheid symboliseert het opgaan van een heldere ster de komst van een belangrijk persoon. Bileam ziet in een ster een verwijzing naar een machtig mens: een ster komt op uit Jakob (Numeri 24, 17). In het Driekoningenverhaal duidt de ster op Jezus’ betekenis: Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’ (Matteüs 2, 1-2). In het laatste bijbelboek wordt Jezus morgenster genoemd: (…) de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster (Openbaring 22, 16).
Hij is de ster, hij is de zon,
hij is de eeuwige levensbron,
uit plant en steen,
uit zee en licht
straalt zijn godd’lijk aangezicht.
Novalis
Goud, wierook en mirre
Het goud dat de magiërs meebrengen wordt gezien als symbool voor het koningschap van Jezus, wierook als een teken van zijn priesterschap (opdragen van een reukoffer) en mirre om zijn menszijn aan te duiden (balsem voor het lichaam).
Wierook is een hars dat door twee bomen wordt afgescheiden (uitgezweet) door bladeren en takken. Het zijn middelgrote heesters van het geslacht Boswellia. De productie van de hars kan worden gestimuleerd door in de stam een snede te maken. De heerlijk ruikende wierookkorrels worden nog steeds in kerkelijke rituelen gebruikt.
Mirre is eveneens een geurende hars die wordt uitgezweet door ‘mirrebomen’. Waarschijnlijk zijn dat onder meer de Commiphora abyssinica en andere doornige, grillig vertakte heesters en kleine boompjes die op rotsgrond groeien. De takken en blaadjes geven spontaan de geurende harskorrels af. Mirre is de kostbaarste hars uit die tijd en werd verwerkt in zalfolie. Zowel bij de geboorte van Jezus als bij zijn kruisiging (Marcus 15, 23) wordt verwezen naar mirre.
Recepten
Meer over Driekoningen op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor Driekoningenpap, Driekoningenbrood, Driekoningenbrood met rozijnen, Driekoningenthee, en Driekoningentaart met amandelen en een boon (verrassing).
Schikken
– Met een ster, zie Ster bij Epifanie op de website van symbolisch bloemschikken.
Vieren
– Bijbelteksten: Matteus 2, 10-12; Psalm 72; Jesaja 60, 1-3, 6
– Symboliek van de ster: Matteüs 2, 10-12, Numeri 24, 17
– Zie het gedicht ‘Aan het licht komen ...’, Jeanette van Osselen op de website www.scheppingvieren.nl
De komst van de wijzen
Zij die op sterren reizen,
op hun innerlijk kompas,
zijn de zieners en de wijzen,
zoekers in de grote nacht.
Zij die op sterren reizen,
varend op de hemelkaart,
zoeken tekens in de ruimte
naar het hart van het bestaan.
Zij die op sterren reizen
vinden sterren in hun hart,
worden nieuwe zieners, wijzen
van een stralend gouden dag.
Zij die op sterren reizen
brengen daarvandaan iets mee,
want de afglans van de sferen
geurt als wierook om ons heen.
Uit: Kerstoratorium ‘Als appelbloesem in de winter’, Marijke de Bruijne
– Zie verder www.scheppingvieren.nl
Vieren
Sterzingen
Kinderen trekken zingend als koningen verkleed met een ster langs de huizen. Soms gaan zij vanuit de kerk op weg en worden uitgezonden met een boodschap. Het bedelen om snoep wordt dan verbonden met een andere opdracht: voedsel verzamelen voor de voedselbank, op een andere wijze bijdragen aan duurzaamheid of gerechtigheid. Je kunt het zien als ‘een andere weg’ gaan, na (aan)geraakt te zijn door het kind.
Averechtse processie
In sommige kerken liep men vóór de hoogmis, bij wijze van kleine processie, tegen de gewone richting in. Als het ware tegen de stroom in, de keuze “voor een andere weg in het licht van Jezus”.
8 januari Gudula (Goedele) van Brussel (ca 650 – 712)
Licht dat niet dooft
Licht typeerde Gudula’s leven. Op afbeeldingen zien we haar met een lamp of lantaarn, een kwetsbaar licht dat niet dooft, ook al is er nog zoveel dat het licht bedreigt.
