Vieren of gedenken, in alle rust of met elkaar.
Laat je inspireren door oude gewoontes, groene symboliek, markante personen, inspirerende initiatieven, smaakvolle recepten, toepasselijke teksten, en praktische tips.
7 december Ambrosius van Milaan (ca. 339-342)
Zoet als honing
‘Ambrosius, patroon van bijen en spreeuwen, houdt van waaien en sneeuwen.’
Ambrosius is een groot prediker, schrijver, en dichter van hymnen, met name over licht dat het duister overwint.
Als kind lag hij, volgens een legende, met open mond te slapen terwijl bijen die vulden met honing. Zijn woorden zouden ‘zo zoet zijn als honing’ (zoals een Psalm zegt).
Hij werd bisschop van Milaan en wordt met Augustinus, Gregorius de Grote en Hiëronymus gerekend tot de 4 grote Westerse kerkvaders.
13 december Lucia van Syracuse († 300)
Licht dragen
Lucia betekent ‘lichtdraagster’. Met name in Zweden wordt Lucia feestelijk herdacht. Meisjes dragen op hun hoofd een vaak groene kaarsenkroon met vijf of zeven kaarsen. Zo zijn zij op deze dag ‘draagsters van het licht’. Zij delen speciale “Luciabroodjes” uit (met saffraan).
Volgens een legende bezocht Lucia met haar zieke moeder het graf van de heilige Agatha (gestorven in de 3e eeuw in Catania), waarna haar moeder genas. Dankbaar schonk Lucia toen al haar bezit aan de armen. In een andere legende wordt verhaald hoe zij in de catacomben afdaalde om brood te brengen aan christenen die zich daar schuil hielden om te ontkomen aan vervolging. Zij droeg daarbij een kaars op haar hoofd als licht op haar pad.
Boom
– Sint-Luciakers is een volksnaam voor de Weichselboom. De boom is verwant aan de kers en wordt ook wel boerenpruim genoemd. Het hout heeft een goede geur. In het Duits wordt deze boom ook wel Sankt-Lucienholz genoemd, in het Frans Bois de Saint-Lucie.
Kruid
– Valkruid (Arnica montana ) of wolverlei heeft de volksnaam Sint Luciaanskruid. Hildegard van Bingen (1098-1179) noemt de plant Wolfislegena. Het was een bekend wondkruid waarvoor men de wortel gebruikte. Tegenwoordig wordt tinctuur uit bloemen nog in de volksgeneeskunde gebruikt. Wellicht dat door de combinatie van de vermeende heilzame werking en de lichte zonnige kleur van de bloem dit kruid aan Lucia herinnerde.
Recepten
30 november Andreas de apostel
Nog één keer vis eten
Andreas, de apostel, was visser. Hij wordt afgebeeld met een schuin, gekanteld kruis.
Na 30 november viste men niet meer en tot Kerstmis at men zelfs geen vis: het is de periode van de adventstijd, die ook als vastentijd werd gezien.
Nog steeds is dit zo in de Oosters-Orthodoxe Kerken.
Recepten
7 december Ambrosius van Milaan (ca. 339-342)
Zoet als honing
‘Ambrosius, patroon van bijen en spreeuwen, houdt van waaien en sneeuwen.’
Ambrosius is een groot prediker, schrijver, en dichter van hymnen, met name over licht dat het duister overwint.
Als kind lag hij, volgens een legende, met open mond te slapen terwijl bijen die vulden met honing. Zijn woorden zouden ‘zo zoet zijn als honing’ (zoals een Psalm zegt).
Hij werd bisschop van Milaan en wordt met Augustinus, Gregorius de Grote en Hiëronymus gerekend tot de 4 grote Westerse kerkvaders.
13 december Lucia van Syracuse († 300)
Licht dragen
Lucia betekent ‘lichtdraagster’. Met name in Zweden wordt Lucia feestelijk herdacht. Meisjes dragen op hun hoofd een vaak groene kaarsenkroon met vijf of zeven kaarsen. Zo zijn zij op deze dag ‘draagsters van het licht’. Zij delen speciale “Luciabroodjes” uit (met saffraan).
