Vieren of gedenken, in alle rust of met elkaar.
Laat je inspireren door oude gewoontes, groene symboliek, markante personen, inspirerende initiatieven, smaakvolle recepten, toepasselijke teksten, en praktische tips.
8 januari Gudula (Goedele) van Brussel (ca 650 – 712)
Licht dat niet dooft
Licht typeerde Gudula’s leven. Op afbeeldingen zien we haar met een lamp of lantaarn, een kwetsbaar licht dat niet dooft, ook al is er nog zoveel dat het licht bedreigt.
Gudula werd geboren omstreeks 650 in een kasteel “Hof ter Hamme” niet ver van Moorsel, Vlaanderen. Zij kreeg onderwijs in de abdij van Nijvel. Daar was de heilige Gertrudis abdis, een nicht van haar moeder (zie ook deze Groene Kalender, 17 maart).
Nadat Gertrudis gestorven was, keerde Gudula terug naar het huidige Herdersem en begon met de zorg voor armen en zieken.
Een reliek van haar is, vanuit Moorsel waar zij begraven werd, in Brussel terecht gekomen. Daar werd een kathedraal aan haar gewijd.
In 2012 kwam Gudula ook “terug” in de kerk van Lochem: met een bescheiden beeld in een nis in het koor. De Oude Kerk in Lochem is destijds aan haar gewijd en haar beeltenis zal er zeker een plek gehad hebben. Door de reformatie in de 16e eeuw werd het een protestantse kerk en verdwenen alle beelden.
In 2012, 13 eeuwen na haar sterven, werd een Gudulawandelroute uitgezet vanaf de locatie waar zij geboren is naar Moorsel waar zij uiteindelijk begraven is.
De Missa Gudula uit de 18e eeuw is van de hand van de Brusselse componist Charles Joseph van Helmont. In het Gudula officie uit het begin van de 14e eeuw wordt de lantaarn van Gudula bezongen. Tot op vandaag zingt in Lochem de Capella Gudula er prachtige muziek!
Licht
Het verhaal gaat dat Gudula in het donker bij het eerste hanengekraai met een lamp op weg is naar de kerk in Moorsel om te bidden: om de zegen van God te vragen over haar werk dat in het teken van zorg en naastenliefde staat. Zij draagt een lamp die zij volgens de overlevering brandend hield met hulp van een engel. De duivel probeert het licht uit te blazen, maar haar geloof en gebed waren, zoals in veel heiligenverhalen, sterker. In de lange winternacht wordt het goddelijke Licht, dat met Jezus is geboren, elke dag sterker. Een afbeelding laat zien hoe zij haar handschoen aan een zonnestraal hangt en hoe een engel bij haar staat in het licht. Daaraan hield Gudula vast.
Populier
Toen Gudula stierf, midden in de winter, kwam bij haar graf spontaan een populier in bloei. Het is een beeld van de bloeiende levensboom, van een leven dat tot bloei en rijping kwam.
2 februari Opdracht van de Heer in de Tempel
Maria Lichtmis: Licht voor alle volken
Op 2 februari, veertig dagen na Kerstmis (de geboorte van Jezus), dragen Jozef en Maria volgens de joodse wet hun eerste zoon op aan God. Zij gaan daarvoor naar de tempel in Jeruzalem. De profeet Simeon herkent het kind als “Licht voor alle volken.” Het feest wordt ook wel Maria Lichtmis genoemd, omdat het gevierd wordt met veel kaarsjes.
Recepten
– voor Pannenkoeken, “koekebak”
– Meer over Maria Lichtmis: ‘Op Lichtmis is geen vrouwke zo arm of ze maakt haar panneke warm’, zie website Samen Eerlijk Eten
Schikken
– Sneeuwklokjes, licht voor de wereld, teken van hoop: ze luiden de winter uit en de lente in.
Sneeuwklokjes zijn mede door de monniken uit Zuid-Europa naar het Noorden gebracht. Het werd traditie om op deze dag van “Maria Lichtmis” het altaar te versieren met sneeuwklokjes.
