Vieren of gedenken, in alle rust of met elkaar.
Laat je inspireren door oude gewoontes, groene symboliek, markante personen, inspirerende initiatieven, smaakvolle recepten, toepasselijke teksten, en praktische tips.
28 oktober Simon de Zeloot en Judas Taddeüs – apostelen
Benut je laatste kans
Beide apostelen kregen een plaats op een kerkkalender, omdat ze nu eenmaal ‘oude heiligen’ zijn; hun namen worden in de Bijbel genoemd.
Van Simon bestaan relieken in Keulen. Met Judas wordt niet de beter bekende Judas Iskariot bedoeld, maar een ander (Johannes 14).
Simon en Judas worden samen in het veld afgebeeld en vinden ook samen de dood.
Hun gedenkdatum wordt verbonden met een late oogst en de verandering van het weer en de seizoenen, zoals in deze spreuk:
‘Als Simon en Judas gaan, komt de winter eraan.’
De laatste appels worden geoogst.
1 november Allerheiligen
In het licht van heiligen
De gedachtenis aan mensen als lichtende voorbeelden is in de westerse kerk terug te voeren tot de bouw van het Pantheon, herbouwd in de 2e eeuw nChr., een tempel aan ‘alle goden’ gewijd. Toen het gebouw door de Romeinse keizer omstreeks 600 aan paus Bonifacius IV geschonken werd, bracht deze er allerlei relieken van christelijke martelaren naar toe. Hij stelde een viering in om deze martelaren te gedenken op 13 mei, in de Paastijd. De kerk van het Oosten kende een dergelijke gedachtenisviering al sinds de 4e eeuw. Omstreeks 837 verplaatste paus Gregorius de viering naar 1 november en verruimde de gedachtenis tot alle heiligen.
Het Pantheon werd een kerkgebouw met in de koepel een cirkelvormige open ruimte. Door de koepel valt het licht naar binnen dat de donkere binnenruimte verlicht. Een dergelijk ‘hemels licht’ zien we terug op afbeeldingen van heiligen. Heiligen zijn te herkennen aan een gouden krans van licht rond of achter hun hoofd. De krans van licht doet denken aan de zon, als beeld van de Eeuwige, die zijn licht doet opgaan over alle mensen. Heiligen brengen ‘heil en verlichting’ door hun bijzondere levenswijze.
Vieren
– Zie www.scheppingvieren.nl / Allerzielen
Licht, geboren uit het duister
Licht dat ontstond in de wieg van de tijden
Licht dat bestaat, nog iedere dag.
Bron van warmte, energie
Bundel kleuren,
verbogen in het licht
van mensen
dat ons omgeeft.
(naar een tekst van Marijke de Bruine)
Recept
– Allerheiligenbrood, zie www.sameneerlijketen.nl
Eerste woensdag van november: Dankdag voor gewas en arbeid.
Op ‘Oogstdankdag’ wordt stilgestaan bij de oogst van het land en bij de mensen die daaraan bijdroegen. Katholieke kerken betrekken daarbij vaak de tradities van gilden en soms ook van volkstuinverenigingen.
In 1653 werd in Overijssel bij protestanten een vaste dankdag aangewezen: de eerste woensdag van november. Toen de industrialisatie toenam, is de viering in breder perspectief een dankdag voor gewas én arbeid geworden (zie ook Wereld Feesten Almenak). Dikwijls wordt gezond en duurzaam voedsel ingezameld, in de kerk gebracht, worden oogsttafels ingericht, om na de dankzegging dit naar de Voedselbank te brengen.
Dit jaar zijn niet alleen de vruchten van het land geoogst en de vruchten van de arbeid.
Er was door corona ook stilstand. In school en werk. Voor anderen was het juist extra druk, in zaken en in de zorg.
Tijd om terug te kijken en te zien waar we staan. Wat hebben we ervan geleerd? Wat kunnen we meenemen naar het volgende jaar? Genoeg om voor te danken, juist te midden van een wereldwijde crisis. Omdat het de wereld dichterbij brengt. De ander nabij.
Misschien kunnen we daarvoor ook plaatsmaken op onze oogsttafels.
Schikken
– voor passende schikkingen, zie www.symbolischschikken.nl
Vieren
– voor teksten, gedichten en vieringen, zie www.scheppingvieren.nl / oogst
Recepten
– voor recepten, zie www.sameneerlijketen.nl /dankdag
30 november Andreas de apostel
Nog één keer vis eten
Andreas, de apostel, was visser. Hij wordt afgebeeld met een schuin, gekanteld kruis.
Na 30 november viste men niet meer en tot Kerstmis at men zelfs geen vis: het is de periode van de adventstijd, die ook als vastentijd werd gezien.
Nog steeds is dit zo in de Oosters-Orthodoxe Kerken.