Gudula werd geboren omstreeks 650 in een kasteel “Hof ter Hamme” niet ver van Moorsel, Vlaanderen. Zij kreeg onderwijs in de abdij van Nijvel. Daar was de heilige Gertrudis abdis, een nicht van haar moeder (zie ook deze Groene Kalender, 17 maart).
Nadat Gertrudis gestorven was, keerde Gudula terug naar het huidige Herdersem en begon met de zorg voor armen en zieken.
Een reliek van haar is, vanuit Moorsel waar zij begraven werd, in Brussel terecht gekomen. Daar werd een kathedraal aan haar gewijd.
In 2012 kwam Gudula ook “terug” in de kerk van Lochem: met een bescheiden beeld in een nis in het koor. De Oude Kerk in Lochem is destijds aan haar gewijd en haar beeltenis zal er zeker een plek gehad hebben. Door de reformatie in de 16e eeuw werd het een protestantse kerk en verdwenen alle beelden.
In 2012, 13 eeuwen na haar sterven, werd een Gudulawandelroute uitgezet vanaf de locatie waar zij geboren is naar Moorsel waar zij uiteindelijk begraven is.
De Missa Gudula uit de 18e eeuw is van de hand van de Brusselse componist Charles Joseph van Helmont. In het Gudula officie uit het begin van de 14e eeuw wordt de lantaarn van Gudula bezongen. Tot op vandaag zingt in Lochem de Capella Gudula er prachtige muziek!
Licht
Het verhaal gaat dat Gudula in het donker bij het eerste hanengekraai met een lamp op weg is naar de kerk in Moorsel om te bidden: om de zegen van God te vragen over haar werk dat in het teken van zorg en naastenliefde staat. Zij draagt een lamp die zij volgens de overlevering brandend hield met hulp van een engel. De duivel probeert het licht uit te blazen, maar haar geloof en gebed waren, zoals in veel heiligenverhalen, sterker. In de lange winternacht wordt het goddelijke Licht, dat met Jezus is geboren, elke dag sterker. Een afbeelding laat zien hoe zij haar handschoen aan een zonnestraal hangt en hoe een engel bij haar staat in het licht. Daaraan hield Gudula vast.
Populier
Toen Gudula stierf, midden in de winter, kwam bij haar graf spontaan een populier in bloei. Het is een beeld van de bloeiende levensboom, van een leven dat tot bloei en rijping kwam.
2 februari Opdracht van de Heer in de Tempel
Maria Lichtmis: Licht voor alle volken
Op 2 februari, veertig dagen na Kerstmis (de geboorte van Jezus), dragen Jozef en Maria volgens de joodse wet hun eerste zoon op aan God. Zij gaan daarvoor naar de tempel in Jeruzalem. De profeet Simeon herkent het kind als “Licht voor alle volken.” Het feest wordt ook wel Maria Lichtmis genoemd, omdat het gevierd wordt met veel kaarsjes.
Recepten
– voor Pannenkoeken, “koekebak”
– Meer over Maria Lichtmis: ‘Op Lichtmis is geen vrouwke zo arm of ze maakt haar panneke warm’, zie website Samen Eerlijk Eten
Schikken
– Sneeuwklokjes, licht voor de wereld, teken van hoop: ze luiden de winter uit en de lente in.
Sneeuwklokjes zijn mede door de monniken uit Zuid-Europa naar het Noorden gebracht. Het werd traditie om op deze dag van “Maria Lichtmis” het altaar te versieren met sneeuwklokjes.