Adam en Eva werden uit het paradijs verdreven. Het was een koude winter en het sneeuwde. Eva begon van verdriet te huilen. Een beschermengel ging naar haar toe en plakte een sneeuwvlok op Eva’s ogen. Het veranderde in een sneeuwklokje. De engel gaf het bloemetje aan Eva en zei: “Kijk eens goed, het heeft groene blaadjes en randjes en de vorm van een klokje. Het is een teken dat de winter snel voorbij zal zijn, dat het warmer en groen wordt om je heen. Kijk nog eens dieper naar binnen en zie het gouden hart van het bloempje: beeld van een onvergankelijk licht, beeld van God die ook jou nooit zal vergeten en die een plekje zoekt in je binnenste om te verblijven.” Eva richtte zich op, de engel was verdwenen, het hield op met sneeuwen en zie: sneeuwklokjes kwamen op door de sneeuw heen. Warm zonlicht opende hun klokjes. Bemoedigd gingen zij verder, in vertrouwen, met nieuw inzicht en uitzicht.
19 mei Pinksteren
Vijftig vogels in een kloostertuin
Duif
De duif is vaak op afbeeldingen te zien. De duif is in de christelijke traditie een verwijzing naar de Geest. Het is de geest die van God uitgaat. Na Jezus’ dood is het ook zijn geest die in mensen werkzaam wordt.
De evangelist Lucas vertelt in zijn boek Handelingen (1 en 2) hoe op ‘Pinksteren’ (wat betekent: de vijftigste dag, na Pasen) volgelingen van Jezus ‘gedoopt worden’ en ‘vervuld raken’ met heilige Geest, een heftig gebeuren dat beschreven wordt in termen van hevige wind en tongen van vuur. Deze ‘uitstorting van geest’ wordt wel opgevat als het begin van de christelijke kerk.
Doop en duif doen aan elkaar denken, zoals bij Jezus’ doop. Soms worden de apostelen als 12 duiven afgebeeld. De duif was ook altijd een symbool van nieuw leven (Noach), vrede (Pax Christi) en vrijheid (vrij in Christus).
Veni Sante Spiritus
De roep om de geest heeft door de eeuwen heen in muziek op vele manieren geklonken:
Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods,
Daal neder waar Gij wordt verwacht
(…) Er is geen licht dan waar Gij zijt,
uw vleugels breidt, uw vleugels strekt
(tekst Ad ven Besten, Liedboek 680)
In de Middeleeuwen werd het gewoonte om in de liturgie op Pinksteren tijdens het zingen van Veni Sancte Spiritus een houten vogel aan een touw vanuit het gewelf in de kerk te laten neerdalen. Het gebruik om rozenblaadjes over de hoofden van mensen te laten neerdwarrelen doet daaraan denken. (Bron: Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, Jozef Lamberts, 2001)
Kunstenaar Frederick Franck (1909-2006) maakte een beeld van Franciscus van Assisi waarbij vijftig vogels uit diens hand de vrijheid kiezen. In de kloostertuin van de minderbroeders franciscanen in Megen is een kopie van dit beeld te zien (hierboven afgebeeld).
Vuur
De verborgen aanwezigheid van de Eeuwige, in vuur, was geen onbekend beeld:
De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. (Exodus 19, 18). Het is vuur dat mensen in beweging zet en inspireert:
Geschenk uit de hemel, mensen van vuur,
door de Geest bewogen
met Gods Rijk voor ogen.
Kom, vervul ons, Geest, dit uur.
Andries Govaart, in: Liedboek 702: 3,
zie ook diens website anderszins.eu
Recept
– Rabarbervuur, zie www.sameneerlijketen.nl
Schikken
– Zie www.symbolischschikken.nl
Verhaal
- Het beeld met 50 vogels van Fredrick Franck is te zien in de kloostertuin in Megen
Vieren
Zie www.scheppingvieren.nl, trefwoorden Pinksteren, vuur, duif, vijftig
Duif en sperwer
“Mijn God” – zoo sprak de duif – “is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerscht hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht.”
