De zonnebloem is een plant die de zon oproept door haar goudgele bloembladen. Bovendien richt zij zich met haar bloemenhart naar de zon. De zon is in de bijbel een verwijzing naar God, het Licht dat ons wil verlichten en over allen, goeden en kwaden laat stralen. De plant wordt niet in de bijbel genoemd, want ze is afkomstig uit Latijns Amerika . Tegenwoordig wordt ze ook in Europa als cultuurgewas geplant omdat ze plantaardige olie levert. De zaden zijn geliefd, niet alleen bij vogels. De Zonnebloem is ook de naam van een organisatie die zich inzet voor zieken en de mensen die hen verzorgen. Begin september wordt er in vele kerken daaraan aandacht besteed tijdens de zogenaamde ‘Zonnebloemzondag’.
plukbaar
Vergeet mij niet (Myosotis sp.)
Kleine blauwe bloempjes bloeien rond 4 en 5 mei om niet te vergeten wat vrijheid betekent. Om niet te vergeten allen die vochten en vechten voor leven in vrijheid en vrede. Allen die staande blijven tegen de stroom in en gestalte geven aan het rechtvaardigheid en barmhartigheid.
De verhalen in de Schrift brengen ons rechtvaardigen aan het licht, zij die ons voorgingen. Mensen met een naam om nooit te vergeten. Een naam krijgen betekent gekend zijn. Je kunt geroepen worden. Een naam ontvangen Vergeetmenietjes, klik op de foto voor een vergrotingis een belofte voor een antwoord. Maar hoe zit dat met de andere schepselen? Nummers, naamloos, onbekend, onbemind?
‘God bracht die bij de mens, om te zien hoe hij ze zou noemen: zoals de mens ze zou noemen, zo zouden ze heten’ (Genesis 2,19). Een legende gaat verder: Adam ging aan de slag en gaf alle schepselen een naam. Na enige tijd ging God een kijkje op aarde nemen om te zien of de schepselen tevreden waren met hun naam. Ze straalden: wij zijn gezien, wij zijn onderscheiden van de ander, we hebben een eigen naam. Maar een klein blauw bloempje boog verdrietig: Adam had haar over het hoofd gezien. God zag het en zei: ‘Ik noem je “vergeet-mij-niet” opdat men nooit meer jou en de Schepper zal vergeten’.
Muurbloem (Cheirantus cheiri)
‘Als zij zwijgen, zullen de stenen schreeuwen’ (Lucas 19,39). Dat antwoordt Jezus als enkele farizeeën hem gebieden zijn leerlingen het zwijgen op te leggen. Bij zijn binnenkomst in Jeruzalem – op een ezel- wordt hij op speciale wijze begroet: ‘Gezegend is de koning, die komt in de naam van de Heer’.
Sprekende stenen… De muurbloemen bloeien van nature op en tussen de dode stenen van muren. Zo werden deze bloemen een verwijzing naar de opstanding, het leven dat door de dode steen heen tot bloei komt. En….muurbloemen geuren.
hyacint
Goede geuren zijn in de bijbel een verwijzing naar de ongrijpbare Eeuwige: aanwezig, te ruiken maar niet te pakken. Aan God toegewijde mensen en voorwerpen worden in de joodse traditie met geurige olie gezalfd. ‘Toen sprak de HEER tot Mozes: ‘Neem de fijnste geurige kruiden: vijfhonderd sikkel mirre, en half zoveel dus tweehonderdvijftig sikkel, kaneel, tweehonderdvijftig sikkel kalmoes, vijfhonderd sikkel laurier, volgens heilig gewicht, en één hin olijfolie. Bereid daarmee heilige zalfolie, een geurig mengsel zoals ook een reukwerker dat maakt; het zal heilige zalfolie zijn. (…) Ook Aaron en zijn zonen moet u door zalving wijden; dan kunnen ze Mij als priester dienen’ (Exodus 30, 22-30).
In het Hebreeuws is ‘gezalfde’ masjiach; het Nederlandse woord messias is daarvan afgeleid. De Griekse vertaling van het hebreeuwse woord ‘masjiach’ is christos, waarvan de Latijnse vorm christus is afgeleid.