Adam en Eva werden uit het paradijs verdreven. Het was een koude winter en het sneeuwde. Eva begon van verdriet te huilen. Een beschermengel ging naar haar toe en plakte een sneeuwvlok op Eva’s ogen. Het veranderde in een sneeuwklokje. De engel gaf het bloemetje aan Eva en zei: “Kijk eens goed, het heeft groene blaadjes en randjes en de vorm van een klokje. Het is een teken dat de winter snel voorbij zal zijn, dat het warmer en groen wordt om je heen. Kijk nog eens dieper naar binnen en zie het gouden hart van het bloempje: beeld van een onvergankelijk licht, beeld van God die ook jou nooit zal vergeten en die een plekje zoekt in je binnenste om te verblijven.” Eva richtte zich op, de engel was verdwenen, het hield op met sneeuwen en zie: sneeuwklokjes kwamen op door de sneeuw heen. Warm zonlicht opende hun klokjes. Bemoedigd gingen zij verder, in vertrouwen, met nieuw inzicht en uitzicht.
Licht en leven
– “Het volk dat in duisternis ronddwaalt, ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen, worden door een helder licht beschenen” (Jesaja 9,1)
– “Dat licht van de Eeuwige wil tot ons komen en verblijf in ons nemen” (Johannes 14,23)
Licht dat de duisternis verbreekt, is het thema dat vanaf kerstavond (24 december), in de kerstnacht en in de dagen daarna doorklinkt.
Een heldere ster aan de hemel werd voor mensen een teken van heil. De stralende morgenster wordt een beeld van Jezus (Openbaring 22,16). Wijzen gaan naar de ster op zoek in het kerstverhaal volgens Lucas.
Groene boom
De altijd groene boom die als levensboom vrucht draagt, komt in verhalen bij veel volken voor en is een algemeen beeld van hoop en vertrouwen in nieuw en vruchtbaar leven. In het verhaal in Genesis 2 wordt ook een verband gelegd met toekomst, zie ook: “Wie overwint, zal Ik te eten geven van de levensboom, die in de tuin van God staat” (Openbaring 2,7).
In de Middeleeuwen ontstond in de Elzas de traditie om rond Kerst een groene boom op het kerkplein te plaatsen, versierd met vruchten, waaronder appeltjes: het beeld van de groene levensboom die altijd vrucht draagt. Zo wordt het nieuwe leven gevierd, Maarten Luther gaf er tijdens de reformatie steun aan. De boom kreeg later een plaats in de kerk en aan het einde van de 19e eeuw werd het gebruik een boom in huis te plaatsen.
Kerststal
Franciscus van Assisi kreeg, op zijn verzoek, in 1223 toestemming om Jezus’ geboorte zo tastbaar mogelijk te maken. De kerststal deed zijn intrede. Deze kerststal werd uitgebeeld met echte os en ezel, levende have. De kerken namen dit voorbeeld over, en later kreeg de kerststal ook in een plek thuis.
Franciscus maakte duidelijk dat men in de kerstnacht extra goed voor de dieren moest zorgen en ook de vogels moest voeren. De dieren zijn voor hem broers en zussen, zo spreekt hij over en met ze. Daarom betrekt hij ze bij de viering van de ‘menswording’ van God.
Materiaal om Kerstmis te vieren – zie www.scheppingvieren.nl/Kerst
Smakelijke recepten
Aan tafel met de feestelijke liturgische kleur wit of rondom een stervorm met ingrediënten van het winterse seizoen, zie: www.sameneerlijketen.nl/Kerst
Aankleding voor de viering – zie www.symbolischschikken.nl/Kerst
26 december Stefanus (Jeruzalem, † omstreeks 35 nChr.)
Vuur en steen
Stefanus, een Griekstalige jood, was door de apostelen aangesteld als diaken (Handelingen 6,5-7). Hij werd gedood door steniging en was daarmee de eerste ‘christelijke’ martelaar. Zijn gedenkdag is verbonden met Kerstmis, zijn dood houdt immers direkt verband met zijn navolging van Jezus.
De liturgische kleur rood op deze dag, verwijst naar het bloed van zijn martelaarschap, maar ook naar het gloedrode vuur van de geest van liefde. Vuur dat zich niet laat uitdoven.
Brandewijn
Stefanus werd beschermheilige van paarden. In Duitsland en Zweden wordt deze dag ook wel ‘paardendag genoemd. De ruiters rijden op hun paarden door de velden en om de akkers heen, om zo de vruchtbaarheid te bevorderen, een oude Germaanse traditie. In herbergen kregen de ruiters vervolgens hun Sint Steffensminne: brandewijn.