De sperwer sprak: “Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hooger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schoone neb een doffer slacht.”
Zoo keven zij; de een riep: “Gij lastert God” –
En de ander: “Gij zijt dom” – “Gij wilt mij krenken” –
– “Godloochenaar! – Gij drijft met God den spot!”
Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: “Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken.” –
Jacques Perk, uit: Gedichten (Van Looy, Amsterdam, 1910)
8 januari Gudula (Goedele) van Brussel (ca 650 – 712)
Licht dat niet dooft
Licht typeerde Gudula’s leven. Op afbeeldingen zien we haar met een lamp of lantaarn, een kwetsbaar licht dat niet dooft, ook al is er nog zoveel dat het licht bedreigt.
Gudula werd geboren omstreeks 650 in een kasteel “Hof ter Hamme” niet ver van Moorsel, Vlaanderen. Zij kreeg onderwijs in de abdij van Nijvel. Daar was de heilige Gertrudis abdis, een nicht van haar moeder (zie ook deze Groene Kalender, 17 maart).
Nadat Gertrudis gestorven was, keerde Gudula terug naar het huidige Herdersem en begon met de zorg voor armen en zieken.
Een reliek van haar is, vanuit Moorsel waar zij begraven werd, in Brussel terecht gekomen. Daar werd een kathedraal aan haar gewijd.
In 2012 kwam Gudula ook “terug” in de kerk van Lochem: met een bescheiden beeld in een nis in het koor. De Oude Kerk in Lochem is destijds aan haar gewijd en haar beeltenis zal er zeker een plek gehad hebben. Door de reformatie in de 16e eeuw werd het een protestantse kerk en verdwenen alle beelden.
In 2012, 13 eeuwen na haar sterven, werd een Gudulawandelroute uitgezet vanaf de locatie waar zij geboren is naar Moorsel waar zij uiteindelijk begraven is.
De Missa Gudula uit de 18e eeuw is van de hand van de Brusselse componist Charles Joseph van Helmont. In het Gudula officie uit het begin van de 14e eeuw wordt de lantaarn van Gudula bezongen. Tot op vandaag zingt in Lochem de Capella Gudula er prachtige muziek!
Licht
Het verhaal gaat dat Gudula in het donker bij het eerste hanengekraai met een lamp op weg is naar de kerk in Moorsel om te bidden: om de zegen van God te vragen over haar werk dat in het teken van zorg en naastenliefde staat. Zij draagt een lamp die zij volgens de overlevering brandend hield met hulp van een engel. De duivel probeert het licht uit te blazen, maar haar geloof en gebed waren, zoals in veel heiligenverhalen, sterker. In de lange winternacht wordt het goddelijke Licht, dat met Jezus is geboren, elke dag sterker. Een afbeelding laat zien hoe zij haar handschoen aan een zonnestraal hangt en hoe een engel bij haar staat in het licht. Daaraan hield Gudula vast.
Populier
Toen Gudula stierf, midden in de winter, kwam bij haar graf spontaan een populier in bloei. Het is een beeld van de bloeiende levensboom, van een leven dat tot bloei en rijping kwam.
19 mei Pinksteren
Vijftig vogels in een kloostertuin
Duif
De duif is vaak op afbeeldingen te zien. De duif is in de christelijke traditie een verwijzing naar de Geest. Het is de geest die van God uitgaat. Na Jezus’ dood is het ook zijn geest die in mensen werkzaam wordt.
De evangelist Lucas vertelt in zijn boek Handelingen (1 en 2) hoe op ‘Pinksteren’ (wat betekent: de vijftigste dag, na Pasen) volgelingen van Jezus ‘gedoopt worden’ en ‘vervuld raken’ met heilige Geest, een heftig gebeuren dat beschreven wordt in termen van hevige wind en tongen van vuur. Deze ‘uitstorting van geest’ wordt wel opgevat als het begin van de christelijke kerk.