Recepten
4 weken voor kerst: Advent
Groen van hoop en verwachting
Advent verwijst naar het latijnse woord voor ‘ komen’. Het is een periode van inkeer en bezinning van minimaal vier weken als voorbereiding op Kerstmis: vanaf kerstavond 24 december wordt de komst (geboorte) van Jezus gevierd. De eerste adventszondag valt meestal eind november, soms begin december.
Ofschoon de kerkelijke, liturgische kleur in deze periode paars is, wordt in de advent uitgezien naar licht, naar een nieuwe toekomst, naar nieuw leven (groen).
Een groene olijfboom is in de bijbel beeld van een rechtvaardig mens (Psalm 52,10). Groen is de kleur van nieuw leven, de kleur van de lente. Altijd groene bomen, denk aan coniferen zoals spar, den, en thuja (levensboom), kunnen worden ervaren als blijvende hoop op vernieuwing van het leven. In de wintertijd, als de loofbomen kaal zijn, houdt het groen van deze bomen de hoop en verwachting wakker.
In 2020 valt de dag op 29 november.
Groene Krans
Een krans, beeld van eeuwigheid, beeld een kringloop in de tijd uit. De cirkel die zonder begin of einde is, herinnert aan God. In de bijbel is er sprake van een krans van gerechtigheid (2 Timoteüs 4,8) en een nooit verwelkende krans van heerlijkheid (1 Petrus 5,4).
Een stronk, een nieuwe twijg
Jezus’ geboorte werd verbonden met een tekst uit het boek Jesaja:
“Een twijg ontspruit aan de stronk van Isaï,
een telg ontbloeit aan zijn wortels” (Jesaja 11,1)
De stronk is hier beeld van hoop en verwachting, de twijg is de verwezenlijking van die hoop (Ezechiël, 17,22-23).
Recepten
– zie www.sameneerlijketen.nl /Advent
Schikken
– zie www.symbolischschikken.nl /Advent
Vieren
– in de adventsperiode klinkt telkens bij een psalm het terugkerende gezongen refrein (antifoon):
Heer der hemelse machten, breng Gij ons de keer:
In het licht van uw aanschijn bevrijding (Psalm 80)
– zie www.scheppingvieren.nl /Advent
5 december Sinterklaas
Kindervriend
Op de dag vóór zijn eigenlijke gedenkdag (6 december, zie deze Groene Kalender) is de traditie van het Sinterklaasfeest ontstaan.
De bisschop van Myra wordt in het Oosten vooral gezien als wonderdoener, in het Westen meer als kindervriend.
Eigenschappen van Wodan, de Germaanse God, zijn hem toegedicht. Wodan reed op een paard, wist en zag alles.
De knecht van Wodan, Nörwi, was een ‘zwarte vader van de nacht’ die hem vergezelde.
Recepten, suggesties:
– Amandelspeculaas en -poppen
– Taai-taai met roggebloem
– Bisschopswijn
Recepten
Zie verder www.sameneerlijketen.nl
6 december Nicolaas van Myra (ca. 280-342)
Graan delen
Nicolaas was bisschop in Myra, waar hij ook overleed. Tegenwoordig heet die plaats Demre, zuidwestelijk van Antalya in Turkije. Nicolaas is ook in het Oosten een bekende heilige in de Oosters-Orthodoxe Kerk. Talloze legenden verhalen van zijn bescherming als kindervriend en wonderdoener.
Zo zou hij in het geheim drie buidels goud naar binnen hebben gegooid bij een arme edelman, opdat diens dochters niet in de prostitutie hoefden maar konden trouwen. Omdat men op afbeeldingen van Nicolaas de drie goudbuidels als ‘bollen’ aanzag, werd hij ook beschermheilige van bakkers. Ook zou hij drie scholieren die door een herbergier gedood en in een ton gestopt waren, weer tot leven hebben gewekt. Volgens een andere versie werden drie kleine kinderen in een tobbe met warm water op het vuur gezet maar vergeten door hun moeder. Zij was naar de installatie van Nicolaas als bisschop in Myra gaan kijken en vond haar kinderen ongedeerd terug. Een andere legende verhaalt hoe Nicolaas eens op een schip overvallen werd door een hevige storm. Hij bedaarde de storm, zoals Jezus de storm op het meer (Marcus 4). Het maakte hem tot patroonheilige van zeevaarders.
Genoeg is genoeg
Legendarisch was ook zijn optreden tijdens een grote hongersnood. Nicolaas zag in de haven een schip met graan, bestemd voor Alexandrië en vroeg de kapitein graan af te staan om de hongersnood te keren. De kapitein gaf aan dat gedood te worden als hij met minder graan zou arriveren op zijn bestemming. Nicolaas herinnerde hem aan Jezus, die vijf broden en vissen uitdeelde aan een grote menigte, er was genoeg. De kapitein kende het verhaal, zette een streep op de scheepswand, daar waar het schip het water raakte. Hij gaf Nicolaas toestemming graan te nemen tot de streep boven het wateroppervlak uitkwam. Een wonder geschiedde: het schip bleef even zwaar geladen, nadat er voldoende graan was uitgeladen. Genoeg om de hongersnood te ledigen en om uit te zaaien voor een volgende oogst.