Kruid
– Heksenruid (Circae sp.) wordt ook wel Stevenskruid genoemd, in het Duits Sankt Stephanskraut.
1 januari Nieuwjaarsdag
Pelgrimeren naar een land van melk en honing
Een nieuw jaar, een nieuw begin. Nieuwjaar, een octaaf: acht dagen na Kerstmis. De achtste dag is de dag waarop een joods jongetje besneden wordt en het zijn naam ontvangt. De zoon van Maria krijgt de naam Jezus: ‘God redt’.
In Uw naam beginnen alle dagen,
een nieuwe jaarkring ligt voor mij gereed,
een jaar, dat ik in Uw naam wil dragen …
Uit: Wierookgraan, gebedenboek – H. Kuitenbrouwer en G. Smit
Melk en honing
De achtste dag, tevens de eerste dag van een nieuwe week, staat symbool voor een nieuw begin. De eerste dag van het nieuwe jaar wordt een dag met goede voornemens: op weg naar duurzaam leven op een groene aarde?!
Melk en honing zijn een bijbels beeld van een land van belofte, beeld van het goede leven, zoals beschreven in het verhaal van de uittocht:
‘Ik heb besloten jullie uit de ellende in Egypte weg te halen en je naar een land te brengen dat overvloeit van melk en honing’ (Exodus 3, 17).
Melk betekent dat er vee kan grazen, dat er water is om gras te laten groeien, dat er voedsel is voor mens en dier.
De profeet Jesaja bemoedigt het volk met een teken dat de Heer zelf aan het nageslacht van David zal geven:
‘De jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel, ‘God met ons’, noemen. Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen’ (Jesaja 7, 14-15)
Recepten
Zie ook Oud- en Nieuwjaar op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor:
– melk- en honingkoek: honingkoek
– welkomstdrank: slemp
Vieren
– Bijbelteksten: Jesaja 7, 10-17; Genesis 1 en 2; Exodus 3, 17
– Teksten voor vieringen (wintertijd)
– Gedicht Pelgrimage:
(…) Gaan
is antwoord, hoop en
leven,
ja zeggen, uit handen geven
als het moet
opnieuw beginnen,
liefde vinden,
goedheid – vrede – delen,
visioen.
Jeanette van Osselen http://www.scheppingvieren.nl/pelgrimage/
6 januari Epifanie – Het feest van Driekoningen
Een ster zet mensen op een ander spoor
Epifanie betekent aan het licht komen, ‘openbaar worden’. De bijzondere betekenis van Jezus komt aan het licht. Een ster wijst de weg en staat stil bij een pasgeboren kind in al zijn kwetsbaarheid.
In het kerkelijk jaar krijgt op 6 januari het verhaal van de magiërs (wijzen) aandacht. In de Kerken van het Oosten heeft niet het kerstverhaal van Jezus’ geboorte een centrale plaats maar is dit Epifaniefeest het belangrijkste feest (Matteüs 2, 10-11).
In de traditie worden de wijzen afgebeeld als koningen die, gedachtig Psalm 72, 10 en Jesaja 60, 1-3 en 6, “de Rechtvaardige” geschenken brengen. Zij vertegenwoordigen de drie toen bekende werelddelen, Europa, Azië en Afrika: dit kind heeft kennelijk betekenis voor de hele wereld. Soms worden de koningen in drie levensfasen getoond: Melchior als grijsaard, Balthasar als bebaarde volwassene en Caspar als jonge man, zonder baard met een donker gelaat.
De andere weg
Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God
zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan
en verschijnen aan allen die leven in duisternis
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.
Lucas 1, 77-79
Een ster wijst de weg naar een kind,
klein en kwetsbaar.
Een kroon van leven
gaat aan machtige heersers voorbij.
Zij die het kind aanschouwen,
kiezen een andere weg.
Een weg van verbondenheid met het al,
en weg die recht doet, vrede sticht,
respect voor de aarde toont.