Volgens een legende bezocht Lucia met haar zieke moeder het graf van de heilige Agatha (gestorven in de 3e eeuw in Catania), waarna haar moeder genas. Dankbaar schonk Lucia toen al haar bezit aan de armen. In een andere legende wordt verhaald hoe zij in de catacomben afdaalde om brood te brengen aan christenen die zich daar schuil hielden om te ontkomen aan vervolging. Zij droeg daarbij een kaars op haar hoofd als licht op haar pad.
Boom
– Sint-Luciakers is een volksnaam voor de Weichselboom. De boom is verwant aan de kers en wordt ook wel boerenpruim genoemd. Het hout heeft een goede geur. In het Duits wordt deze boom ook wel Sankt-Lucienholz genoemd, in het Frans Bois de Saint-Lucie.
Kruid
– Valkruid (Arnica montana ) of wolverlei heeft de volksnaam Sint Luciaanskruid. Hildegard van Bingen (1098-1179) noemt de plant Wolfislegena. Het was een bekend wondkruid waarvoor men de wortel gebruikte. Tegenwoordig wordt tinctuur uit bloemen nog in de volksgeneeskunde gebruikt. Wellicht dat door de combinatie van de vermeende heilzame werking en de lichte zonnige kleur van de bloem dit kruid aan Lucia herinnerde.
Recepten
30 november Andreas de apostel
Nog één keer vis eten
Andreas, de apostel, was visser. Hij wordt afgebeeld met een schuin, gekanteld kruis.
Na 30 november viste men niet meer en tot Kerstmis at men zelfs geen vis: het is de periode van de adventstijd, die ook als vastentijd werd gezien.
Nog steeds is dit zo in de Oosters-Orthodoxe Kerken.
Recepten
7 december Ambrosius van Milaan (ca. 339-342)
Zoet als honing
‘Ambrosius, patroon van bijen en spreeuwen, houdt van waaien en sneeuwen.’
Ambrosius is een groot prediker, schrijver, en dichter van hymnen, met name over licht dat het duister overwint.
Als kind lag hij, volgens een legende, met open mond te slapen terwijl bijen die vulden met honing. Zijn woorden zouden ‘zo zoet zijn als honing’ (zoals een Psalm zegt).
Hij werd bisschop van Milaan en wordt met Augustinus, Gregorius de Grote en Hiëronymus gerekend tot de 4 grote Westerse kerkvaders.
13 december Lucia van Syracuse († 300)
Licht dragen
Lucia betekent ‘lichtdraagster’. Met name in Zweden wordt Lucia feestelijk herdacht. Meisjes dragen op hun hoofd een vaak groene kaarsenkroon met vijf of zeven kaarsen. Zo zijn zij op deze dag ‘draagsters van het licht’. Zij delen speciale “Luciabroodjes” uit (met saffraan).
Volgens een legende bezocht Lucia met haar zieke moeder het graf van de heilige Agatha (gestorven in de 3e eeuw in Catania), waarna haar moeder genas. Dankbaar schonk Lucia toen al haar bezit aan de armen. In een andere legende wordt verhaald hoe zij in de catacomben afdaalde om brood te brengen aan christenen die zich daar schuil hielden om te ontkomen aan vervolging. Zij droeg daarbij een kaars op haar hoofd als licht op haar pad.
Boom
– Sint-Luciakers is een volksnaam voor de Weichselboom. De boom is verwant aan de kers en wordt ook wel boerenpruim genoemd. Het hout heeft een goede geur. In het Duits wordt deze boom ook wel Sankt-Lucienholz genoemd, in het Frans Bois de Saint-Lucie.