(zie ook www.bijbelin1000seconden.be, het verhaal naar Chantal Leterme)
7 december Ambrosius van Milaan (ca. 339-342)
Zoet als honing
‘Ambrosius, patroon van bijen en spreeuwen, houdt van waaien en sneeuwen.’
Ambrosius is een groot prediker, schrijver, en dichter van hymnen, met name over licht dat het duister overwint.
Als kind lag hij, volgens een legende, met open mond te slapen terwijl bijen die vulden met honing. Zijn woorden zouden ‘zo zoet zijn als honing’ (zoals een Psalm zegt).
Hij werd bisschop van Milaan en wordt met Augustinus, Gregorius de Grote en Hiëronymus gerekend tot de 4 grote Westerse kerkvaders.
13 december Lucia van Syracuse († 300)
Licht dragen
Lucia betekent ‘lichtdraagster’. Met name in Zweden wordt Lucia feestelijk herdacht. Meisjes dragen op hun hoofd een vaak groene kaarsenkroon met vijf of zeven kaarsen. Zo zijn zij op deze dag ‘draagsters van het licht’. Zij delen speciale “Luciabroodjes” uit (met saffraan).
Volgens een legende bezocht Lucia met haar zieke moeder het graf van de heilige Agatha (gestorven in de 3e eeuw in Catania), waarna haar moeder genas. Dankbaar schonk Lucia toen al haar bezit aan de armen. In een andere legende wordt verhaald hoe zij in de catacomben afdaalde om brood te brengen aan christenen die zich daar schuil hielden om te ontkomen aan vervolging. Zij droeg daarbij een kaars op haar hoofd als licht op haar pad.
Boom
– Sint-Luciakers is een volksnaam voor de Weichselboom. De boom is verwant aan de kers en wordt ook wel boerenpruim genoemd. Het hout heeft een goede geur. In het Duits wordt deze boom ook wel Sankt-Lucienholz genoemd, in het Frans Bois de Saint-Lucie.
Kruid
– Valkruid (Arnica montana ) of wolverlei heeft de volksnaam Sint Luciaanskruid. Hildegard van Bingen (1098-1179) noemt de plant Wolfislegena. Het was een bekend wondkruid waarvoor men de wortel gebruikte. Tegenwoordig wordt tinctuur uit bloemen nog in de volksgeneeskunde gebruikt. Wellicht dat door de combinatie van de vermeende heilzame werking en de lichte zonnige kleur van de bloem dit kruid aan Lucia herinnerde.
Recepten
Licht en leven
– “Het volk dat in duisternis ronddwaalt, ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen, worden door een helder licht beschenen” (Jesaja 9,1)
– “Dat licht van de Eeuwige wil tot ons komen en verblijf in ons nemen” (Johannes 14,23)
Licht dat de duisternis verbreekt, is het thema dat vanaf kerstavond (24 december), in de kerstnacht en in de dagen daarna doorklinkt.
Een heldere ster aan de hemel werd voor mensen een teken van heil. De stralende morgenster wordt een beeld van Jezus (Openbaring 22,16). Wijzen gaan naar de ster op zoek in het kerstverhaal volgens Lucas.
Groene boom
De altijd groene boom die als levensboom vrucht draagt, komt in verhalen bij veel volken voor en is een algemeen beeld van hoop en vertrouwen in nieuw en vruchtbaar leven. In het verhaal in Genesis 2 wordt ook een verband gelegd met toekomst, zie ook: “Wie overwint, zal Ik te eten geven van de levensboom, die in de tuin van God staat” (Openbaring 2,7).
In de Middeleeuwen ontstond in de Elzas de traditie om rond Kerst een groene boom op het kerkplein te plaatsen, versierd met vruchten, waaronder appeltjes: het beeld van de groene levensboom die altijd vrucht draagt. Zo wordt het nieuwe leven gevierd, Maarten Luther gaf er tijdens de reformatie steun aan. De boom kreeg later een plaats in de kerk en aan het einde van de 19e eeuw werd het gebruik een boom in huis te plaatsen.
Kerststal
Franciscus van Assisi kreeg, op zijn verzoek, in 1223 toestemming om Jezus’ geboorte zo tastbaar mogelijk te maken. De kerststal deed zijn intrede. Deze kerststal werd uitgebeeld met echte os en ezel, levende have. De kerken namen dit voorbeeld over, en later kreeg de kerststal ook in een plek thuis.