Doop en duif doen aan elkaar denken, zoals bij Jezus’ doop. Soms worden de apostelen als 12 duiven afgebeeld. De duif was ook altijd een symbool van nieuw leven (Noach), vrede (Pax Christi) en vrijheid (vrij in Christus).
Veni Sante Spiritus
De roep om de geest heeft door de eeuwen heen in muziek op vele manieren geklonken:
Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods,
Daal neder waar Gij wordt verwacht
(…) Er is geen licht dan waar Gij zijt,
uw vleugels breidt, uw vleugels strekt
(tekst Ad ven Besten, Liedboek 680)
In de Middeleeuwen werd het gewoonte om in de liturgie op Pinksteren tijdens het zingen van Veni Sancte Spiritus een houten vogel aan een touw vanuit het gewelf in de kerk te laten neerdalen. Het gebruik om rozenblaadjes over de hoofden van mensen te laten neerdwarrelen doet daaraan denken. (Bron: Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, Jozef Lamberts, 2001)
Kunstenaar Frederick Franck (1909-2006) maakte een beeld van Franciscus van Assisi waarbij vijftig vogels uit diens hand de vrijheid kiezen. In de kloostertuin van de minderbroeders franciscanen in Megen is een kopie van dit beeld te zien (hierboven afgebeeld).
Vuur
De verborgen aanwezigheid van de Eeuwige, in vuur, was geen onbekend beeld:
De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. (Exodus 19, 18). Het is vuur dat mensen in beweging zet en inspireert:
Geschenk uit de hemel, mensen van vuur,
door de Geest bewogen
met Gods Rijk voor ogen.
Kom, vervul ons, Geest, dit uur.
Andries Govaart, in: Liedboek 702: 3,
zie ook diens website anderszins.eu
Recept
– Rabarbervuur, zie www.sameneerlijketen.nl
Schikken
– Zie www.symbolischschikken.nl
Verhaal
- Het beeld met 50 vogels van Fredrick Franck is te zien in de kloostertuin in Megen
Vieren
Zie www.scheppingvieren.nl, trefwoorden Pinksteren, vuur, duif, vijftig
Duif en sperwer
“Mijn God” – zoo sprak de duif – “is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerscht hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht.”
De sperwer sprak: “Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hooger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schoone neb een doffer slacht.”
Zoo keven zij; de een riep: “Gij lastert God” –
En de ander: “Gij zijt dom” – “Gij wilt mij krenken” –
– “Godloochenaar! – Gij drijft met God den spot!”
Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: “Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken.” –
Jacques Perk, uit: Gedichten (Van Looy, Amsterdam, 1910)
19 mei Pinksteren
Vijftig vogels in een kloostertuin
Duif
De duif is vaak op afbeeldingen te zien. De duif is in de christelijke traditie een verwijzing naar de Geest. Het is de geest die van God uitgaat. Na Jezus’ dood is het ook zijn geest die in mensen werkzaam wordt.
De evangelist Lucas vertelt in zijn boek Handelingen (1 en 2) hoe op ‘Pinksteren’ (wat betekent: de vijftigste dag, na Pasen) volgelingen van Jezus ‘gedoopt worden’ en ‘vervuld raken’ met heilige Geest, een heftig gebeuren dat beschreven wordt in termen van hevige wind en tongen van vuur. Deze ‘uitstorting van geest’ wordt wel opgevat als het begin van de christelijke kerk.
Doop en duif doen aan elkaar denken, zoals bij Jezus’ doop. Soms worden de apostelen als 12 duiven afgebeeld. De duif was ook altijd een symbool van nieuw leven (Noach), vrede (Pax Christi) en vrijheid (vrij in Christus).