Kruid
– Valkruid (Arnica montana ) of wolverlei heeft de volksnaam Sint Luciaanskruid. Hildegard van Bingen (1098-1179) noemt de plant Wolfislegena. Het was een bekend wondkruid waarvoor men de wortel gebruikte. Tegenwoordig wordt tinctuur uit bloemen nog in de volksgeneeskunde gebruikt. Wellicht dat door de combinatie van de vermeende heilzame werking en de lichte zonnige kleur van de bloem dit kruid aan Lucia herinnerde.
Recepten
17 april Pasen
Tuin: bloemen en dieren geven betekenis
Tuin
Op Paasmorgen ontmoet Maria Jezus in een tuin. Het decor van een Hof van olijven doet denken aan het paradijsverhaal in het boek Genesis: de plek waar een man en vrouw, Adam en Eva, elkaar ontmoeten. Het Paasverhaal luidt het begin in van een nieuwe geschiedenis van God en mensen. Een verhaal van hoop en leven (Johannes 20, 14-18). Daarin doen bloemen en dieren volop mee en geven het verhaal betekenis.
Lam
In de joodse traditie offerde men volgens de voorschriften in het voorjaar een lam, de eerstgeborene, als dank aan God voor de uitbreiding van de kudde.
Bij het vertrek van het volk Israël uit Egypte slacht men een lam en strijkt een beetje bloed over de deurpost, teken dat God in dit huis geëerd wordt. Het beschermt voor de dood die in de nacht alle eerstgeborenen, mensen en dieren, zal treffen (Exodus 12). Wanneer Jezus ‘Lam Gods’ wordt genoemd, herinnert dat aan het beeld van de knecht van wie Jesaja zegt:
Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open.
Als een lam dat naar de slacht wordt geleid. (Jesaja 53, 7)
Met de verwoesting van de tempel in Jeruzalem (70 nChr.) nam deze offertraditie een einde.
Het haantje en het zwaantje
Daar kraait een haan, een goed bericht:
weldra verschijnt het eerste licht.
Hij wekt ons op, geeft goede moed,
’t is Christus die ten leven roept.
(vertaling Andries Govaart, hymne Ales Diei Nuntius van Aurelius Prudentius Clemens, zie ook Govaarts website https://anderszins.eu/?s=daar+kraait )
De haan kondigt het licht aan als het nog donker is. Op de kerktoren kondigt hij de nieuwe (paas)morgen van Gods rijk aan. Het herinnert aan de opstanding, de kracht van het leven en het licht dat sterker is dan duisternis en dood. In de christelijke traditie werd de haan een symbool van waakzaamheid.
De zwaan verwijst door haar fraaie witte verschijning naar de verrijzenis van Christus. De legende verhaalt dat zwanen voor hun dood ‘zingen’. De uitdrukking ‘zwanenzang’ herinnert daaraan. In deze zang hoorde men een verwijzing naar het goede na de dood.
Op en in Lutherse kerken is vaak een zwaan te zien. Een voorloper van Luther in de Reformatie, Johannes Hus, zou eens gezegd hebben dat na hem iemand zou komen die veel beter was dan hij. De naam ‘Hus’ betekent gans. De naam van Luther werd met de mooie zwaan verbonden: in zijn familiewapen komt een zwaan voor.
Pauwentrots
Elk jaar verliest de pauw zijn mooie staartveren. In het voorjaar, rond Pasen heeft hij weer veren terug om mee te pronken. Men dacht dat het vlees van de pauw onsterfelijk was. Augustinus vermeldt dit in zijn De Civitate Dei (XXI, 4). Zo’n mooi dier kon niet door de zonden bedorven en sterfelijk zijn. De pauw wordt dan ook beschouwd als beeld van de rechtvaardige en verwijst naar vernieuwing en opstanding. De pauw wordt afgebeeld op paradijselijke voorstellingen.
Er is echter ook een andere kant. Legenden verhalen hoe de pauw zijn mooie veren mocht behouden, maar zijn paradijselijke zang verloor. Opdat hij zijn tekortkomingen niet vergeet. Daarom krijst en klaagt hij. Ook zijn trots leverde het verwijt op van hoogmoed, dat aan het dier kleeft.