Franciscus maakte duidelijk dat men in de kerstnacht extra goed voor de dieren moest zorgen en ook de vogels moest voeren. De dieren zijn voor hem broers en zussen, zo spreekt hij over en met ze. Daarom betrekt hij ze bij de viering van de ‘menswording’ van God.
Materiaal om Kerstmis te vieren – zie www.scheppingvieren.nl/Kerst
Smakelijke recepten
Aan tafel met de feestelijke liturgische kleur wit of rondom een stervorm met ingrediënten van het winterse seizoen, zie: www.sameneerlijketen.nl/Kerst
Aankleding voor de viering – zie www.symbolischschikken.nl/Kerst
26 december Stefanus (Jeruzalem, † omstreeks 35 nChr.)
Vuur en steen
Stefanus, een Griekstalige jood, was door de apostelen aangesteld als diaken (Handelingen 6,5-7). Hij werd gedood door steniging en was daarmee de eerste ‘christelijke’ martelaar. Zijn gedenkdag is verbonden met Kerstmis, zijn dood houdt immers direkt verband met zijn navolging van Jezus.
De liturgische kleur rood op deze dag, verwijst naar het bloed van zijn martelaarschap, maar ook naar het gloedrode vuur van de geest van liefde. Vuur dat zich niet laat uitdoven.
Brandewijn
Stefanus werd beschermheilige van paarden. In Duitsland en Zweden wordt deze dag ook wel ‘paardendag genoemd. De ruiters rijden op hun paarden door de velden en om de akkers heen, om zo de vruchtbaarheid te bevorderen, een oude Germaanse traditie. In herbergen kregen de ruiters vervolgens hun Sint Steffensminne: brandewijn.
Kruid
– Heksenruid (Circae sp.) wordt ook wel Stevenskruid genoemd, in het Duits Sankt Stephanskraut.
1 januari Nieuwjaarsdag
Pelgrimeren naar een land van melk en honing
Een nieuw jaar, een nieuw begin. Nieuwjaar, een octaaf: acht dagen na Kerstmis. De achtste dag is de dag waarop een joods jongetje besneden wordt en het zijn naam ontvangt. De zoon van Maria krijgt de naam Jezus: ‘God redt’.
In Uw naam beginnen alle dagen,
een nieuwe jaarkring ligt voor mij gereed,
een jaar, dat ik in Uw naam wil dragen …
Uit: Wierookgraan, gebedenboek – H. Kuitenbrouwer en G. Smit
Melk en honing
De achtste dag, tevens de eerste dag van een nieuwe week, staat symbool voor een nieuw begin. De eerste dag van het nieuwe jaar wordt een dag met goede voornemens: op weg naar duurzaam leven op een groene aarde?!
Melk en honing zijn een bijbels beeld van een land van belofte, beeld van het goede leven, zoals beschreven in het verhaal van de uittocht:
‘Ik heb besloten jullie uit de ellende in Egypte weg te halen en je naar een land te brengen dat overvloeit van melk en honing’ (Exodus 3, 17).
Melk betekent dat er vee kan grazen, dat er water is om gras te laten groeien, dat er voedsel is voor mens en dier.
De profeet Jesaja bemoedigt het volk met een teken dat de Heer zelf aan het nageslacht van David zal geven:
‘De jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel, ‘God met ons’, noemen. Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen’ (Jesaja 7, 14-15)
Recepten
Zie ook Oud- en Nieuwjaar op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor:
– melk- en honingkoek: honingkoek
– welkomstdrank: slemp
Vieren
– Bijbelteksten: Jesaja 7, 10-17; Genesis 1 en 2; Exodus 3, 17
– Teksten voor vieringen (wintertijd)
– Gedicht Pelgrimage:
(…) Gaan
is antwoord, hoop en
leven,
ja zeggen, uit handen geven
als het moet
opnieuw beginnen,
liefde vinden,
goedheid – vrede – delen,
visioen.
Jeanette van Osselen http://www.scheppingvieren.nl/pelgrimage/
6 januari Epifanie – Het feest van Driekoningen
Een ster zet mensen op een ander spoor
Epifanie betekent aan het licht komen, ‘openbaar worden’. De bijzondere betekenis van Jezus komt aan het licht. Een ster wijst de weg en staat stil bij een pasgeboren kind in al zijn kwetsbaarheid.
In het kerkelijk jaar krijgt op 6 januari het verhaal van de magiërs (wijzen) aandacht. In de Kerken van het Oosten heeft niet het kerstverhaal van Jezus’ geboorte een centrale plaats maar is dit Epifaniefeest het belangrijkste feest (Matteüs 2, 10-11).