Marcus, Matteüs en Johannes verhalen vlak voor de intocht van Jezus in Jeruzalem hoe hij door Maria gezalfd wordt met dure nardusbalsum. Bij Marcus en Matteüs wordt het hoofd van Jezus gezalfd, in het evangelie van Johannes zijn voeten. Een voetwassing met geurende zalf…. De geur vult na de zalving hele vertrek. Het balsemen, zalven van het lichaam van een dode met geurende olie was een van de begrafenisrituelen. In het Tweede Testament is sprake van het zalven van zieken. Het is een teken van de genezende kracht van gebed en zegening (Marcus 6,13; Jacobus 5,14). In katholieke en oosterse kerken wordt zalfolie gebruikt. Er zijn zelfs drie soorten: olie van de zieken, olie van de doopleerlingen, en chrisma. Chrisma is olijfolie waaraan een geurende balsem is toegevoegd. De symboliek van de zalfolie ligt in de geur als verwijzing naar de heilige Geest die overal doordringt en alles omgeeft.
In katholieke kerken is het gewoonte om op Witte Donderdag zalfolie die de avond tevoren in de kathedrale kerk van het bisdom is gewijd, in de parochies binnen te brengen. In de leegte van Goede Vrijdag blijft de geur ons bij.
Op paasmorgen gaat het verhaal van geur verder als de vrouwen met geurende balsem naar het graf van Jezus gaan. Van de in het Eerste Testament genoemde planten die bij de bereiding van zalfolie gebruikt worden, is in Nederland alleen kalmoes winterhard. Het is een waterplant en komt op allerlei plaatsen voor, ook als vijverplant.
Hyacinten zijn de geurtrekkers in de voorjaarstuin. De Griekse naam voor rozemarijn ‘rhops myrinos’ betekent balsemstruik. De in deze tijd bloeiende rozemarijn is in de begrafenistraditie van Engeland een takje van herinnering geworden dat op het graf wordt uitgestrooid. Shakespeare verwijst naar deze traditie in Hamlet: ‘There ‘s rosemary, that’s for rememberance; pray you, love remember.
Goudsbloem
De goudsbloem is een boerenbloem die nog steeds geliefd is in boerentuinen. Ze kreeg haar naam door haar kleur. De kleur goud is een verwijzing naar de Eeuwige. In het Engels heet deze bloem ‘Mary-gold.’ Niet alleen door de kleur, maar ook omdat de bloemblaadjes als geneeskruid in zalf wordt gebruikt (Calendula zalf) heeft ervoor gezorgd dat deze bloem met Maria symbolisch verbonden wordt. Er zijn inmiddels prachtige soorten te koop. Die ook als snijbloem te gebruiken zijn. zaaien zichzelf uit.
Gladiool
Druif (Vitis vinifera)
Oktober is de maand van de druivenoogst.De wijngaard is een algemeen beeld van de aarde die bebouwd wordt. Noach, isj-adama, betekent ‘man van aarde’. Noach was de eerste die een wijngaard plantte.
De druif behoort tot één van de vruchten vanhet beloofde land: ‘een land met tarwe, gerst, wijnstokken, vijgen en granaatappels, een land met vette olijven en honing’ (Deuteronomium 8,8).
Als Mozes mannen uitzendt om het land Kanaän te verkennen, komen zij na veertig dagen van hun verkenningstocht terug. Zij waren doorgedrongen in het dal Eskol ‘en sneden daar een wijnrank af met een druiventros, die zij met twee man aan een stok moesten dragen (…) Eskol heeft zijn naam te danken aan de druiventros die de Israëlieten daar hebben afgesneden’ (Numeri 12,23-24). Het beeld van overvloegd komt ook terug in de zegen van Jakob voor zijn zonen: ‘Aan de wijnstok bindt hij zijn ezelin, aan de wingerd zijn edele volbloed; hij was zijn gewaar in de wijn, zijn mantel in het bloed van de druiven’ (Genesis 49,11).
‘De wijngaard van de HEER van de machten is het huis van Israël,
zijn bevoorrechte planten zijn de mensen van Juda.
Hij hoopte op recht,
maar Hij zag onrecht,
Hij zag geen betrachting,
maar verkrachting van recht’ (Jesaja 5,7).
Daarom wordt de wijngaard die dus geen vruchten draagt aan verwildering prijsgegeven (Het lied van de wijngaard, Jesaja 5,1-7).
Het beeld van ‘onder zijn wingerd zitten of onder zijn vijgeboom’ (Micha 4,4) is een beeld van veiligheid en vrede: ‘dan smeden zijn hun zwaarden om tot ploegscharen en hun speerpunten tot snoeimessen’ (Micha 4,3).
In het tweede testament wordthet beeld van de wijngaard gebruikt in enkele gelijkenissen (zie Matteüs 20,1-16; Matteüs 21,33-46). Het evangelie van Johannes kent een zevental ‘Ik-ben’ uitdrukkingen. in één daarvan zegt Jezus: ‘Ik ben de ware wijnstok en mijn vader is de wijngaardenier’ (Johannes 15,1). In deze beeldtaal zijn de volgelingen van Hem de ranken die vrucht zullen dragen. Aan die vruchten kun je zien of ze echt verbonden zijn met de wijnstok: ‘Je vrouw is een vruchtbare wingerd die bloeit binnen in je huis; je kinderen staan rond de tafel geschaard als jonge olijfbomen. Ja, die zegen is voor de man die ontzag kent voor de HEER’ (Psalm 128,3-4).