Slakken, rupsen en vlinders
Als randversiering in getijdenboeken is vaak een slak afgebeeld die uit zijn huisje komt. Huisjesslakken overwinteren in hun eigen huisje. Zij sluiten dat af met een vlies dat hard wordt en hen beschermt. In het voorjaar doorbreekt een slak dit vlies en komt hij weer tot leven. Slakken verwijzen in de getijdenboeken naar opstaan en weer tot leven komen.
In de periode van Pasen vindt de wonderlijke metamorfose plaats van een ogenschijnlijke dode cocon die zich ontpopt tot een prachtige vlinder. In getijdenboeken komen rupsen en vlinders vaak voor als verwijzing naar nieuw leven uit een ‘dood’ bestaan. Rond Pasen verschijnen de eerste vlinders zoals de citroenvlinder.
De Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross ziet het stervensproces van een mens als het afleggen van het aardse omhulsel. Sterven betekent voor haar dat de ziel het lichaam verlaat en ingaat tot een ander, vrijer bestaan waarbij het lichaam niet meer nodig is. Het aardse omhulsel wordt afgelegd, zoals een vlinder uit zijn cocon tevoorschijn komt. Kübler-Ross raakte gefascineerd door tekeningen van vlinders die zij als 19-jarig meisje zag op de muren van het concentratiekamp in Majdanek, gemaakt door gevangen met de dood voor ogen.
Haas en eieren
De haas herinnert kerkvader Ambrosius (4e eeuw) aan de opstanding van Christus omdat de wintervacht in de lente van kleur veranderde. De haas is voorts een symbool van vruchtbaarheid. Ook eieren dragen het nieuwe leven in zich en kunnen verwijzen naar de geboorte en de opstanding van Jezus. In de kathedraal van Xanten (Duitsland) vindt men het ei terug in het moderne, bijzondere bronzen altaar.
Eieren zijn van oudsher met het Paasfeest verbonden. Eieren verwijzen naar het geheim van beginnend leven. In de Orthodoxe kerken worden paaseieren beschilderd of op een andere wijze versierd voordat ze met Pasen in de kerk worden gezegend. Deze eierzegening heeft ook in de katholieke kerken bestaan, maar is inmiddels afgeschaft. In de Joodse traditie legt men een ei op de zogenaamde sederschotel. Deze schotel bevat allerlei ingrediënten en verwijst naar de overhaaste vlucht uit Egypte. Het ei symboliseert de blijvende verwachting van nieuw leven.
Paasbloemen in een paastuin
Veel bloemen die omstreeks Pasen bloeien kregen in de volksmond de naam paasbloem, bijvoorbeeld narcis, sleutelbloem, dotterbloem, paardenbloem en hyacint. De keizerskroon kreeg door de vorm van haar bloemen de volksnaam Paasklokken. Ook muurbloem en steenbreek herinneren aan de opstanding: het leven is sterker.
Schikken
– Wilgenkatjes en forsythia worden paashout genoemd. Het zijn mooie forse takken waarmee grote ruimtes zoals kerken met Pasen versierd kunnen worden.
– Voorbeelden voor schikkingen, symbolischschikken.nl
Vieren
Voor passende teksten en gebeden zie www.scheppingvieren.nl
Recepten bij Pasen
Eiersalade
Paasbroden
- Armeens paasbrood
- Grieks paasbrood
- Gronings paasbrood
- Russisch paasbrood met amandelen
- Zoet Kloosterbrood
Paaskoekjes en taart
Paasmaaltijd
met lentegroene gerechten:
- Pascha
- Eenvoudige spinazietaart met geitenkaas
- Frittata, spinazie omelet
- Italiaanse paastaart
- Pikante paas-spinazietaart
- Spinazieschotel bij Ezechiël – lezing in de paasnacht
- Eiersalade met groen
Nagerecht
30 november Andreas de apostel
Nog één keer vis eten
Andreas, de apostel, was visser. Hij wordt afgebeeld met een schuin, gekanteld kruis.