In de traditie worden de wijzen afgebeeld als koningen die, gedachtig Psalm 72, 10 en Jesaja 60, 1-3 en 6, “de Rechtvaardige” geschenken brengen. Zij vertegenwoordigen de drie toen bekende werelddelen, Europa, Azië en Afrika: dit kind heeft kennelijk betekenis voor de hele wereld. Soms worden de koningen in drie levensfasen getoond: Melchior als grijsaard, Balthasar als bebaarde volwassene en Caspar als jonge man, zonder baard met een donker gelaat.
De andere weg
Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God
zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan
en verschijnen aan allen die leven in duisternis
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.
Lucas 1, 77-79
Een ster wijst de weg naar een kind,
klein en kwetsbaar.
Een kroon van leven
gaat aan machtige heersers voorbij.
Zij die het kind aanschouwen,
kiezen een andere weg.
Een weg van verbondenheid met het al,
en weg die recht doet, vrede sticht,
respect voor de aarde toont.
Tini Brugge
Ster
In de Oudheid symboliseert het opgaan van een heldere ster de komst van een belangrijk persoon. Bileam ziet in een ster een verwijzing naar een machtig mens: een ster komt op uit Jakob (Numeri 24, 17). In het Driekoningenverhaal duidt de ster op Jezus’ betekenis: Toen Jezus geboren was in Betlehem in Judea, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’ (Matteüs 2, 1-2). In het laatste bijbelboek wordt Jezus morgenster genoemd: (…) de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster (Openbaring 22, 16).
Hij is de ster, hij is de zon,
hij is de eeuwige levensbron,
uit plant en steen,
uit zee en licht
straalt zijn godd’lijk aangezicht.
Novalis
Goud, wierook en mirre
Het goud dat de magiërs meebrengen wordt gezien als symbool voor het koningschap van Jezus, wierook als een teken van zijn priesterschap (opdragen van een reukoffer) en mirre om zijn menszijn aan te duiden (balsem voor het lichaam).
Wierook is een hars dat door twee bomen wordt afgescheiden (uitgezweet) door bladeren en takken. Het zijn middelgrote heesters van het geslacht Boswellia. De productie van de hars kan worden gestimuleerd door in de stam een snede te maken. De heerlijk ruikende wierookkorrels worden nog steeds in kerkelijke rituelen gebruikt.
Mirre is eveneens een geurende hars die wordt uitgezweet door ‘mirrebomen’. Waarschijnlijk zijn dat onder meer de Commiphora abyssinica en andere doornige, grillig vertakte heesters en kleine boompjes die op rotsgrond groeien. De takken en blaadjes geven spontaan de geurende harskorrels af. Mirre is de kostbaarste hars uit die tijd en werd verwerkt in zalfolie. Zowel bij de geboorte van Jezus als bij zijn kruisiging (Marcus 15, 23) wordt verwezen naar mirre.
Recepten
Meer over Driekoningen op de website www.sameneerlijketen.nl
Hier vindt u recepten voor Driekoningenpap, Driekoningenbrood, Driekoningenbrood met rozijnen, Driekoningenthee, en Driekoningentaart met amandelen en een boon (verrassing).
Schikken
– Met een ster, zie Ster bij Epifanie op de website van symbolisch bloemschikken.
Vieren
– Bijbelteksten: Matteus 2, 10-12; Psalm 72; Jesaja 60, 1-3, 6
– Symboliek van de ster: Matteüs 2, 10-12, Numeri 24, 17
– Zie het gedicht ‘Aan het licht komen ...’, Jeanette van Osselen op de website www.scheppingvieren.nl
De komst van de wijzen
Zij die op sterren reizen,
op hun innerlijk kompas,
zijn de zieners en de wijzen,
zoekers in de grote nacht.
Zij die op sterren reizen,
varend op de hemelkaart,
zoeken tekens in de ruimte
naar het hart van het bestaan.
Zij die op sterren reizen
vinden sterren in hun hart,
worden nieuwe zieners, wijzen
van een stralend gouden dag.
Zij die op sterren reizen
brengen daarvandaan iets mee,
want de afglans van de sferen
geurt als wierook om ons heen.
Uit: Kerstoratorium ‘Als appelbloesem in de winter’, Marijke de Bruijne
– Zie verder www.scheppingvieren.nl
Vieren
Sterzingen
Kinderen trekken zingend als koningen verkleed met een ster langs de huizen. Soms gaan zij vanuit de kerk op weg en worden uitgezonden met een boodschap. Het bedelen om snoep wordt dan verbonden met een andere opdracht: voedsel verzamelen voor de voedselbank, op een andere wijze bijdragen aan duurzaamheid of gerechtigheid. Je kunt het zien als ‘een andere weg’ gaan, na (aan)geraakt te zijn door het kind.
Averechtse processie
In sommige kerken liep men vóór de hoogmis, bij wijze van kleine processie, tegen de gewone richting in. Als het ware tegen de stroom in, de keuze “voor een andere weg in het licht van Jezus”.