Veni Sante Spiritus
De roep om de geest heeft door de eeuwen heen in muziek op vele manieren geklonken:
Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods,
Daal neder waar Gij wordt verwacht
(…) Er is geen licht dan waar Gij zijt,
uw vleugels breidt, uw vleugels strekt
(tekst Ad ven Besten, Liedboek 680)
In de Middeleeuwen werd het gewoonte om in de liturgie op Pinksteren tijdens het zingen van Veni Sancte Spiritus een houten vogel aan een touw vanuit het gewelf in de kerk te laten neerdalen. Het gebruik om rozenblaadjes over de hoofden van mensen te laten neerdwarrelen doet daaraan denken. (Bron: Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, Jozef Lamberts, 2001)
Kunstenaar Frederick Franck (1909-2006) maakte een beeld van Franciscus van Assisi waarbij vijftig vogels uit diens hand de vrijheid kiezen. In de kloostertuin van de minderbroeders franciscanen in Megen is een kopie van dit beeld te zien (hierboven afgebeeld).
Vuur
De verborgen aanwezigheid van de Eeuwige, in vuur, was geen onbekend beeld:
De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. (Exodus 19, 18). Het is vuur dat mensen in beweging zet en inspireert:
Geschenk uit de hemel, mensen van vuur,
door de Geest bewogen
met Gods Rijk voor ogen.
Kom, vervul ons, Geest, dit uur.
Andries Govaart, in: Liedboek 702: 3,
zie ook diens website anderszins.eu
Recept
– Rabarbervuur, zie www.sameneerlijketen.nl
Schikken
– Zie www.symbolischschikken.nl
Verhaal
- Het beeld met 50 vogels van Fredrick Franck is te zien in de kloostertuin in Megen
Vieren
Zie www.scheppingvieren.nl, trefwoorden Pinksteren, vuur, duif, vijftig
Duif en sperwer
“Mijn God” – zoo sprak de duif – “is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerscht hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht.”
De sperwer sprak: “Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hooger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schoone neb een doffer slacht.”
Zoo keven zij; de een riep: “Gij lastert God” –
En de ander: “Gij zijt dom” – “Gij wilt mij krenken” –
– “Godloochenaar! – Gij drijft met God den spot!”
Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: “Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken.” –
Jacques Perk, uit: Gedichten (Van Looy, Amsterdam, 1910)
19 mei Pinksteren
Vijftig vogels in een kloostertuin
Duif
De duif is vaak op afbeeldingen te zien. De duif is in de christelijke traditie een verwijzing naar de Geest. Het is de geest die van God uitgaat. Na Jezus’ dood is het ook zijn geest die in mensen werkzaam wordt.
De evangelist Lucas vertelt in zijn boek Handelingen (1 en 2) hoe op ‘Pinksteren’ (wat betekent: de vijftigste dag, na Pasen) volgelingen van Jezus ‘gedoopt worden’ en ‘vervuld raken’ met heilige Geest, een heftig gebeuren dat beschreven wordt in termen van hevige wind en tongen van vuur. Deze ‘uitstorting van geest’ wordt wel opgevat als het begin van de christelijke kerk.
Doop en duif doen aan elkaar denken, zoals bij Jezus’ doop. Soms worden de apostelen als 12 duiven afgebeeld. De duif was ook altijd een symbool van nieuw leven (Noach), vrede (Pax Christi) en vrijheid (vrij in Christus).
Veni Sante Spiritus
De roep om de geest heeft door de eeuwen heen in muziek op vele manieren geklonken:
Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods,
Daal neder waar Gij wordt verwacht
(…) Er is geen licht dan waar Gij zijt,
uw vleugels breidt, uw vleugels strekt
(tekst Ad ven Besten, Liedboek 680)
In de Middeleeuwen werd het gewoonte om in de liturgie op Pinksteren tijdens het zingen van Veni Sancte Spiritus een houten vogel aan een touw vanuit het gewelf in de kerk te laten neerdalen. Het gebruik om rozenblaadjes over de hoofden van mensen te laten neerdwarrelen doet daaraan denken. (Bron: Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, Jozef Lamberts, 2001)
Kunstenaar Frederick Franck (1909-2006) maakte een beeld van Franciscus van Assisi waarbij vijftig vogels uit diens hand de vrijheid kiezen. In de kloostertuin van de minderbroeders franciscanen in Megen is een kopie van dit beeld te zien (hierboven afgebeeld).