Na 30 november viste men niet meer en tot Kerstmis at men zelfs geen vis: het is de periode van de adventstijd, die ook als vastentijd werd gezien.
Nog steeds is dit zo in de Oosters-Orthodoxe Kerken.
Recepten
7 december Ambrosius van Milaan (ca. 339-342)
Zoet als honing
‘Ambrosius, patroon van bijen en spreeuwen, houdt van waaien en sneeuwen.’
Ambrosius is een groot prediker, schrijver, en dichter van hymnen, met name over licht dat het duister overwint.
Als kind lag hij, volgens een legende, met open mond te slapen terwijl bijen die vulden met honing. Zijn woorden zouden ‘zo zoet zijn als honing’ (zoals een Psalm zegt).
Hij werd bisschop van Milaan en wordt met Augustinus, Gregorius de Grote en Hiëronymus gerekend tot de 4 grote Westerse kerkvaders.
13 december Lucia van Syracuse († 300)
Licht dragen
Lucia betekent ‘lichtdraagster’. Met name in Zweden wordt Lucia feestelijk herdacht. Meisjes dragen op hun hoofd een vaak groene kaarsenkroon met vijf of zeven kaarsen. Zo zijn zij op deze dag ‘draagsters van het licht’. Zij delen speciale “Luciabroodjes” uit (met saffraan).
Volgens een legende bezocht Lucia met haar zieke moeder het graf van de heilige Agatha (gestorven in de 3e eeuw in Catania), waarna haar moeder genas. Dankbaar schonk Lucia toen al haar bezit aan de armen. In een andere legende wordt verhaald hoe zij in de catacomben afdaalde om brood te brengen aan christenen die zich daar schuil hielden om te ontkomen aan vervolging. Zij droeg daarbij een kaars op haar hoofd als licht op haar pad.
Boom
– Sint-Luciakers is een volksnaam voor de Weichselboom. De boom is verwant aan de kers en wordt ook wel boerenpruim genoemd. Het hout heeft een goede geur. In het Duits wordt deze boom ook wel Sankt-Lucienholz genoemd, in het Frans Bois de Saint-Lucie.
Kruid
– Valkruid (Arnica montana ) of wolverlei heeft de volksnaam Sint Luciaanskruid. Hildegard van Bingen (1098-1179) noemt de plant Wolfislegena. Het was een bekend wondkruid waarvoor men de wortel gebruikte. Tegenwoordig wordt tinctuur uit bloemen nog in de volksgeneeskunde gebruikt. Wellicht dat door de combinatie van de vermeende heilzame werking en de lichte zonnige kleur van de bloem dit kruid aan Lucia herinnerde.
Recepten
30 november Andreas de apostel
Nog één keer vis eten
Andreas, de apostel, was visser. Hij wordt afgebeeld met een schuin, gekanteld kruis.
Na 30 november viste men niet meer en tot Kerstmis at men zelfs geen vis: het is de periode van de adventstijd, die ook als vastentijd werd gezien.
Nog steeds is dit zo in de Oosters-Orthodoxe Kerken.
Recepten
7 december Ambrosius van Milaan (ca. 339-342)
Zoet als honing
‘Ambrosius, patroon van bijen en spreeuwen, houdt van waaien en sneeuwen.’
Ambrosius is een groot prediker, schrijver, en dichter van hymnen, met name over licht dat het duister overwint.
Als kind lag hij, volgens een legende, met open mond te slapen terwijl bijen die vulden met honing. Zijn woorden zouden ‘zo zoet zijn als honing’ (zoals een Psalm zegt).
Hij werd bisschop van Milaan en wordt met Augustinus, Gregorius de Grote en Hiëronymus gerekend tot de 4 grote Westerse kerkvaders.
13 december Lucia van Syracuse († 300)
Licht dragen
Lucia betekent ‘lichtdraagster’. Met name in Zweden wordt Lucia feestelijk herdacht. Meisjes dragen op hun hoofd een vaak groene kaarsenkroon met vijf of zeven kaarsen. Zo zijn zij op deze dag ‘draagsters van het licht’. Zij delen speciale “Luciabroodjes” uit (met saffraan).