8 januari Gudula (Goedele) van Brussel (ca 650 – 712)
Licht dat niet dooft
Licht typeerde Gudula’s leven. Op afbeeldingen zien we haar met een lamp of lantaarn, een kwetsbaar licht dat niet dooft, ook al is er nog zoveel dat het licht bedreigt.
Gudula werd geboren omstreeks 650 in een kasteel “Hof ter Hamme” niet ver van Moorsel, Vlaanderen. Zij kreeg onderwijs in de abdij van Nijvel. Daar was de heilige Gertrudis abdis, een nicht van haar moeder (zie ook deze Groene Kalender, 17 maart).
Nadat Gertrudis gestorven was, keerde Gudula terug naar het huidige Herdersem en begon met de zorg voor armen en zieken.
Een reliek van haar is, vanuit Moorsel waar zij begraven werd, in Brussel terecht gekomen. Daar werd een kathedraal aan haar gewijd.
In 2012 kwam Gudula ook “terug” in de kerk van Lochem: met een bescheiden beeld in een nis in het koor. De Oude Kerk in Lochem is destijds aan haar gewijd en haar beeltenis zal er zeker een plek gehad hebben. Door de reformatie in de 16e eeuw werd het een protestantse kerk en verdwenen alle beelden.
In 2012, 13 eeuwen na haar sterven, werd een Gudulawandelroute uitgezet vanaf de locatie waar zij geboren is naar Moorsel waar zij uiteindelijk begraven is.
De Missa Gudula uit de 18e eeuw is van de hand van de Brusselse componist Charles Joseph van Helmont. In het Gudula officie uit het begin van de 14e eeuw wordt de lantaarn van Gudula bezongen. Tot op vandaag zingt in Lochem de Capella Gudula er prachtige muziek!
Licht
Het verhaal gaat dat Gudula in het donker bij het eerste hanengekraai met een lamp op weg is naar de kerk in Moorsel om te bidden: om de zegen van God te vragen over haar werk dat in het teken van zorg en naastenliefde staat. Zij draagt een lamp die zij volgens de overlevering brandend hield met hulp van een engel. De duivel probeert het licht uit te blazen, maar haar geloof en gebed waren, zoals in veel heiligenverhalen, sterker. In de lange winternacht wordt het goddelijke Licht, dat met Jezus is geboren, elke dag sterker. Een afbeelding laat zien hoe zij haar handschoen aan een zonnestraal hangt en hoe een engel bij haar staat in het licht. Daaraan hield Gudula vast.
Populier
Toen Gudula stierf, midden in de winter, kwam bij haar graf spontaan een populier in bloei. Het is een beeld van de bloeiende levensboom, van een leven dat tot bloei en rijping kwam.
20 januari Sebastiaan en Fabiaan van Rome (ca. 288 resp. 250)
Joods Nieuwjaar van de bomen:
‘Sebastiaan en Fabiaan doen het sap in de bomen stromen.’
Sebastiaan van Rome diende in het leger. Hij werd christen, vanwege zijn geloof met pijlen doorboord en vastgebonden aan een boom. Zo wordt hij afgebeeld. Men dacht dat hij dood was, maar hij overleefde door een goede verzorging door de heilige Irene. Toen hij keizer Diocletianus aansprak op het geweld werd hij doodgegeseld. In de catacomben van de Via Appia werd hij begraven naast paus Fabianus.
Nieuwjaar van de bomen – de Joodse traditie
Omdat het joodse jaar een maanjaar is, en er dus ‘geschrikkeld’ moet worden om de feesten die met de seizoenen samenhangen in de juiste periode te vieren, is er geen vaste datum voor het Nieuwjaar van de bomen. De dag valt steeds wisselend ergens in januari of februari. Omdat de nieuwe groei van de bomen de strekking van het feest bepaalt, verbinden we voor de Groene Kalender deze dag aan 20 januari wanneer Sebastiaan en Fabiaan ‘het sap in de bomen doen gaan.’ In 2020 valt het Nieuwjaar van de bomen op 10 februari (zie ook de Wereld Feesten Almenak).
Toe b’Sjwat, de 15e dag van de maand Sjwat, was, toen de Tempel in Jeruzalem nog bestond, het begin van het nieuwe “belastingjaar”: er moesten “tienden” van de boomvruchten betaald worden.
“Tot deze datum leven de bomen van het water van het vorig jaar, maar vanaf de 15e van de maand Sjwat drinken en groeien zij van het water van het nieuwe jaar”. (Talmoed Jeroesjalmi, Rosj haSjana 1:2)
Wanneer de sapstromen van de vruchtbomen op gang begonnen te komen, kon men vaststellen welke bomen vrucht zouden dragen. Dit begin van de groei markeert in de joodse jaartelling het Nieuwjaar van de bomen.