Driekleurig viooltje (Viola tricolor)
Aan de volksnaam ‘Drievuldigheids bloempje’ is een oude legende verbonden. Het verhaal gaat dat dit bloempje vroeger een heerlijke geur verspreidde en daarom zeer geliefd was. Ze groeit tussen het koren. Door haar geur was ze zeer geliefd. Om haar te plukken werd veel koren vertrapt. Het viooltje vroeg in naam van de Vader, Zoon en Geest haar geur te ontnemen. Zo geschiedde, maar op voorwaarde dat zij voortaan door haar kleuren aan de drie-ene God herinnert. In veel Europese landen is deze legende verspreid. In het hart van het bloempje is de vorm van een driehoek te herkennen: de abstracte vorm die in de kunst gebruikt werd om de drie-ene God uit te drukken, inclusief het oog dat in het midden van de driehoek en de drie stralen bundels. Het woord drievuldigheid of Drie-eenheid (Trinitatis) waaraan de zondag na Pinksteren is gewijd, komt in de bijbel niet voor. Wel schrijft Matteüs 28,19 : ‘doop hen in de naam van de Vader, Zoon en de heilige Geest’.
Aster (Aster sp.)
Asters horen bij de herfst. Aster is een Grieks woord voor ster. Haar naam wordt verbonden met een Duitse legende: Jezus speelde vaak buiten, samen met Johannes. Een keer kwam een engel bij Jezus en vroeg of hij mee mocht spelen. Jezus zei dat dat goed was, maar dat hij dan wel een presentje mee moest brengen voor zijn vriendje Johannes. De engel ging naar de hemel en kwam terug met een ster. Kort daarna werd het donker en Maria riep Jezus om binnen te komen om te eten. Daarop ging ook Johannes naar huis. Hij nam de ster mee en eenmal thuis verstopte hij de ster door hem te begraven in de tuin. Op een morgen in de herfst zag Johannes tot zijn verwondering dat op de plaats waar hij de ster begraven had, een prachtige plant met fijne ster-achtige bloemetjes stond te stralen!
In Duitsland wordt de plant wel ‘Christusblume’ genoemd. In Nederland kent men de naam ‘sterrebloem’. In Engeland kreeg ze de naam ‘St. Michelmas daisy’ naar het feest van St. Michaël, de beschermengel van de donkere dagen. Een feest dat op 29 september wordt gevierd.
Asters bloeien door tot in november. Zo kregen ze ook de volksnaam ‘Allerheiligenbloem’. In de katholieke kerk wordt op 1 november het feest van Allerheiligen gevierd. Ook is zijn naam nog verbonden met twee heiligen : Willibrordus, 7 november – Sintwilpersblumkes en St. Catharine 25 november – Sinteketriensblomme.
Chrysant
Chrysanten zul je niet in de bijbel aantreffen. Ook in de bloemensymboliek van de christelijke traditie spelen ze geen rol. Het is een plant die uit Azië afkomstig is en met name in Japan en China een religieuze betekenis heeft. De Chinese naam voor deze bloem betekent: ‘het wezen van de zon’; In Japan beschouwt men haar als de verstoffelijking van de zon. Omdat de Japanse keizer beschouwd wordt als een rechtstreekse afstammeling van de zonnegodin Amaterasu, bevat de Japanse vlag – het land van de rijzende zon- in feite ook een verwijzing naar deze bloem.
In de huidige tijd is de chrysant één van de meest geliefde bloemen. Omdat ze een herfstbloeier is, wordt ze alom gebruikt op kerkhoven rond 1 en 2 november bij de viering van Allerheiligen en Allerzielen. Ze worden in de volksmond wel kerkhofbloemen genoemd of Allerheiligenbloemen. Witte chrysanten kunnen door hun kleur verwijzen naar een beeld uit het boek Openbaring: ‘Wie zijn dat in die witte kleren en waar komen ze vandaan? Dat zijn degenen die uit de grote verdrukking komen, die hun kleren hebben wit gewassen in het bloed van het Lam’ (Openbaring 7,13-14). De kleur goud (goud is een duurzaam materiaal) is een verwijzing naar de Eeuwige, naar het goud van de zon . Op afbeeldingen krijgen heiligen een ‘gouden zon’, een nimbus, achter hun hoofd.