Volgens een legende bezocht Lucia met haar zieke moeder het graf van de heilige Agatha (gestorven in de 3e eeuw in Catania), waarna haar moeder genas. Dankbaar schonk Lucia toen al haar bezit aan de armen. In een andere legende wordt verhaald hoe zij in de catacomben afdaalde om brood te brengen aan christenen die zich daar schuil hielden om te ontkomen aan vervolging. Zij droeg daarbij een kaars op haar hoofd als licht op haar pad.
Boom
– Sint-Luciakers is een volksnaam voor de Weichselboom. De boom is verwant aan de kers en wordt ook wel boerenpruim genoemd. Het hout heeft een goede geur. In het Duits wordt deze boom ook wel Sankt-Lucienholz genoemd, in het Frans Bois de Saint-Lucie.
Kruid
– Valkruid (Arnica montana ) of wolverlei heeft de volksnaam Sint Luciaanskruid. Hildegard van Bingen (1098-1179) noemt de plant Wolfislegena. Het was een bekend wondkruid waarvoor men de wortel gebruikte. Tegenwoordig wordt tinctuur uit bloemen nog in de volksgeneeskunde gebruikt. Wellicht dat door de combinatie van de vermeende heilzame werking en de lichte zonnige kleur van de bloem dit kruid aan Lucia herinnerde.
Recepten
30 november Andreas de apostel
Nog één keer vis eten
Andreas, de apostel, was visser. Hij wordt afgebeeld met een schuin, gekanteld kruis.
Na 30 november viste men niet meer en tot Kerstmis at men zelfs geen vis: het is de periode van de adventstijd, die ook als vastentijd werd gezien.
Nog steeds is dit zo in de Oosters-Orthodoxe Kerken.
Recepten
7 december Ambrosius van Milaan (ca. 339-342)
Zoet als honing
‘Ambrosius, patroon van bijen en spreeuwen, houdt van waaien en sneeuwen.’
Ambrosius is een groot prediker, schrijver, en dichter van hymnen, met name over licht dat het duister overwint.
Als kind lag hij, volgens een legende, met open mond te slapen terwijl bijen die vulden met honing. Zijn woorden zouden ‘zo zoet zijn als honing’ (zoals een Psalm zegt).
Hij werd bisschop van Milaan en wordt met Augustinus, Gregorius de Grote en Hiëronymus gerekend tot de 4 grote Westerse kerkvaders.
13 december Lucia van Syracuse († 300)
Licht dragen
Lucia betekent ‘lichtdraagster’. Met name in Zweden wordt Lucia feestelijk herdacht. Meisjes dragen op hun hoofd een vaak groene kaarsenkroon met vijf of zeven kaarsen. Zo zijn zij op deze dag ‘draagsters van het licht’. Zij delen speciale “Luciabroodjes” uit (met saffraan).
Volgens een legende bezocht Lucia met haar zieke moeder het graf van de heilige Agatha (gestorven in de 3e eeuw in Catania), waarna haar moeder genas. Dankbaar schonk Lucia toen al haar bezit aan de armen. In een andere legende wordt verhaald hoe zij in de catacomben afdaalde om brood te brengen aan christenen die zich daar schuil hielden om te ontkomen aan vervolging. Zij droeg daarbij een kaars op haar hoofd als licht op haar pad.
Boom
– Sint-Luciakers is een volksnaam voor de Weichselboom. De boom is verwant aan de kers en wordt ook wel boerenpruim genoemd. Het hout heeft een goede geur. In het Duits wordt deze boom ook wel Sankt-Lucienholz genoemd, in het Frans Bois de Saint-Lucie.