Vuur
De verborgen aanwezigheid van de Eeuwige, in vuur, was geen onbekend beeld:
De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. (Exodus 19, 18). Het is vuur dat mensen in beweging zet en inspireert:
Geschenk uit de hemel, mensen van vuur,
door de Geest bewogen
met Gods Rijk voor ogen.
Kom, vervul ons, Geest, dit uur.
Andries Govaart, in: Liedboek 702: 3,
zie ook diens website anderszins.eu
Recept
– Rabarbervuur, zie www.sameneerlijketen.nl
Schikken
– Zie www.symbolischschikken.nl
Verhaal
- Het beeld met 50 vogels van Fredrick Franck is te zien in de kloostertuin in Megen
Vieren
Zie www.scheppingvieren.nl, trefwoorden Pinksteren, vuur, duif, vijftig
Duif en sperwer
“Mijn God” – zoo sprak de duif – “is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerscht hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht.”
De sperwer sprak: “Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hooger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schoone neb een doffer slacht.”
Zoo keven zij; de een riep: “Gij lastert God” –
En de ander: “Gij zijt dom” – “Gij wilt mij krenken” –
– “Godloochenaar! – Gij drijft met God den spot!”
Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: “Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken.” –
Jacques Perk, uit: Gedichten (Van Looy, Amsterdam, 1910)
19 mei Pinksteren
Vijftig vogels in een kloostertuin
Duif
De duif is vaak op afbeeldingen te zien. De duif is in de christelijke traditie een verwijzing naar de Geest. Het is de geest die van God uitgaat. Na Jezus’ dood is het ook zijn geest die in mensen werkzaam wordt.
De evangelist Lucas vertelt in zijn boek Handelingen (1 en 2) hoe op ‘Pinksteren’ (wat betekent: de vijftigste dag, na Pasen) volgelingen van Jezus ‘gedoopt worden’ en ‘vervuld raken’ met heilige Geest, een heftig gebeuren dat beschreven wordt in termen van hevige wind en tongen van vuur. Deze ‘uitstorting van geest’ wordt wel opgevat als het begin van de christelijke kerk.
Doop en duif doen aan elkaar denken, zoals bij Jezus’ doop. Soms worden de apostelen als 12 duiven afgebeeld. De duif was ook altijd een symbool van nieuw leven (Noach), vrede (Pax Christi) en vrijheid (vrij in Christus).
Veni Sante Spiritus
De roep om de geest heeft door de eeuwen heen in muziek op vele manieren geklonken:
Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods,
Daal neder waar Gij wordt verwacht
(…) Er is geen licht dan waar Gij zijt,
uw vleugels breidt, uw vleugels strekt
(tekst Ad ven Besten, Liedboek 680)
In de Middeleeuwen werd het gewoonte om in de liturgie op Pinksteren tijdens het zingen van Veni Sancte Spiritus een houten vogel aan een touw vanuit het gewelf in de kerk te laten neerdalen. Het gebruik om rozenblaadjes over de hoofden van mensen te laten neerdwarrelen doet daaraan denken. (Bron: Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, Jozef Lamberts, 2001)
Kunstenaar Frederick Franck (1909-2006) maakte een beeld van Franciscus van Assisi waarbij vijftig vogels uit diens hand de vrijheid kiezen. In de kloostertuin van de minderbroeders franciscanen in Megen is een kopie van dit beeld te zien (hierboven afgebeeld).
Vuur
De verborgen aanwezigheid van de Eeuwige, in vuur, was geen onbekend beeld:
De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. (Exodus 19, 18). Het is vuur dat mensen in beweging zet en inspireert:
Geschenk uit de hemel, mensen van vuur,
door de Geest bewogen
met Gods Rijk voor ogen.