Vieren
– Zie voor teksten, gedichten en vieringen rond bomen: www.scheppingvieren.nl
25 januari Joods Nieuwjaar van de bomen:
‘Sebastiaan en Fabiaan doen het sap in de bomen stromen.’
(zie deze kalender 21 januari)
Nieuwjaar van de bomen – de Joodse traditie
Omdat het joodse jaar een maanjaar is, en er dus ‘geschrikkeld’ moet worden om de feesten die met de seizoenen samenhangen in de juiste periode te vieren, is er geen vaste datum voor het Nieuwjaar van de bomen. De dag valt steeds wisselend ergens in januari of februari. Omdat de nieuwe groei van de bomen de strekking van het feest bepaalt, verbinden we voor de Groene Kalender deze dag aan 20 januari wanneer Sebastiaan en Fabiaan ‘het sap in de bomen doen gaan.’ In 2020 valt het Nieuwjaar van de bomen op 28 januari (zie ook de Wereld Feesten Almenak).
Toe b’Sjwat, de 15e dag van de maand Sjwat, was, toen de Tempel in Jeruzalem nog bestond, het begin van het nieuwe “belastingjaar”: er moesten “tienden” van de boomvruchten betaald worden.
“Tot deze datum leven de bomen van het water van het vorig jaar, maar vanaf de 15e van de maand Sjwat drinken en groeien zij van het water van het nieuwe jaar”. (Talmoed Jeroesjalmi, Rosj haSjana 1:2)
Wanneer de sapstromen van de vruchtbomen op gang begonnen te komen, kon men vaststellen welke bomen vrucht zouden dragen. Dit begin van de groei markeert in de joodse jaartelling het Nieuwjaar van de bomen.
Vieren
– Zie voor teksten, gedichten en vieringen rond bomen: www.scheppingvieren.nl
2 februari Opdracht van de Heer in de Tempel
Maria Lichtmis: Licht voor alle volken
Op 2 februari, veertig dagen na Kerstmis (de geboorte van Jezus), dragen Jozef en Maria volgens de joodse wet hun eerste zoon op aan God. Zij gaan daarvoor naar de tempel in Jeruzalem. De profeet Simeon herkent het kind als “Licht voor alle volken.” Het feest wordt ook wel Maria Lichtmis genoemd, omdat het gevierd wordt met veel kaarsjes.
Recepten
– voor Pannenkoeken, “koekebak”
– Meer over Maria Lichtmis: ‘Op Lichtmis is geen vrouwke zo arm of ze maakt haar panneke warm’, zie website Samen Eerlijk Eten
Schikken
– Sneeuwklokjes, licht voor de wereld, teken van hoop: ze luiden de winter uit en de lente in.
Sneeuwklokjes zijn mede door de monniken uit Zuid-Europa naar het Noorden gebracht. Het werd traditie om op deze dag van “Maria Lichtmis” het altaar te versieren met sneeuwklokjes.
Adam en Eva werden uit het paradijs verdreven. Het was een koude winter en het sneeuwde. Eva begon van verdriet te huilen. Een beschermengel ging naar haar toe en plakte een sneeuwvlok op Eva’s ogen. Het veranderde in een sneeuwklokje. De engel gaf het bloemetje aan Eva en zei: “Kijk eens goed, het heeft groene blaadjes en randjes en de vorm van een klokje. Het is een teken dat de winter snel voorbij zal zijn, dat het warmer en groen wordt om je heen. Kijk nog eens dieper naar binnen en zie het gouden hart van het bloempje: beeld van een onvergankelijk licht, beeld van God die ook jou nooit zal vergeten en die een plekje zoekt in je binnenste om te verblijven.” Eva richtte zich op, de engel was verdwenen, het hield op met sneeuwen en zie: sneeuwklokjes kwamen op door de sneeuw heen. Warm zonlicht opende hun klokjes. Bemoedigd gingen zij verder, in vertrouwen, met nieuw inzicht en uitzicht.
25 maart: Maria boodschap
Een nieuwe lente
Deze dag, negen maanden voor de geboorte van Jezus, herinnert aan de boodschap die Maria van een engel krijgt dat zij zwanger zal worden (25 december; Lucas 1, 1-38). Goddelijke liefde en barmhartigheid zullen zichtbaar worden in dat kind.
Op afbeeldingen wordt het verhaal heel vaak uitgebeeld, met kenmerkende elementen. Vaak leest Maria een boek, de bijbel als verhaal van God en mensen. De engel draagt dikwijls een tak met een witte lelie, nog met een verscholen bloemknop. Soms is een groene lenteboom te zien als verwijzing naar de levensboom en wordt Maria afgebeeld als een tweede Eva. Vaak is ook een duif te zien: Gods geest zal op Maria en haar kind rusten.
Maria boodschap, een lentegedicht
Naar ’t midden van de dag,
in het midden van de rozen,
toen het geen winter meer
en nog geen zomer was,
zat in de schaduw van
haar wimpers zacht te blozen,
over een open blad,
de reine Maagd – en las.