Kruid
– Valkruid (Arnica montana ) of wolverlei heeft de volksnaam Sint Luciaanskruid. Hildegard van Bingen (1098-1179) noemt de plant Wolfislegena. Het was een bekend wondkruid waarvoor men de wortel gebruikte. Tegenwoordig wordt tinctuur uit bloemen nog in de volksgeneeskunde gebruikt. Wellicht dat door de combinatie van de vermeende heilzame werking en de lichte zonnige kleur van de bloem dit kruid aan Lucia herinnerde.
Recepten
3e week januari Gebedsweek voor de eenheid van de kerken
Zie: www.raadvankerken.nl of www.missienederland.nl
Recepten
-Voor “Brood en zout”, zie Gebedsweek (op website van www.sameneerlijketen.nl)
Schikken
– Passende schikkingen, zie www.symbolischschikken.nl
19 mei Pinksteren
Vijftig vogels in een kloostertuin
Duif
De duif is vaak op afbeeldingen te zien. De duif is in de christelijke traditie een verwijzing naar de Geest. Het is de geest die van God uitgaat. Na Jezus’ dood is het ook zijn geest die in mensen werkzaam wordt.
De evangelist Lucas vertelt in zijn boek Handelingen (1 en 2) hoe op ‘Pinksteren’ (wat betekent: de vijftigste dag, na Pasen) volgelingen van Jezus ‘gedoopt worden’ en ‘vervuld raken’ met heilige Geest, een heftig gebeuren dat beschreven wordt in termen van hevige wind en tongen van vuur. Deze ‘uitstorting van geest’ wordt wel opgevat als het begin van de christelijke kerk.
Doop en duif doen aan elkaar denken, zoals bij Jezus’ doop. Soms worden de apostelen als 12 duiven afgebeeld. De duif was ook altijd een symbool van nieuw leven (Noach), vrede (Pax Christi) en vrijheid (vrij in Christus).
Veni Sante Spiritus
De roep om de geest heeft door de eeuwen heen in muziek op vele manieren geklonken:
Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods,
Daal neder waar Gij wordt verwacht
(…) Er is geen licht dan waar Gij zijt,
uw vleugels breidt, uw vleugels strekt
(tekst Ad ven Besten, Liedboek 680)
In de Middeleeuwen werd het gewoonte om in de liturgie op Pinksteren tijdens het zingen van Veni Sancte Spiritus een houten vogel aan een touw vanuit het gewelf in de kerk te laten neerdalen. Het gebruik om rozenblaadjes over de hoofden van mensen te laten neerdwarrelen doet daaraan denken. (Bron: Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, Jozef Lamberts, 2001)
Kunstenaar Frederick Franck (1909-2006) maakte een beeld van Franciscus van Assisi waarbij vijftig vogels uit diens hand de vrijheid kiezen. In de kloostertuin van de minderbroeders franciscanen in Megen is een kopie van dit beeld te zien (hierboven afgebeeld).
Vuur
De verborgen aanwezigheid van de Eeuwige, in vuur, was geen onbekend beeld:
De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. (Exodus 19, 18). Het is vuur dat mensen in beweging zet en inspireert:
Geschenk uit de hemel, mensen van vuur,
door de Geest bewogen
met Gods Rijk voor ogen.
Kom, vervul ons, Geest, dit uur.
Andries Govaart, in: Liedboek 702: 3,
zie ook diens website anderszins.eu
Recept
– Rabarbervuur, zie www.sameneerlijketen.nl
Schikken
– Zie www.symbolischschikken.nl
Verhaal
- Het beeld met 50 vogels van Fredrick Franck is te zien in de kloostertuin in Megen
Vieren
Zie www.scheppingvieren.nl, trefwoorden Pinksteren, vuur, duif, vijftig
Duif en sperwer
“Mijn God” – zoo sprak de duif – “is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerscht hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht.”
De sperwer sprak: “Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hooger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schoone neb een doffer slacht.”
Zoo keven zij; de een riep: “Gij lastert God” –
En de ander: “Gij zijt dom” – “Gij wilt mij krenken” –
– “Godloochenaar! – Gij drijft met God den spot!”
Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: “Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken.” –
Jacques Perk, uit: Gedichten (Van Looy, Amsterdam, 1910)