Kom, vervul ons, Geest, dit uur.
Andries Govaart, in: Liedboek 702: 3,
zie ook diens website anderszins.eu
Recept
– Rabarbervuur, zie www.sameneerlijketen.nl
Schikken
– Zie www.symbolischschikken.nl
Verhaal
- Het beeld met 50 vogels van Fredrick Franck is te zien in de kloostertuin in Megen
Vieren
Zie www.scheppingvieren.nl, trefwoorden Pinksteren, vuur, duif, vijftig
Duif en sperwer
“Mijn God” – zoo sprak de duif – “is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerscht hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht.”
De sperwer sprak: “Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hooger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schoone neb een doffer slacht.”
Zoo keven zij; de een riep: “Gij lastert God” –
En de ander: “Gij zijt dom” – “Gij wilt mij krenken” –
– “Godloochenaar! – Gij drijft met God den spot!”
Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: “Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken.” –
Jacques Perk, uit: Gedichten (Van Looy, Amsterdam, 1910)
19 mei Pinksteren
Vijftig vogels in een kloostertuin
Duif
De duif is vaak op afbeeldingen te zien. De duif is in de christelijke traditie een verwijzing naar de Geest. Het is de geest die van God uitgaat. Na Jezus’ dood is het ook zijn geest die in mensen werkzaam wordt.
De evangelist Lucas vertelt in zijn boek Handelingen (1 en 2) hoe op ‘Pinksteren’ (wat betekent: de vijftigste dag, na Pasen) volgelingen van Jezus ‘gedoopt worden’ en ‘vervuld raken’ met heilige Geest, een heftig gebeuren dat beschreven wordt in termen van hevige wind en tongen van vuur. Deze ‘uitstorting van geest’ wordt wel opgevat als het begin van de christelijke kerk.
Doop en duif doen aan elkaar denken, zoals bij Jezus’ doop. Soms worden de apostelen als 12 duiven afgebeeld. De duif was ook altijd een symbool van nieuw leven (Noach), vrede (Pax Christi) en vrijheid (vrij in Christus).
Veni Sante Spiritus
De roep om de geest heeft door de eeuwen heen in muziek op vele manieren geklonken:
Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods,
Daal neder waar Gij wordt verwacht
(…) Er is geen licht dan waar Gij zijt,
uw vleugels breidt, uw vleugels strekt
(tekst Ad ven Besten, Liedboek 680)
In de Middeleeuwen werd het gewoonte om in de liturgie op Pinksteren tijdens het zingen van Veni Sancte Spiritus een houten vogel aan een touw vanuit het gewelf in de kerk te laten neerdalen. Het gebruik om rozenblaadjes over de hoofden van mensen te laten neerdwarrelen doet daaraan denken. (Bron: Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, Jozef Lamberts, 2001)
Kunstenaar Frederick Franck (1909-2006) maakte een beeld van Franciscus van Assisi waarbij vijftig vogels uit diens hand de vrijheid kiezen. In de kloostertuin van de minderbroeders franciscanen in Megen is een kopie van dit beeld te zien (hierboven afgebeeld).
Vuur
De verborgen aanwezigheid van de Eeuwige, in vuur, was geen onbekend beeld:
De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. (Exodus 19, 18). Het is vuur dat mensen in beweging zet en inspireert:
Geschenk uit de hemel, mensen van vuur,
door de Geest bewogen
met Gods Rijk voor ogen.
Kom, vervul ons, Geest, dit uur.
Andries Govaart, in: Liedboek 702: 3,
zie ook diens website anderszins.eu
Recept
– Rabarbervuur, zie www.sameneerlijketen.nl
Schikken
– Zie www.symbolischschikken.nl
Verhaal
- Het beeld met 50 vogels van Fredrick Franck is te zien in de kloostertuin in Megen
Vieren
Zie www.scheppingvieren.nl, trefwoorden Pinksteren, vuur, duif, vijftig
Duif en sperwer
“Mijn God” – zoo sprak de duif – “is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerscht hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht.”