Tini Brugge
Ster
In de Oudheid symboliseert het opgaan van een heldere ster de komst van een belangrijk persoon. Bileam ziet in een ster een verwijzing naar een machtig mens: een ster komt op uit Jakob (Numeri 24, 17). In het Driekoningenverhaal duidt de ster op Jezus’ betekenis: Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’ (Matteüs 2, 1-2). In het laatste bijbelboek wordt Jezus morgenster genoemd: (…) de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster (Openbaring 22, 16).
Hij is de ster, hij is de zon,
hij is de eeuwige levensbron,
uit plant en steen,
uit zee en licht
straalt zijn godd’lijk aangezicht.
Novalis
Goud, wierook en mirre
Het goud dat de magiërs meebrengen wordt gezien als symbool voor het koningschap van Jezus, wierook als een teken van zijn priesterschap (opdragen van een reukoffer) en mirre om zijn menszijn aan te duiden (balsem voor het lichaam).
Wierook is een hars dat door twee bomen wordt afgescheiden (uitgezweet) door bladeren en takken. Het zijn middelgrote heesters van het geslacht Boswellia. De productie van de hars kan worden gestimuleerd door in de stam een snede te maken. De heerlijk ruikende wierookkorrels worden nog steeds in kerkelijke rituelen gebruikt.
Mirre is eveneens een geurende hars die wordt uitgezweet door ‘mirrebomen’. Waarschijnlijk zijn dat onder meer de Commiphora abyssinica en andere doornige, grillig vertakte heesters en kleine boompjes die op rotsgrond groeien. De takken en blaadjes geven spontaan de geurende harskorrels af. Mirre is de kostbaarste hars uit die tijd en werd verwerkt in zalfolie. Zowel bij de geboorte van Jezus als bij zijn kruisiging (Marcus 15, 23) wordt verwezen naar mirre.
Recepten
Meer over Driekoningen op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor Driekoningenpap, Driekoningenbrood, Driekoningenbrood met rozijnen, Driekoningenthee, en Driekoningentaart met amandelen en een boon (verrassing).
Schikken
– Met een ster, zie Ster bij Epifanie op de website van symbolisch bloemschikken.
Vieren
– Bijbelteksten: Matteus 2, 10-12; Psalm 72; Jesaja 60, 1-3, 6
– Symboliek van de ster: Matteüs 2, 10-12, Numeri 24, 17
– Zie het gedicht ‘Aan het licht komen ...’, Jeanette van Osselen op de website www.scheppingvieren.nl
De komst van de wijzen
Zij die op sterren reizen,
op hun innerlijk kompas,
zijn de zieners en de wijzen,
zoekers in de grote nacht.
Zij die op sterren reizen,
varend op de hemelkaart,
zoeken tekens in de ruimte
naar het hart van het bestaan.
Zij die op sterren reizen
vinden sterren in hun hart,
worden nieuwe zieners, wijzen
van een stralend gouden dag.
Zij die op sterren reizen
brengen daarvandaan iets mee,
want de afglans van de sferen
geurt als wierook om ons heen.
Uit: Kerstoratorium ‘Als appelbloesem in de winter’, Marijke de Bruijne
– Zie verder www.scheppingvieren.nl
Vieren
Sterzingen
Kinderen trekken zingend als koningen verkleed met een ster langs de huizen. Soms gaan zij vanuit de kerk op weg en worden uitgezonden met een boodschap. Het bedelen om snoep wordt dan verbonden met een andere opdracht: voedsel verzamelen voor de voedselbank, op een andere wijze bijdragen aan duurzaamheid of gerechtigheid. Je kunt het zien als ‘een andere weg’ gaan, na (aan)geraakt te zijn door het kind.
Averechtse processie
In sommige kerken liep men vóór de hoogmis, bij wijze van kleine processie, tegen de gewone richting in. Als het ware tegen de stroom in, de keuze “voor een andere weg in het licht van Jezus”.