Haar kleed was verse sneeuw;
met duizend ogen staarde
de blauwe lucht door ‘t loof
naar zoveel zuiverheid;
en boven Haar was hoog
de hemel, – en de aarde
lag stil en ver in ’t licht,
als een gespreid tapijt.
Haar sluier, schemerblauw,
viel langs Haar wangen teder,
en om Haar schoudren op
Haar blote voeten neer
en langzaam over ’t blad,
woog als een engelveder
een blanke bloesemtwijg
zijn schaduw heen en weer.
Zij hoorde noch zij zag
de vogel die, verscholen
als uit een open bloem
voor Haar een wijsje floot,
maar diep gebogen en
Haar voeten in violen,
vernam zij God alleen
en wat het blad besloot:
De regens zijn voorbij,
de winter is verscheiden
en gulden regen loopt
langs rank en wijnstok uit;
het duifje lokt de duif
en tussen leliën weiden
en in de rozenhof
De bruid’gom en de bruid …
Naar ’t midden van de dag
In ’t midden van de rozen,
– als woei een verre geur,
een nieuwe lente aan –
hief zij verbaasd haar blik
en zag de Vlekkeloze
vóór haar, vol eerbied, de
Gezant des Hemels staan.
Die groette Haar en ging …
en zo mijn cel na regen
ontvangt een zonnestraal
door haar verhelderd glas,
ontving zij in haar schoot
toen wondervol een zegen,
toen het geen winter meer
en nog geen zomer was.
(Jaques Schreurs, Wierookgraan, Utrecht Spectrum, 1944)
Lang
nadat de engel was gegaan
stond Maria daar nog
diep verwonderd
In de bomen woonde
het licht
dat haar was overkomen.
(Corja Bekius)
31 maart Pasen
Tuin, Lam en Ei
Tuin
Op Paasmorgen ontmoet Maria Jezus in een tuin. Het decor van een Hof van olijven doet denken aan het paradijsverhaal in het boek Genesis: de plek waar een man en vrouw, Adam en Eva, elkaar ontmoeten. Het Paasverhaal luidt het begin in van een nieuwe geschiedenis van God en mensen. Een verhaal van hoop en leven (Johannes 20, 14-18).
Lam
In de joodse traditie offerde men volgens de voorschriften in het voorjaar een lam, de eerstgeborene, als dank aan God voor de uitbreiding van de kudde.
Bij het vertrek van het volk Israël uit Egypte slacht men een lam en strijkt een beetje bloed over de deurpost, teken dat God in dit huis geëerd wordt. Het beschermt voor de dood die in de nacht alle eerstgeborenen, mensen en dieren, zal treffen (Exodus 12). Wanneer Jezus ‘Lam Gods’ wordt genoemd, herinnert dat aan het beeld van de knecht van wie Jesaja zegt:
Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open.
Als een lam dat naar de slacht wordt geleid. (Jesaja 53, 7)
Met de verwoesting van de tempel in Jeruzalem (70 nChr.) nam deze offertraditie een einde.
Ei
Eieren zijn van oudsher met het Paasfeest verbonden. Eieren verwijzen naar het geheim van beginnend leven. In de Orthodoxe kerken worden paaseieren beschilderd of op een andere wijze versierd voordat ze met Pasen in de kerk worden gezegend. Deze eier-zegening heeft ook in de katholieke kerken bestaan, maar is inmiddels afgeschaft. In de Joodse traditie legt men een ei op de zogenaamde sederschotel. Deze schotel bevat allerlei ingrediënten en verwijst naar de overhaaste vlucht uit Egypte. Het ei symboliseert de blijvende verwachting van nieuw leven.
Recepten
– Paaslam
– Spinazietaart in de vorm van een gaffelkruis
– Eiersalade, zie foto
Zie ook www.sameneerlijketen.nl
Schikken
Vieren
Hemelvaart
Dauwtrappen en Bidprocessies
Op de maandag, dinsdag en woensdag vóór Hemelvaart, de zogenaamde ‘kruisdagen’ had men de gewoonte om met een kruis door de velden te lopen en driemaal een ‘ommegang’ te maken. Tijdens deze bidprocessie wordt om een zegen gevraagd over de vruchten van de aarde. De processies zijn omstreeks 470 ingesteld door bisschop Mamertus van Vienne (Frankrijk), nadat misoogsten tot hongersnood leidden.
Op Hemelvaart ‘s ochtends in alle vroegte met blote voeten door het bedauwde gras lopen: daaraan werd speciale kracht toegekend, en het was goed voor de huid. Zo ontstond het ‘dauwtrappen’, vroeg opstaan en door de velden trekken.
Recepten
– Dauwtrap-ontbijt, zie www.sameneerlijketen.nl
Schikken
Vieren