De sperwer sprak: “Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hooger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schoone neb een doffer slacht.”
Zoo keven zij; de een riep: “Gij lastert God” –
En de ander: “Gij zijt dom” – “Gij wilt mij krenken” –
– “Godloochenaar! – Gij drijft met God den spot!”
Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: “Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken.” –
Jacques Perk, uit: Gedichten (Van Looy, Amsterdam, 1910)
19 mei Pinksteren
Vijftig vogels in een kloostertuin
Duif
De duif is vaak op afbeeldingen te zien. De duif is in de christelijke traditie een verwijzing naar de Geest. Het is de geest die van God uitgaat. Na Jezus’ dood is het ook zijn geest die in mensen werkzaam wordt.
De evangelist Lucas vertelt in zijn boek Handelingen (1 en 2) hoe op ‘Pinksteren’ (wat betekent: de vijftigste dag, na Pasen) volgelingen van Jezus ‘gedoopt worden’ en ‘vervuld raken’ met heilige Geest, een heftig gebeuren dat beschreven wordt in termen van hevige wind en tongen van vuur. Deze ‘uitstorting van geest’ wordt wel opgevat als het begin van de christelijke kerk.
Doop en duif doen aan elkaar denken, zoals bij Jezus’ doop. Soms worden de apostelen als 12 duiven afgebeeld. De duif was ook altijd een symbool van nieuw leven (Noach), vrede (Pax Christi) en vrijheid (vrij in Christus).
Veni Sante Spiritus
De roep om de geest heeft door de eeuwen heen in muziek op vele manieren geklonken:
Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods,
Daal neder waar Gij wordt verwacht
(…) Er is geen licht dan waar Gij zijt,
uw vleugels breidt, uw vleugels strekt
(tekst Ad ven Besten, Liedboek 680)
In de Middeleeuwen werd het gewoonte om in de liturgie op Pinksteren tijdens het zingen van Veni Sancte Spiritus een houten vogel aan een touw vanuit het gewelf in de kerk te laten neerdalen. Het gebruik om rozenblaadjes over de hoofden van mensen te laten neerdwarrelen doet daaraan denken. (Bron: Volksgebruiken in de loop van het liturgisch jaar, Jozef Lamberts, 2001)
Kunstenaar Frederick Franck (1909-2006) maakte een beeld van Franciscus van Assisi waarbij vijftig vogels uit diens hand de vrijheid kiezen. In de kloostertuin van de minderbroeders franciscanen in Megen is een kopie van dit beeld te zien (hierboven afgebeeld).
Vuur
De verborgen aanwezigheid van de Eeuwige, in vuur, was geen onbekend beeld:
De Sinaï was volledig in rook gehuld, want de HEER was daarop neergedaald in vuur. (Exodus 19, 18). Het is vuur dat mensen in beweging zet en inspireert:
Geschenk uit de hemel, mensen van vuur,
door de Geest bewogen
met Gods Rijk voor ogen.
Kom, vervul ons, Geest, dit uur.
Andries Govaart, in: Liedboek 702: 3,
zie ook diens website anderszins.eu
Recept
– Rabarbervuur, zie www.sameneerlijketen.nl
Schikken
– Zie www.symbolischschikken.nl
Verhaal
- Het beeld met 50 vogels van Fredrick Franck is te zien in de kloostertuin in Megen
Vieren
Zie www.scheppingvieren.nl, trefwoorden Pinksteren, vuur, duif, vijftig
Duif en sperwer
“Mijn God” – zoo sprak de duif – “is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerscht hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht.”
De sperwer sprak: “Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hooger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schoone neb een doffer slacht.”
Zoo keven zij; de een riep: “Gij lastert God” –
En de ander: “Gij zijt dom” – “Gij wilt mij krenken” –
– “Godloochenaar! – Gij drijft met God den spot!”
Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: “Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken.” –
Jacques Perk, uit: Gedichten (Van Looy, Amsterdam, 1910)