8 januari Gudula (Goedele) van Brussel (ca 650 – 712)
Licht dat niet dooft
Licht typeerde Gudula’s leven. Op afbeeldingen zien we haar met een lamp of lantaarn, een kwetsbaar licht dat niet dooft, ook al is er nog zoveel dat het licht bedreigt.
Gudula werd geboren omstreeks 650 in een kasteel “Hof ter Hamme” niet ver van Moorsel, Vlaanderen. Zij kreeg onderwijs in de abdij van Nijvel. Daar was de heilige Gertrudis abdis, een nicht van haar moeder (zie ook deze Groene Kalender, 17 maart).
Nadat Gertrudis gestorven was, keerde Gudula terug naar het huidige Herdersem en begon met de zorg voor armen en zieken.
Een reliek van haar is, vanuit Moorsel waar zij begraven werd, in Brussel terecht gekomen. Daar werd een kathedraal aan haar gewijd.
In 2012 kwam Gudula ook “terug” in de kerk van Lochem: met een bescheiden beeld in een nis in het koor. De Oude Kerk in Lochem is destijds aan haar gewijd en haar beeltenis zal er zeker een plek gehad hebben. Door de reformatie in de 16e eeuw werd het een protestantse kerk en verdwenen alle beelden.
In 2012, 13 eeuwen na haar sterven, werd een Gudulawandelroute uitgezet vanaf de locatie waar zij geboren is naar Moorsel waar zij uiteindelijk begraven is.
De Missa Gudula uit de 18e eeuw is van de hand van de Brusselse componist Charles Joseph van Helmont. In het Gudula officie uit het begin van de 14e eeuw wordt de lantaarn van Gudula bezongen. Tot op vandaag zingt in Lochem de Capella Gudula er prachtige muziek!
Licht
Het verhaal gaat dat Gudula in het donker bij het eerste hanengekraai met een lamp op weg is naar de kerk in Moorsel om te bidden: om de zegen van God te vragen over haar werk dat in het teken van zorg en naastenliefde staat. Zij draagt een lamp die zij volgens de overlevering brandend hield met hulp van een engel. De duivel probeert het licht uit te blazen, maar haar geloof en gebed waren, zoals in veel heiligenverhalen, sterker. In de lange winternacht wordt het goddelijke Licht, dat met Jezus is geboren, elke dag sterker. Een afbeelding laat zien hoe zij haar handschoen aan een zonnestraal hangt en hoe een engel bij haar staat in het licht. Daaraan hield Gudula vast.
Populier
Toen Gudula stierf, midden in de winter, kwam bij haar graf spontaan een populier in bloei. Het is een beeld van de bloeiende levensboom, van een leven dat tot bloei en rijping kwam.
2 februari Opdracht van de Heer in de Tempel
Maria Lichtmis: Licht voor alle volken
Op 2 februari, veertig dagen na Kerstmis (de geboorte van Jezus), dragen Jozef en Maria volgens de joodse wet hun eerste zoon op aan God. Zij gaan daarvoor naar de tempel in Jeruzalem. De profeet Simeon herkent het kind als “Licht voor alle volken.” Het feest wordt ook wel Maria Lichtmis genoemd, omdat het gevierd wordt met veel kaarsjes.
Recepten
– voor Pannenkoeken, “koekebak”
– Meer over Maria Lichtmis: ‘Op Lichtmis is geen vrouwke zo arm of ze maakt haar panneke warm’, zie website Samen Eerlijk Eten
Schikken
– Sneeuwklokjes, licht voor de wereld, teken van hoop: ze luiden de winter uit en de lente in.
Sneeuwklokjes zijn mede door de monniken uit Zuid-Europa naar het Noorden gebracht. Het werd traditie om op deze dag van “Maria Lichtmis” het altaar te versieren met sneeuwklokjes.
Adam en Eva werden uit het paradijs verdreven. Het was een koude winter en het sneeuwde. Eva begon van verdriet te huilen. Een beschermengel ging naar haar toe en plakte een sneeuwvlok op Eva’s ogen. Het veranderde in een sneeuwklokje. De engel gaf het bloemetje aan Eva en zei: “Kijk eens goed, het heeft groene blaadjes en randjes en de vorm van een klokje. Het is een teken dat de winter snel voorbij zal zijn, dat het warmer en groen wordt om je heen. Kijk nog eens dieper naar binnen en zie het gouden hart van het bloempje: beeld van een onvergankelijk licht, beeld van God die ook jou nooit zal vergeten en die een plekje zoekt in je binnenste om te verblijven.” Eva richtte zich op, de engel was verdwenen, het hield op met sneeuwen en zie: sneeuwklokjes kwamen op door de sneeuw heen. Warm zonlicht opende hun klokjes. Bemoedigd gingen zij verder, in vertrouwen, met nieuw inzicht en uitzicht.
19 mei Pinksteren
Vijftig vogels in een kloostertuin
Duif
De duif is vaak op afbeeldingen te zien. De duif is in de christelijke traditie een verwijzing naar de Geest. Het is de geest die van God uitgaat. Na Jezus’ dood is het ook zijn geest die in mensen werkzaam wordt.
De evangelist Lucas vertelt in zijn boek Handelingen (1 en 2) hoe op ‘Pinksteren’ (wat betekent: de vijftigste dag, na Pasen) volgelingen van Jezus ‘gedoopt worden’ en ‘vervuld raken’ met heilige Geest, een heftig gebeuren dat beschreven wordt in termen van hevige wind en tongen van vuur. Deze ‘uitstorting van geest’ wordt wel opgevat als het begin van de christelijke kerk.
Doop en duif doen aan elkaar denken, zoals bij Jezus’ doop. Soms worden de apostelen als 12 duiven afgebeeld. De duif was ook altijd een symbool van nieuw leven (Noach), vrede (Pax Christi) en vrijheid (vrij in Christus).
Veni Sante Spiritus
De roep om de geest heeft door de eeuwen heen in muziek op vele manieren geklonken:
Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods,
Daal neder waar Gij wordt verwacht
(…) Er is geen licht dan waar Gij zijt,
uw vleugels breidt, uw vleugels strekt
(tekst Ad ven Besten, Liedboek 680)
In de Middeleeuwen werd het gewoonte om in de liturgie op Pinksteren tijdens het zingen van Veni Sancte Spiritus een houten vogel aan een touw vanuit het gewelf in de kerk te laten neerdalen. Het gebruik om rozenblaadjes over de hoofden van mensen te laten neerdwarrelen doet daaraan denken. (Bron: Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, Jozef Lamberts, 2001)
Kunstenaar Frederick Franck (1909-2006) maakte een beeld van Franciscus van Assisi waarbij vijftig vogels uit diens hand de vrijheid kiezen. In de kloostertuin van de minderbroeders franciscanen in Megen is een kopie van dit beeld te zien (hierboven afgebeeld).
Vuur
De verborgen aanwezigheid van de Eeuwige, in vuur, was geen onbekend beeld:
De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. (Exodus 19, 18). Het is vuur dat mensen in beweging zet en inspireert:
Geschenk uit de hemel, mensen van vuur,
door de Geest bewogen
met Gods Rijk voor ogen.
Kom, vervul ons, Geest, dit uur.
Andries Govaart, in: Liedboek 702: 3,
zie ook diens website anderszins.eu
Recept
– Rabarbervuur, zie www.sameneerlijketen.nl
Schikken
– Zie www.symbolischschikken.nl
Verhaal
- Het beeld met 50 vogels van Fredrick Franck is te zien in de kloostertuin in Megen
Vieren
Zie www.scheppingvieren.nl, trefwoorden Pinksteren, vuur, duif, vijftig
Duif en sperwer
“Mijn God” – zoo sprak de duif – “is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerscht hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht.”
De sperwer sprak: “Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hooger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schoone neb een doffer slacht.”
Zoo keven zij; de een riep: “Gij lastert God” –
En de ander: “Gij zijt dom” – “Gij wilt mij krenken” –
– “Godloochenaar! – Gij drijft met God den spot!”
Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: “Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken.” –
Jacques Perk, uit: Gedichten (Van Looy, Amsterdam, 1910)